Exodus 19

Uit Christipedia

Exodus 19 wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages worden becommentarieerd. De volgende hoofdstukken van Exodus zijn op Christipedia samengevat en/of passages ervan becommentarieerd:

Exodus: 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16 · 17 · 18 · 19 · 20 · 21 · 22 · 23 · 24 · 25 · 26 · 27 · 28 · 29 · 30 · 31 · 32 · 33 · 34 · 35 · 36 · 37 · 38 · 39 · 40.

Samenvatting

Aankomst in de woestijn en legering tegenover de berg Horeb (1-2). Op de berg spreekt God tot Mozes (3-6). Antwoord van het volk (7-8). God kondigt Zijn komst aan (9). Hij gebiedt de voorbereiding van het volk (10-13). Mozes keert terug tot het volk en voert Gods bevel uit (14-15). God verschijnt op de derde dag (16-24). Mozes keert terug tot het volk (25).

1

Ex 19:1  In de derde maand, na het uittrekken der kinderen Israëls uit Egypteland, ten zelfden dage kwamen zij in de woestijn Sinaï. (SV)
De route van het volk Israël van Egypte naar Kanaän.

Rameses (vertrek 15e dag van 1e mnd) → SoekkothEthamPi-Hachiroth → door de Schelfzee → woestijn Etham of SurMaraElim → aan de SchelfzeeWoestijn Sin (aankomst 15e van 2e mnd) → DofkaAloesjRafidim → woestijn Sinaï (aankomst in de 3e mnd) → TaberaKibroth-TaävaHazeroth → woestijn Paran, Kades → omzwerving gedurende 38 jaren → RithmaRimmon-perezeLibnaRissaKehelatha → gebergte van SaferHaradaMakhelothTachathTharahMithkaHasmonaMoserothBene-jaäkanHor-gidgadJotbathaAbronaEzeon-geber → woestijn Paran, woestijn Zin, Kadesberg Hor, dood van Aäron (in 40e jaar na uittocht, 1e van de 5e maand) → ZalmonaFunonObothIjje-Abarim, in Moab → beek Zered, overgetrokken 38 jaar na vertrek uit Kades → rivier ArnonBeërMattanaNahaliël, Dibon-GadBamoth, Almon-Diblathaïm → bergen Abarim, Pisga, tegen NeboHesbon → vlakke velden van Moab → ... → Kanaän (aankomst 40 jaar na uittocht).

2

Ex 19:2  Want zij togen uit Rafidim, en kwamen in de woestijn Sinaï, en zij legerden zich in de woestijn; Israël nu legerde zich aldaar tegenover die berg. (CP[1])

Die berg. De berg Horeb of Sinaï (vs. 11).

4

Ex 19:4  Gijlieden hebt gezien, wat Ik den Egyptenaren gedaan heb; hoe Ik u op vleugelen der arenden gedragen, en u tot Mij gebracht heb. (SV)

Hoe Ik u op vleugelen der arenden gedragen, en u tot Mij gebracht heb.

De 32:11 Zoals een arend zijn nest opwekt, boven zijn jongen zweeft, zijn vleugels uitspreidt, ze pakt en ze draagt op zijn vlerken, De 32:12 [zo] heeft alleen de HEERE hem geleid, er was geen vreemde god bij hem. (HSV)

Dat tot Zich brengen doet Hij thans met zijn nieuwtestamentisch volk niet anders.

Joh 14:3  En als Ik ben heengegaan en u plaats heb bereid, kom Ik weer en zal u tot Mij nemen, opdat ook u zult zijn waar Ik ben. (Telos)

Joh 17:24  Vader, wat U Mij hebt gegeven  Ik wil dat waar Ik ben, ook zij bij Mij zijn, opdat zij mijn heerlijkheid aanschouwen die U Mij hebt gegeven, omdat U Mij hebt liefgehad voor de grondlegging van de wereld. (Telos)

5

Ex 19:5  Nu dan, indien u naarstig Mijn stem zult gehoorzamen, en Mijn verbond houden, zo zult u Mijn eigendom zijn uit alle volken, want de hele aarde is van Mij; (CP[1])

Zo zult u Mijn eigendom zijn uit volle volken.

