Ezechiël 30: verschil tussen versies

1.429 bytes toegevoegd ,  2 maanden geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
(Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Bijbelhoofdstukcommentaar|Bijbelboektitel=Ezechiël|Bijbelboekpagina=Ezechiël (boek)|Bijbelboek=Ezechiël|Aantalhoofdstukken=48|Aantalverzen=26}} == 4 == <onlyinclude><sup>4</sup> En het zwaard zal komen in Egypte, en er zal grote smart zijn in Morenland, als de verslagenen zullen vallen in Egypte; want zij zullen derzelver menigte wegnemen, en haar fondamenten zullen verbroken worden. </onlyinclude>(SV) '''Het zwaard.''' Zie vs. 5 '''Menigte.''' Niet...')
 
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(2 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1:
{{Bijbelhoofdstukcommentaar|Bijbelboektitel=Ezechiël|Bijbelboekpagina=Ezechiël (boek)|Bijbelboek=Ezechiël|Aantalhoofdstukken=48|Aantalverzen=26}}
== Samenvatting ==
[[Nebukadnezar]] zal Egypte veroveren. ''1-9'' Ezechiël moet opwekken tot een weeklacht over Egypte; want Jahweh's oordeel zal voltrokken worden aan dat land en zijn naburen door het zwaard, zodat Koesj er van siddert. ''10-19'' Nebukadnezar zal Egypte ontvolken, het land, door de vreemden tot een woestenij gemaakt, zal aan herders verkocht worden. God zal de drekgoden verdoen. Alle vorsten zullen uit Egypte uitgevoerd, de inwoners gedood of krijgsgevangen gemaakt worden; zo wordt Jahweh’s vonnis voltrokken. ''20-26'' De profeet moet verkondigen dat Jahweh de arm van Farao gebroken heeft en dat die niet geheeld wordt, daarna voorzeggen dat Jahweh beide armen van Farao breken, hem dus ontwapenen en de Egyptenaren over de aarde verstrooien zal; daarentegen zal Hij de armen van Babels koning sterken; zodat hij, Jahweh’s zwaard voerend, Farao slaat en deze voor hem kermt, terwijl Egypte’s bevolking verstrooid wordt.
 
== 4 ==
Regel 19 ⟶ 21:
 
'''Van Migdol tot Syene.''' D.i. van Noord- tot Zuid-Egypte. [[Syene]] lag aan de grens met zuiderbuur [[Koesj]].
 
== 20 ==
Eze 30:20 Ook gebeurde het in het elfde jaar, in de eerste [maand], op den zevenden der maand, [dat] het woord des HEEREN tot mij geschiedde, zeggende: (SV)
'''Het elfde jaar.''' D.i. het 11e jaar na de wegvoering van Ezechiël met koning Jojachin in 597 v.C.: het jaar 586/585 v.Chr.{{Tijdbalk Israël 600-550 v.C.}}
 
== Bron ==
''Leidsche Vertaling (1914)''. Tekst van de samenvatting van Ezechiël 30 is onder wijziging verwerkt op 29 feb. 2024.
 
== Voetnoot ==