Nebo

Uit Christipedia

Nebo (= 'profeet') is in de Bijbel de naam van een afgod, een berg, twee steden en een Israëliet.

Naam. De naam Nebo betekent "profeet"[1] of "spreker"[2]. Het strongnummer is H5015. De naam komt 13x voor in het Oude Testament.

Afgod

Nebo was een afgod der Chaldeeën en Babyloniërs. Hij is de zoon van de hoofdgod Merodach oftwel Mardoek (Marduk). De naam Nebo of Naboe, d.i. 'Spreker', wijst erop dat hij een god is die zich openbaart[2]. Nebo was gehuwd met Tashmetoe, d.i. 'Het horen'[2].

Nebukadnezar, die naar Nebo genoemd is, moet echter erkennen dat Israëls God de allerhoogste God is, die verborgenheden openbaart.

Da 2:46 Toen viel de koning Nebukadnezar op zijn aangezicht, en aanbad Daniël; en hij zeide, dat men hem [met] spijsoffer en liefelijk reukwerk een drankoffer doen zou. Da 2:47  De koning antwoordde Daniël en zeide: Het is de waarheid, dat ulieder God een God der goden is, en een Heere der koningen, en Die de verborgenheden openbaart, dewijl gij deze verborgenheid hebt kunnen openbaren. (SV)

Nebo waakt over onderwijs en letteren. Hij is de god der wijsheid[2]. In Dan. 1 en 2 komt de wijsheid echter van de dienstknechten van de ware God. Zijn naam wordt verbonden met het hemellichaam Mercurius.

Nebo is ook de god van het vuur[2]. In Dan. 3 worden de vrienden van Daniël echter voor het vuur van de oven, waartoe Nebukadnezar het veroordeelde, gespaard door God.

Nebo is ook de god van de schrijfkunst, de uitvinder van het schrift[2]. Het geheimzinnigte schrift aan de wand kon echter niet dan door Daniël worden ontcijferd (Dan. 5:8).

Wellicht werd Nebo op de top van de berg Nebo en in de Moabietische stad van deze naam vereerd.

Onderscheidene Babylonische persoonsnamen, als Nabopolassar, Nebukadnezar en andere zijn uit de woorden Nebo, Nabo of Nebu samengesteld. In een inschrift (inscriptie) noemt Nebukadnezar zichzelf „lieveling van Naboe“[2].

Nebo is vergelijkbaar met de Egyptische god Thoth, de Griekse god Hermes en de Romeinse god Mercurius.

Jesaja profeteerde:

Jes 46:1 Bel is gekromd, Nebo wordt nedergebogen, hun afgoden zijn geworden voor de dieren en voor de beesten; uw opgeladen pakken zijn een last voor de vermoeide [beesten]. Jes 46:2  Samen zijn zij nedergebogen, zij zijn gekromd, zij hebben den last niet kunnen redden, maar zijzelven zijn in de gevangenis gegaan. (SV)

Bel is de bijnaam van Merodach (Mardoek).

Berg

Nebo is ook de naam een berg, 817 meter boven zeeniveau, in het land van Moab, in het huidige Jordanië, noordoostelijk van de Dode of Zoutzee tegenover Jericho. Hij behoorde tot het gebergte Abarim en vormde de spits van de Pisga.

De berg Nebo gezien vanuit het oosten op een afstand van 1,4 km.

Op de Nebo overzag Mozes, de leidsman van Israël, het beloofde land (Kanaän), vóórdat hij stierf.

Zicht op de Dode Zee en op het Beloofde Land.

Stad in Ruben

Een Moabitische stad, aan Ruben toegewezen. Na Israëls wegvoering in ballingschap werd zij door haar oorspronkelijke bewoners heroverd.

Stad in Juda/Benjamin

Een stad in Juda (of misschien Benjamin), ter onderscheiding van Nebo in Ruben, in Neh. 7:33 "het andere Nebo" genoemd. Hier kwamen enkele Hebreeuwse families, die waren teruggekeerd uit Babylon met Zerubbabel, oorspronkelijk vandaan.

Man

Een van de Israëlieten die vreemde vrouwen genomen hadden.

Bronnen

P.J. Gouda Quint, Woordenboek des Bijbels, inzonderheid ten gebruike bij de Statenvertaling. Haarlem: De erven F. Bohn, 1866. Tekst van het lemma 'Nebo' is op 15 sept. 2016 verwerkt.

Hebreeuws-Nederlands Lexicon, onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia.

Voetnoten

  1. Hebreeuws-Nederlands Lexicon, onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia.
  2. 2,0 2,1 2,2 2,3 2,4 2,5 2,6 Volgens Roger Liebi, Das Buch Daniël, hoofdstukken 1 t/m 3 (juni 2013). Transcript van een toespraak.