1Pe 2:9  U echter bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterdom, een heilige natie, een volk tot een eigendom, opdat u de deugden verkondigt van Hem die u uit de duisternis heeft geroepen tot zijn wonderbaar licht, (Telos)

6

Ex 19:6  En gij zult Mij een priesterlijk koninkrijk, en een heilig volk zijn. Dit zijn de woorden, die gij tot de kinderen Israëls spreken zult. (SV)

Een priesterlijk koninkrijk, en een heilig volk.

1Pe 2:9  U echter bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterdom, een heilige natie, een volk tot een eigendom, opdat u de deugden verkondigt van Hem die u uit de duisternis heeft geroepen tot zijn wonderbaar licht, (Telos)

9

Ex 19:9 En de HEERE zeide tot Mozes: Zie, Ik zal tot u komen in een dikke wolk, opdat het volk hore, als Ik met u spreek, en dat zij ook eeuwig aan u geloven. Want Mozes had den HEERE de woorden des volks verkondigd. (CP[1])

Ik zal tot u komen in een dikke wolk, opdat het volk hore, als Ik met u spreek. Vs. 16 "zware wolk".

Mt 17:5  Terwijl hij nog sprak, zie, een lichtende wolk overschaduwde hen; en zie, een stem uit de wolk, die zei: Deze is mijn geliefde Zoon, in Wie Ik welbehagen gevonden heb, hoort Hem. Mt 17:6  En toen de discipelen dit hoorden, vielen zij op hun gezicht en werden zeer bang. Mt 17:7  En Jezus kwam bij hen, raakte hen aan en zei: Staat op en weest niet bang. Mt 17:8  Toen zij nu hun ogen opsloegen, zagen zij niemand dan Jezus alleen. Mt 17:9  En terwijl zij van de berg afdaalden, gebood Jezus hun aldus: Zegt aan niemand het gezicht, voordat de Zoon des mensen uit de doden is opgewekt. (Telos)

Dat zij ook eeuwig aan u geloven. Vergelijk:

Joh 14:1  Laat uw hart niet ontroerd worden. U gelooft in God, gelooft ook in Mij. (Telos)

Wat de drie discipelen wedervoer op de berg der verheerlijking, zal ook hun geloof in Jezus hebben versterkt.

10

Ex 19:10  Ook zeide de HEERE tot Mozes: Ga tot het volk, en heilig hen heden en morgen, en dat zij hun klederen wassen, (SV)

Heilig hen heden en morgen.

Heb 2:11  Want en Hij die heiligt en zij die geheiligd worden, zijn allen uit een; daarom schaamt Hij Zich niet hen broeders te noemen en zegt: (Telos)

1Jo 3:3  En ieder die deze hoop op Hem heeft, reinigt zich zoals Hij rein is. (Telos)

Dat zij hun klederen wassen. In vs. 14 gebeurt het.

De grote menigte van gelovigen die uit de grote verdrukking hebben hun klederen gewassen in het bloed van het Lam.

Opb 7:14  En ik zei tot hem: Mijn heer, u weet het. En hij zei tot mij: Dezen zijn het die uit de grote verdrukking komen; en zij hebben hun lange kleren gewassen en ze wit gemaakt in het bloed van het Lam. (Telos)

11

Ex 19:11  En bereid zijn tegen de derde dag; want op de derde dag zal de HEERE voor de ogen van al het volk afkomen, op de berg Sinaï. (CP[1])

Bereid te zijn tegen de derde dag. Zie vs. 15.

Mt 24:44  Daarom, weest ook gij bereid, want op een uur, dat gij het niet verwacht, komt de Zoon des mensen. (NBG51)

Lu 12:40  Weest ook gij bereid, want op een uur, dat gij het niet verwacht, komt de Zoon des mensen. (NBG51)

Hos 6:2  Hij zal ons na twee dagen levend maken; op den derden dag zal Hij ons doen verrijzen, en wij zullen voor Zijn aangezicht leven. (SV)

Voor de ogen van al het volk afkomen.

Opb 1:7  Zie, Hij komt met de wolken, en elk oog zal Hem zien, ook zij die Hem doorstoken hebben; en alle stammen van het land zullen over Hem weeklagen. Ja, Amen. (Telos)

13

Ex 19:13  Geen hand zal hem aanraken, maar hij zal zeker gestenigd, of zeker doorschoten worden; hetzij een beest, hetzij een man, hij zal niet leven. Als de ramshoorn langzaam gaat, zullen zij op de berg klimmen. (CP[1])

Doorschoten worden. Door pijlen en werpspiesen.

