Ezechiël 29: verschil tussen versies

2.209 bytes toegevoegd ,  3 maanden geleden
k
 
(3 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1:
{{Bijbelhoofdstukcommentaar|Bijbelboektitel=Ezechiël|Bijbelboekpagina=Ezechiël (boek)|Bijbelboek=Ezechiël|Aantalhoofdstukken=48|Aantalverzen=21}}
== Samenvatting ==
''1-16'' Profetie tegen Egypte: hetEgypte met zijn hoogmoedige farao zal door zwaard, verwoesting, verstrooiing en hervergadering vernederd worden tot een nederig koninkrijk en geenniet langer een voorwerp van vertrouwen voor Israël meerzijn. ''17-21'' Profetie over Nebukadnezar en zijn leger: hij zal loon ontvangen voor zijn tegen Tyrus bewezen dienst voor God: de goederen van Egypte.
 
== 1 ==
Regel 19:
== 10 ==
<onlyinclude><sup>10</sup> Daarom, zie, Ik [wil] aan u en aan uw rivier; en Ik zal Egypteland stellen tot woeste wilde eenzaamheden, van [[Migdol]] tot [[Syene]], tot aan de grens van [[Koesj]]. </onlyinclude>(CP<ref name=":0">Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling. </ref>)
'''Van Migdol tot Syene.''' Van de stad Migdol in het noorden tot de stad Syene in het zuiden, op de grens met Koesj (Ethiopië).
 
== 12 ==
Regel 33 ⟶ 34:
 
'''Dat de ongerechtigheid doet gedenken, wanneer zij naar hen omzien.''' Het vernederde Egypte zal de ongerechtigheid doen gedenken, wanneer de kinderen Israëls naar Egypte omzien om bijstand, hulp, verlossing. De ongerechtigheid die hierin bestaat, dat Israël gebrek aan vertrouwen op God had, afgodische bewondering van wereldse uitwendige macht had en zich aan Egypte vastklampte, wat alles bij elkaar neerkomt op afval van God. Egypte zal geen verleiding tot zonde voor Israël meer zijn, omdat het dan geen voorwerp van vertrouwen meer is.<ref>Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting): met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901).  Enige tekst van het commentaar is onder wijziging verwerkt op 7 feb. 2024. </ref>
 
== 17 ==
<onlyinclude><sup>17</sup> Voorts gebeurde het in het zeven en twintigste jaar, in de eerste [maand], op den eersten der maand, [dat] het woord des HEEREN tot mij geschiedde, zeggende: </onlyinclude>(SV)
'''Gebeurde ... geschiedde.''' In het Hebreeuws hetzelfde werkwoord.
 
'''In het zeven en twintigste jaar.''' D.i. het 27e jaar na de wegvoering van Ezechiël met koning Jojachin in 597 v.C.: het jaar 570/569 v.Chr.
 
== 18 ==
<onlyinclude><sup>18</sup> Mensenkind! Nebukadnezar, de koning van Babel, heeft zijn leger een grote dienst doen dienen tegen Tyrus; alle hoofden zijn kaal geworden, en alle schouders zijn ontveld; en noch hij, noch zijn leger heeft loon gehad vanwege Tyrus, voor de dienst die hij tegen haar gediend heeft. </onlyinclude>(CP<ref name=":0" />)
'''Ontveld.''' Het Hebreeuwse werkwoord betekent: kaal maken, polijsten, glad maken<ref>''Hebreeuws-Nederlands Lexicon; op basis van Strong-coderingen.'' Onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. Het is gebaseerd op het Engelstalige ''Online Bible Hebrew-Englisch Lexicon'' van Larry Pierce. </ref>. Herziene Statenvertaling: 'kapotgeschaafd'.
 
== 19 ==
<onlyinclude><sup>19</sup> Daarom, zo zegt de Heere HEERE: Zie, Ik zal Nebukadrezar, den koning van Babel, Egypteland geven; en hij zal deszelfs menigte wegvoeren, en deszelfs buit buiten, en deszelfs roof roven, en het zal het loon zijn voor zijn heir. </onlyinclude>(SV)
'''Menigte.''' Niet van mensen, maar van goederen, waardevolle zaken.
 
{{Bijbelcitaat|hoofdstuk=Ezechiël 30|vers_1=4}}
 
== 20 ==
<onlyinclude><sup>20</sup> [Tot] zijn arbeidsloon, omdat hij gediend heeft, heb Ik hem Egypteland gegeven, omdat zij voor Mij gewerkt hebben, spreekt de Heer Jahweh. </onlyinclude>(CP<ref name=":0" />)
'''Omdat hij gediend heeft.''' Gediend heeft tegen Tyrus (18).
 
== Voetnoten ==