Exodus 38

Uit Christipedia

Exodus 38 wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages worden becommentarieerd. De volgende hoofdstukken van Exodus zijn op Christipedia samengevat en/of passages ervan becommentarieerd:

Exodus: 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16 · 17 · 18 · 19 · 20 · 21 · 22 · 23 · 24 · 25 · 26 · 27 · 28 · 29 · 30 · 31 · 32 · 33 · 34 · 35 · 36 · 37 · 38 · 39 · 40.

Samenvatting

1-7 Maken van het brandofferaltaar. 8 Maken van het koperen wasvat. 9-20 Het maken van de omheining van de voorhof. 21- De rollen van Ithamar, Bezaleël en Aholiab. Opgave van gebruikte hoeveelheden van goud, zilver en koper en het gebruik ervan.

1

Ex 38:1  Hij maakte ook het brandofferaltaar van acaciahout; vijf ellen was de lengte ervan, en vijf ellen zijn breedte, vierkant, en drie ellen zijn hoogte. (CP)[1]

Drie ellen zijn hoogte. Het altaar was 2x zo hoog als de verbondskist en de tafel der toonbroden en 1½ x zo hoog als het reukofferaltaar.

9

Ex 38:9  Hij maakte ook de voorhof, aan de zuidhoek zuidwaarts; de behangsels tot de voorhof waren van fijn getweernd linnen, van honderd ellen. (CP[1])

Van honderd ellen. De langste zijden van de voorhof waren elk 100 ellen. De behangels (schermdoeken, gordijnen) liepen er dus over een lengte van honderd ellen.

10

Ex 38:10  Hun twintig pilaren en hun twintig voeten, [waren van] koper; de haken van deze pilaren en hun bindstangen waren van zilver (CP[1]).

[Waren van] koper. Het is niet duidelijk of 'koper' alleen van de voetstukken gezegd wordt of ook van de pilaren. De Statenvertaling en de Herziene Statenvertaling zeggen dat de pilaren en de voeten van koper waren. Waarschijnlijk is dit juist.

Ex 38:10  De bijbehorende twintig pilaren en hun twintig voetstukken waren van koper; de haken van de pilaren en hun verbindingsstukken waren van zilver. (HSV)

De NBV04-vertaling daarentegen doet 'bronzen' alleen slaan op de voetstukken.

Ex 38:10  en twintig bijbehorende palen op twintig bronzen voetstukken, met krammen en dwarsstangen van zilver. (NBV04)

Bindstangen. Stangen die de pilaren verbonden. Darby: "connecting-rods".

13

Ex 38:13  En aan de oosterhoek tegen de opgang waren vijftig ellen. (CP[1])

Tegen de opgang. Te weten, van de zon, die in het oosten opgaat, dus tegen het oosten.

Vijftig ellen. De lengte van de oostzijde van de voorhof, waar de ingang tot de voorhof was.

14

Ex 38:14  De behangsels aan deze zijde waren vijftien ellen, hun pilaren drie en hun voeten drie. (CP[1])

Vijftien ellen. Van de hoek tot aan de ingang van de voorhof.

18

Ex 38:18  En het deksel van de poort des voorhofs was van geborduurd werk, van hemelsblauw, en purper, en scharlaken, en fijn getweernd linnen; en twintig ellen was de lengte, en de hoogte in de breedte was vijf ellen, tegenover de behangselen des voorhofs. (SV)

Dezelfde stoffen en kleuren als het voorhangsel van de ingang tot het Heilige.

Twintig ellen. 50 ellen (lengte van de oostzijde van de Voorhof) — 15 ellen (linker gedeelte naast de poort) — 15 ellen (rechter gedeelte naast de poort) = 20 ellen.

27

Ex 38:27  En er waren honderd talenten zilver, om te gieten de voeten van heiligdom, en de voeten van de voorhang; tot honderd voeten waren honderd talenten, een talent tot een voet. (CP[1])

Honderd voeten. Het gaat om de zilveren voeten van het heiligdom, niet de koperen voeten van de voorhof. De voeten van het heiligdom en de voeten van de voorhang waren in het geheel 100: de 96 voeten onder de 48 stijlen en de 4 voeten onder de 4 zuilen, waaraan het voorhangsel, dat het Heilige van het Allerheilige scheidde, opgehangen moest worden[2].

Voetnoten

  1. 1,0 1,1 1,2 1,3 1,4 1,5 Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling.
  2. Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting): met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Ex. 38:27. Enige tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 3 juni 2022.