Hetzij een beest.

Heb 12:20  (want zij konden niet verdragen wat geboden werd: ‘Zelfs als een dier de berg aanraakt, zal het worden gestenigd’; (Telos)

Als de ramshoorn langzaam gaat. Een langzaam aanhoudend geluid geeft, eigenlijk met langgerekte toon aanhoudt. Ten teken dat het ogenblik gekomen is om nader te treden en op de berg te klimmen. Dit signaal werd ook gegeven, als het volk tot de strijd werd geroepen en bij openlijke afkondigingen.

Hebben wij hier te denken aan een eigenlijk blaasinstrument? Dat is mogelijk, zegt de een. Een ander[2] zegt dat we slechts te denken hebben aan een geluid dat met het geluid van de ramshoorn, of van de bazuin overeenkwam.

Zullen zij op de berg klimmen. Dan zullen de kinderen van Israël opstijgen, natuurlijk niet al het volk, maar het volk vertegenwoordigd door zijn oudsten.

1Th 4:16  Want de Heer Zelf zal met een bevelend roepen, met de stem van een aartsengel en met de bazuin van God neerdalen van de hemel; en de doden in Christus zullen eerst opstaan; 1Th 4:17  daarna zullen wij, de levenden die overblijven, samen met hen in wolken worden opgenomen de Heer tegemoet in de lucht; en zo zullen wij altijd met de Heer zijn. (Telos)

14

Ex 19:14  Toen ging Mozes van de berg af tot het volk, en hij heiligde het volk; en zij wasten hun kleren. (CP[1])

Zij wasten hun kleren. Zie vs. 10, waar het bevolen wordt.

15

Ex 19:15  En hij zei tot het volk: Weest gereed tegen de derden dag, en nadert niet tot de vrouw. (CP[1])

Weest gereed tegen de derde dag. Zie vs. 11.

Nadert niet tot de vrouw. Onthoudt u van geslachtsverkeer.

Opb 14:4  Dezen zijn het die zich niet met vrouwen hebben bevlekt, want zij zijn maagdelijk. Dezen zijn het die het Lam volgen waar het ook heengaat. Dezen zijn uit de mensen gekocht als eerstelingen voor God en het Lam. (Telos)

16

Ex 19:16   En het geschiedde op den derden dag, toen het morgen was, dat er op den berg donderen en bliksemen waren, en een zware wolk, en het geluid ener zeer sterke bazuin, zodat al het volk verschrikte, dat in het leger was. (SV)

Een zware wolk. Zie vs. 9.

Bazuin. Zie vs. 13 "ramshoorn".

17

Ex 19:17  En Mozes leidde het volk uit het leger, Gode tegemoet; en zij stonden aan het onderste des bergs. (SV)

Gode tegemoet.

1Th 4:16  Want de Heer Zelf zal met een bevelend roepen, met de stem van een aartsengel en met de bazuin van God neerdalen van de hemel; en de doden in Christus zullen eerst opstaan; 1Th 4:17  daarna zullen wij, de levenden die overblijven, samen met hen in wolken worden opgenomen de Heer tegemoet in de lucht; en zo zullen wij altijd met de Heer zijn. (Telos)

19

Ex 19:19  Toen het geluid der bazuin gaande was, en zeer sterk werd, sprak Mozes; en God antwoordde hem met een stem. (SV)

Met een stem. NBG51: "in de donder". In het geluid van de donder.

Joh 12:28  Vader, verheerlijk uw naam! Er kwam dan een stem uit de hemel: Ik heb hem verheerlijkt en Ik zal hem opnieuw verheerlijken. Joh 12:29  De menigte dan die daar stond en dit had gehoord, zei dat er een donderslag was geweest. Anderen zeiden: Een engel heeft tot Hem gesproken. Joh 12:30  Jezus antwoordde en zei: Niet om Mij is deze stem er geweest, maar om u. (Telos)

Voetnoten

  1. 1,0 1,1 1,2 1,3 1,4 1,5 1,6 Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling.
  2. Zo Hendrik van Griethuysen in: Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting): met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Richt. 18:30. Enige tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 22 juni 2021.