Evangelische Bijbelvertaling (EBV): verschil tussen versies

k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Label: bewerking met nieuwe wikitekstmodus
Regel 13:
De Godsnaam JaHWeH wordt weergegeven door '(de) HEERE'. Ook in het Nieuwe Testament van de EBV komt de naam HEERE voor, aangezien deze in het Aramese Nieuwe Testament, anders dan in het Griekse, wel voorkomt als ‘Mar-Yah’, ter onderscheiding van ‘Maran’ (= ‘onze Heer’).
 
De bijzondere Hebreeuwse meervoudsvorm '[[Elohiem]]' voor God in het Oude Testament wordt weergegeven door ‘GOD’ met hoofdletters, en wel als aanduiding voor God als de Schepper van hemelen en aarde, de God van Abraham, Izak en Jakob. In alle andere gevallen staat er ‘god’ of ‘goden’ met kleine letter, behoudens in een enkel geval waar ‘elohim’ een andere betekenis lijkt te hebben.<blockquote>''In het begin schiep GOD de hemelen en de aarde. De aarde was woest en leeg en duisternis lag over de diepe wateren en de Geest van GOD zweefde over het water.'' (Gen. 1:1-2 )</blockquote>De EBV heeft de namen van personen en plaatsen in het Nieuwe Testament in de bekende Griekse vorm, niet in de Aramese vorm, welke in Peshitta-vertalingen gebruikelijk is. Daarom 'Jezus Christus' in plaats van de Aramese vorm ‘Jasjoea Masjiega’.
 
Gebruik van de Aramese grondtekst van de Peshitta heeft voor Opb. 20:12 geleid tot een opvallend verschil met gangbare vertalingen, bijvoorbeeld. De EBV zegt:<blockquote>''Ik zag de doden, de kleinen en de groten, voor de troon staan, en de boekrollen werden geopend, en een andere boekrol werd geopend, de [Boekrol] <u>van het Oordeel.</u> En de doden werden geoordeeld op grond van wat in de boeken geschreven stond, naar hun werken.'' (Opb. 20:12)</blockquote>