Evangelie naar Lukas/Hoofdstuk 22: verschil tussen versies

k
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 38:
Lu 22:32  Ik heb echter voor jou gebeden dat je geloof niet zou ophouden; en jij, als je eens bekeerd bent, versterk je broeders. (Telos)
'''Dat je geloof niet zou ophouden.''' Nadat Petrus hem verloochend heeft en Jezus gekruisigd is. Judas pleegde zelfmoord. Petrus zou zijn geloof kunnen verliezen en misschien ook de hand aan zichzelf slaan.
 
== Luk. 22:36 ==
Lu 22:36  Hij nu zei tot hen: Maar nu, laat hij die een beurs heeft, die nemen, evenzo ook een reiszak; en laat hij die er geen heeft, zijn kleed verkopen en een zwaard kopen. (Telos)
'''Maar nu.''' Dat is, van nu aan en hierna, als de Heer hen andermaal zal uitzenden. De leerlingen moeten zich nu op een andere manier houden ten opzichte van hen, tot wie zij gezonden worden. Zij zullen met zulke moeilijkheden te maken krijgen, dat zij zich moeten bereiden om veel gebrek te lijden, en vele gevaren uit te staan.
 
'''Een beurs ... ook een reiszak.''' Om zich voorzichtig toe te rusten tegen het gebrek.
 
'''Die er geen heeft.''' Geen beurs of reiszak; of: geen zwaard.
 
'''En een zwaard kopen.''' De apostel moet zelfs, als hij zich niet op een andere manier kan helpen, zijn kleed verkopen en een zwaard kopen, waaraan voortaan, met het oog op lijfsbehoud, nog meer behoefte is dan aan voedsel en kleding. Als de apostelen op de beschikbaarheid van twee zwaarden wijzen, zegt de Heer: "Het is genoeg" (vers 38).
 
De apostelen meenden, blijkens vers 37, dat de Heer doelde op uiterlijke (vleselijke) wapens. Maar de Heer vermaant hem met een ''gelijkenis''. Gelijk in een geweldige overval en nood van vijanden eenieder bezig is om zich met zwaarden en andere wapens te voorzien, om de vijand tegen te staan, zo moeten zij in de zware aanstaande tijden van vervolging zich voorzien met geestelijke wapens, om daardoor sterke weerstand te doen.
 
Dat de Heer niet op een vleselijk wapen doelt, volgt uit zijn woorden betreffende het omgaan met vijanden en tegenstanders (Luk. 6:29v; Matth. 5:39v; zie ook Opb. 13:10)
 
''Lu 6:29  Bied aan hem die u op de wang slaat, ook de andere; en weiger aan hem die u de mantel afneemt, ook het onderkleed niet.'' (Telos)
 
''Mt 26:51  En zie, een van hen die bij Jezus waren, strekte zijn hand uit, trok zijn zwaard en trof de slaaf van de hogepriester en sloeg hem het oor af. Mt 26:52  Toen zei Jezus tot hem: Steek je zwaard weer op zijn plaats; want allen die het zwaard nemen, zullen door het zwaard omkomen.'' (Telos)
 
De Heer had voor zichzelf geen zwaard nodig, omdat hem legioenen engelen te hulp konden komen. De engelen worden ook uitgezonden ten behoeve van de gelovigen.
 
In de brieven van Paulus wordt erop gewezen dat onze strijd niet vleselijk is en niet tegen bloed en vlees is.
 
''2Co 10:4  want de wapens van onze strijd zijn niet vleselijk, maar krachtig voor God, tot afbreking van bolwerken; (Telos)''
 
''Efe 6:12  Want onze strijd is niet tegen bloed en vlees, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van deze duisternis, tegen de geestelijke machten van de boosheid in de hemelse gewesten. (Telos)''
 
''1Ti 1:18  Dit bevel vertrouw ik je toe, mijn kind Timotheus, overeenkomstig de voorafgegane profetieën over jou, opdat je door deze de goede strijd strijdt, (Telos)''
 
== Bronnen ==
Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901). Enige tekst van het commentaar op Luk. 22:36 is onder wijziging verwerkt op 19 jan. 2010.
 
''Kanttekeningen bij de Statenvertaling''. De tekst van de kanttekeningen bij Luk. 22:36 is onder wijziging verwerkt op 19 jan. 2021.
 
== Voetnoot ==