k
→5
k (→9) |
k (→5) |
||
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 23:
''Joh 17:24 Vader, wat U Mij hebt gegeven Ik wil dat waar Ik ben, ook zij bij Mij zijn, opdat zij mijn heerlijkheid aanschouwen die U Mij hebt gegeven, omdat U Mij hebt liefgehad voor de grondlegging van de wereld.'' (Telos)
'''Ik zal tot u komen in een dikke wolk, opdat het volk hore, als Ik met u spreek.''' Vs. 16 "zware wolk". ▼
'''Dat zij ook eeuwig aan u geloven.''' Vergelijk:▼
''Joh 14:1 Laat uw hart niet ontroerd worden. U gelooft in God, gelooft ook in Mij.'' (Telos)▼
Wat de drie discipelen wedervoer op de berg der verheerlijking, zal ook hun geloof in Jezus hebben versterkt. ▼
== 5 ==
Ex 19:5 Nu dan, indien
'''Zo zult u Mijn eigendom zijn uit
''1Pe 2:9 U echter bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterdom, een heilige natie, een volk tot een eigendom, opdat u de deugden verkondigt van Hem die u uit de duisternis heeft geroepen tot zijn wonderbaar licht,'' (Telos)
== 6 ==
Regel 49 ⟶ 37:
== 9 ==
Ex 19:9
▲'''Ik zal tot u komen in een dikke wolk, opdat het volk hore, als Ik met u spreek.''' Vs. 16 "zware wolk".
''Mt 17:5 Terwijl hij nog sprak, zie, een lichtende wolk overschaduwde hen; en zie, een stem uit de wolk, die zei: Deze is mijn geliefde Zoon, in Wie Ik welbehagen gevonden heb, hoort Hem. Mt 17:6 En toen de discipelen dit hoorden, vielen zij op hun gezicht en werden zeer bang. Mt 17:7 En Jezus kwam bij hen, raakte hen aan en zei: Staat op en weest niet bang. Mt 17:8 Toen zij nu hun ogen opsloegen, zagen zij niemand dan Jezus alleen. Mt 17:9 En terwijl zij van de berg afdaalden, gebood Jezus hun aldus: Zegt aan niemand het gezicht, voordat de Zoon des mensen uit de doden is opgewekt.'' (Telos)
▲'''Dat zij ook eeuwig aan u geloven.''' Vergelijk:
▲''Joh 14:1 Laat uw hart niet ontroerd worden. U gelooft in God, gelooft ook in Mij.'' (Telos)
▲Wat de drie discipelen wedervoer op de berg der verheerlijking, zal ook hun geloof in Jezus hebben versterkt.
== 10 ==
|