Eljasib is een eigennaam van verschillende personen in de Bijbel.

De eigennaam Eljasib (Eng. Eliashib, Fr. Eliaschib, Du. Eljasib) betekent "God herstelt" of "God geeft terug"[1]. De naam wordt 17x in de Bijbel genoemd. Het Strongnummer is 0475.

De naam verwijst naar de volgende personen genoemd in de Bijbel:

  1. een overste van de priesters, ten tijde van David;
  2. een van de nakomelingen van Zerubbabel en daarmee van David;
  3. een priester, wiens zoon ten tijde van Ezra leefde;
  4. een tempelzanger, gehuwd met een vreemde vrouw;
  5. een man van de familie van Zatthu, gehuwd met een vreemde vrouw;
  6. een man van de familie van Bani, gehuwd met een vreemde vrouw;
  7. een hogepriester, ten tijde van Nehemia, zie hierna.

De hogepriester Eljasib

Hij was de zoon van Jojakim, en de vader van Jojada, beide hogepriesters. Eljasib was niet zeer ijverig, waar het de handhaving van de Mozaïsche wet gold; ook was hij niet in staat het volk van de lasten te onthefen, waardoor het nog gedrukt werd. Bij zijn komst in het land deed Nehemia zijn ijver toenemen, en maakte later ook aan de misbruiken een einde, welke onder deze hogepriester tot stand gekomen, of althans door hem begunstigd waren.

Bron

P.J. Gouda Quint, Woordenboek des Bijbels, inzonderheid ten gebruike bij de Statenvertaling. Haarlem: De erven F. Bohn, 1866. Tekst van het lemma 'Eljasib' is op 15 april 2016 verwerkt.

Voetnoot

  1. Hebreeuws-Nederlands Lexicon, onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia.