Exodus 8

Uit Christipedia

Exodus 8 wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages worden becommentarieerd. De volgende hoofdstukken van Exodus zijn op Christipedia samengevat en/of passages ervan becommentarieerd:

Exodus: 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16 · 17 · 18 · 19 · 20 · 21 · 22 · 23 · 24 · 25 · 26 · 27 · 28 · 29 · 30 · 31 · 32 · 33 · 34 · 35 · 36 · 37 · 38 · 39 · 40.

Samenvatting

Egypteland wordt geplaagd door kikvorsen (1-15), muggen (16-19), steekvliegen (20-32). Farao volhardt in zijn weigering het volk Israël te laten gaan om Jahweh te offeren in de woestijn.

3

Ex 8:3  Dat de rivier van vorsen zal krielen, die zullen opkomen, en in uw huis komen, en in uw slaapkamer, ja, op uw bed; ook in de huizen uwer knechten, en op uw volk, en in uw bakovens, en in uw baktroggen. (SV)

Ze zullen steeds dichterbij komen: rivier → huis → slaapkamer → bakovens en baktroggen.

4

Ex 8:4  En de vorsen zullen opkomen, op u, en op uw volk, en op al uw knechten. (SV)

Ja, ze zullen zelfs op u komen, zie ook vers 3 ("op uw volk").

5

Ex 8:5  Verder zeide de HEERE tot Mozes: Zeg tot Aäron: Strek uw hand uit met uw staf, over de stromen, en over de rivieren, en over de poelen; en doe vorsen opkomen over Egypteland. (SV)

Met uw staf. Wat heeft de staf toch een cruciale rol gespeeld ter verlossing van Israël.

6

Ex 8:6  En Aäron strekte zijn hand uit over de wateren van Egypte, en er kwamen vorsen op en bedekten Egypteland. (SV)

Strekte zijn hand uit over de wateren. Ditmaal sloeg hij de wateren niet, gelijk bij de verandering van het water in bloed. Bij de volgende plaag slaat hij wel weer, dan het stof der aarde (16).

16

Ex 8:16  Verder zei de HEERE tot Mozes: Zeg tot Aäron: Strek uw staf uit, en sla het stof der aarde, dat het tot muggen wordt, in het hele Egypteland. (CP[1])

Strek uw staf uit. Wederom speelt de stof een rol in het zenden van plagen in Egypteland.

19

Ex 8:19  Toen zeiden de tovenaars tot Farao: Dit is Gods vinger! Doch Farao’s hart verstijfde, zodat hij naar hen niet hoorde, gelijk de HEERE gesproken had. (SV)

Dit is Gods vinger! Nu zij met hun eigen onvermogen geconfronteerd worden, moeten ze voor het wonder wel een andere verklaring zoeken, een andere oorzaak dan menselijke (of geesten van gestorvenen). Zij trekken de conclusie: dit is Gods werk, dat ons iets te beduiden heeft, een vingerwijzing.

In de eindtijd schijnen de aardbewoners (pas) bij het zesde oordeelszegel in te zien dat God gericht oefent.

Opb 6:16  en zij zeiden tot de bergen en tot de rotsen: Valt op ons en verbergt ons voor het aangezicht van Hem die op de troon zit, en voor de toorn van het Lam; Opb 6:17  want de grote dag van hun toorn is gekomen en wie kan bestaan? (Telos)

26

Ex 8:26  Mozes dan zeide: Het is niet recht, dat men alzo doe; want wij zouden der Egyptenaren gruwel den HEERE, onzen God, mogen offeren; zie, indien wij der Egyptenaren gruwel voor hun ogen offerden, zouden zij ons niet stenigen? (Telos)

Der Egyptenaren gruwel. Het is geenszins een voorwendsel, wat Mozes hier zocht. Voor de ogen der Egyptenaren te offeren zou hun een verachting van hun godsdienst en een misdaad tegen hun goden zijn. In Egypte moesten alle offerdieren gekeurd worden, en, zo niet een priester ten bewijze van goedkeuring het aan de horens verzegeld had, mocht het niet geofferd worden. Zelfs de geringste overtreding achtte men met de minste moeite de dood waardig. De Israëlieten mochten zich naar die Egyptische voorschriften niet schikken, want dat zou geweest zijn: deelnemen aan de Egyptische afgoderij. Wilden zij doen naar Gods bevel, dan wachtte hun straf, daar menige diersoort de Egyptenaren heilig was, en daarom niet geofferd mocht worden, bijv. koeien. Mozes kon er dus niet mee instemmen, dat het offer in Egypte zelf geschieden zou.

Bron

Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Ex. 8:26. Enige tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 7 mei 2021.

Voetnoot

  1. Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling.