Droogte: verschil tussen versies

512 bytes toegevoegd ,  5 jaar geleden
k
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(2 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 3:
'''Neerslagtekort'''. Metereologisch gesproken is droogte neerslagtekort. Dit ontstaat wanneer er meer water verdampt dan er op aarde valt. In de zeer droge Nederlandse zomer van 1976 was het neerslagtekort 360 millimeter.
 
'''Gevolgen'''. Een periode van droogte leidt in een landklimaat vaak tot een langere periode van droogte. Als het heel lang droog is geweest, is er minder water dat verdampt, waardoor er weinig wolken ontstaan en er minder neerslag valt. Nederland echter kent een zeeklimaat, de regen wordt door de wind uit het westen aangevoerd.<ref>[https://nos.nl/artikel/2243110-hitte-en-droogte-dode-vissen-en-route-strand6daagse-ingekort.html Hitte en droogte: dode vissen en route Strand6Daagse ingekort], NOS.nl, nieuwsbericht van 25 juli 2018.</ref>
'''Gevolgen'''. De gevolgen van ernstige droogte zijn velerlei. Bij gebrek aan water verwelken de gewassen op het land en mislukt de oogst. Dit leidt tot verhoogde voedselprijzen en in het ergste geval tot een hongersnood.
 
'''Gevolgen'''. De gevolgen van ernstige droogte zijn velerlei. Bij gebrek aan water verwelken de gewassen op het land en mislukt de oogst. Dit leidt tot verhoogde voedselprijzen en in het ergste geval tot een hongersnood.
[[Bestand:Landschappen, dode dieren, droogte, Bestanddeelnr 251-3345.jpg|miniatuur|399x399px|Bezweken dieren]]
Bomen en struiken hebben water nodig, ze lijden zwaar onder langdurige droogte. Na enige tijd laten veel bomen, om te overleven, hun bladeren vallen. De kans op bosbranden neemt toe. Vissen sterven in droogvallende beken. Regenwormen gaan dieper in de grond in en meeuwen kunnen ze niet meer vinden en uit de grond trekken, waardoor hun jongen te weinig voedsel krijgen en omkomen van de honger.
Regel 20 ⟶ 22:
 
== Tuchtmiddel ==
God kan zijn volk tuchtigen door middel van droogte en de gevolgen ervan. Het is een van de tuchtmiddelen die de Allerhoogste kan toepassen. Wanneer Israël Gods geboden zou overtreden (door afgoderij, moorden, diefstallen, overspelen, enz.), zouden vervloekingen hen treffen (Deut. 28:15v). Dat, naast de zegen op gehoorzaamheid, moest Mozes het volk voorhouden. <blockquote>''De 28:22 De HEERE zal u treffen met tering, koorts en ontsteking, met hitte en <u>droogte</u>, en met korenbrand en meeldauw, die u achtervolgen zullen totdat u omkomt. De 28:23 Uw hemel, die boven uw hoofd is, zal van brons zijn, en de aarde, die onder u is, zal van ijzer zijn. De 28:24 De HEERE zal stuifzand en stof geven als regen voor uw land. Uit de hemel zal het op u neerdalen, totdat u weggevaagd bent.'' ''(HSV)''</blockquote>Jer. 14:1v spreekt van een grote droogte die [[Juda (stam)|Juda]] getroffen heeft, misschien tussen het 13de en 18de regeringsjaar<ref>Karl August Dächsel; F P L C van Lingen; H van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Jer. 14:1. </ref> (627-622 v.C.) van koning [[Josia]].<blockquote>''Jer 14:1 Het woord des HEEREN, dat tot Jeremia geschied is, over de zaken der grote droogte. Jer 14:2 Juda treurt en haar poorten zijn verzwakt; zij zijn in het zwart gekleed ter aarde toe, en Jeruzalems geschrei klimt op. Jer 14:3 En hun voortreffelijken zenden hun kleinen naar water; zij komen tot de grachten, zij vinden geen water, zij komen [met] hun vaten ledig weder; zij zijn beschaamd, ja, worden schaamrood, en bedekken hun hoofd. Jer 14:4 Omdat het aardrijk gescheurd is, dewijl er geen regen op de aarde is; de akkerlieden zijn beschaamd, zij bedekken hun hoofd. Jer 14:5 Want ook de hinden in het veld werpen jongen, en verlaten [die], omdat er geen jong gras is. Jer 14:6 En de woudezels staan op de hoge plaatsen, zij scheppen den wind gelijk de draken; hun ogen versmachten, omdat er geen kruid is. Jer 14:7 Hoewel onze ongerechtigheden tegen ons getuigen, o HEERE! doe [het] om Uws Naams wil; want onze afkeringen zijn menigvuldig, wij hebben tegen U gezondigd. (SV)''.</blockquote>De profeet beseftbelijdt dat alleen God regen kan geven:<blockquote>''Jer 14:22 Zijn er onder de nietige afgoden van de heidenvolken die het laten regenen, of kan de hemel regendruppels geven? Bent U dat niet, de HEERE, onze God? Wij zien naar U uit, want al deze dingen doet U! (HSV)''</blockquote>Een uit de Babylonische ballingschap teruggekeerd overblijfsel van de Joden verwaarloosde de herbouw van Gods huis te Jeruzalem. Daarom "... vanwege Mijn huis, dat verwoest ligt, terwijl u zich uitslooft, ieder voor zijn [eigen] huis" (Hag. 1:9b), onthield God de dauw en riep Hij droogte uit over het land. Dat liet de Allerhoogste weten door de mond van de profeet [[Haggaï (bijbelboek)|Haggaï]] in het jaar 520 v.C. <blockquote>''Hag 1:10 Daarom onthoudt de hemel u dauw, en het land onthoudt u zijn opbrengst, Hag 1:11 want Ik riep droogte uit over het land, over de bergen en over het koren, over de nieuwe wijn en over de olie, en over wat het land oplevert, over de mensen en over de dieren en over al de inspanning van uw handen. (HSV)''</blockquote>TussenIn de vroegemaanden [[regen]]juni (in oktober/november)tot en demet late regen (maart/april)september valt er in Israël geen of nauwelijks een druppel water. Maar de Heere God zendt dan de avonddauw, opdat de verschroeide aarde weer bevochtigd zouzal worden<ref>Karl August Dächsel; F P L C van Lingen; H van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Hag. 1:10. Enige tekst hiervan is onder verandering verwerkt.</ref>. Houdt God deze dauw in, dan gedijt het gewas niet.
 
== Sprake ==