Ezra (persoon): verschil tussen versies

33 bytes toegevoegd ,  5 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
(Nieuwe pagina aangemaakt met ''''Ezra''' was een schriftgeleerde uit het geslacht van de hogepriester Aäron (Ezra 7 : 5). Onder zijn leiding keerde in 457 v.C. een tweede groep Joodse ballinge...')
 
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
'''Ezra''' was een schriftgeleerde uit het geslacht van de hogepriester Aäron (Ezra 7 : 5). Onder zijn leiding keerde in 457 v.C. een tweede groep Joodse ballingen terug naar het beloofde land. Naar hem is het bijbelboek [[Ezra (Bijbelboek)|Ezra]] genoemd. 
[[Bestand:Ezra voorouders tot Aäron.jpg|miniatuur|1352x1352px|''Ezra is een nakomeling van de hogepriester Aäron.'']]
'''Voorgeslacht. '''Ezra was een nakomeling van [[Aäron]] (1 Kron. 6: 3v; Ezr. 7:1v), de eerste hogepriester van Israël, en waarschijnlijk een achterkleinzoon van de hogepriester Seraja<ref>Karl August Dächsel; F P L C van Lingen; H van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901). In zijn commentaar op Ezr. 7:1 zegt Dächsel: "Het is dus vrij zeker, dat hij een achterkleinzoon van Seraja is geweest". </ref>, zie figuur. 
 
== Voorgeslacht ==
'''Priester en Schriftgeleerde'''. Hij was beide. <blockquote>''Ezr 7:11 Dit is het afschrift van de brief die koning Arthahsasta had meegegeven aan Ezra, de priester, de schriftgeleerde, een schriftgeleerde [bedreven] in de woorden van de geboden van de HEERE, en van Zijn verordeningen voor Israël. (HSV)''</blockquote>Hij is de eerste schriftgeleerde die in de Bijbel deze naam draagt. Hij was een vaardig schriftgeleerde in de wet van Mozes. <blockquote>''Ezr 7:6 Deze Ezra toog op uit Babel; en hij was een vaardig schriftgeleerde in de wet van Mozes, die de HEERE, de God Israëls, gegeven heeft; ... (SV)''</blockquote>'''Geschiedkundig overzicht'''
'''Voorgeslacht. '''Ezra was een nakomeling van [[Aäron]] (1 Kron. 6: 3v; Ezr. 7:1v), de eerste hogepriester van Israël, en waarschijnlijk een achterkleinzoon van de hogepriester Seraja<ref>Karl August Dächsel; F P L C van Lingen; H van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901). In zijn commentaar op Ezr. 7:1 zegt Dächsel: "Het is dus vrij zeker, dat hij een achterkleinzoon van Seraja is geweest". </ref>, zie figuur. 
 
== Priester en Schriftgeleerde ==
'''Priester en Schriftgeleerde'''. Hij was beide. <blockquote>''Ezr 7:11 Dit is het afschrift van de brief die koning Arthahsasta had meegegeven aan Ezra, de priester, de schriftgeleerde, een schriftgeleerde [bedreven] in de woorden van de geboden van de HEERE, en van Zijn verordeningen voor Israël. (HSV)''</blockquote>Hij is de eerste schriftgeleerde die in de Bijbel deze naam draagt. Hij was een vaardig schriftgeleerde in de wet van Mozes. <blockquote>''Ezr 7:6 Deze Ezra toog op uit Babel; en hij was een vaardig schriftgeleerde in de wet van Mozes, die de HEERE, de God Israëls, gegeven heeft; ... (SV)''</blockquote>'''Geschiedkundig overzicht'''
 
== Geschiedkundig overzicht ==
{{Tijdbalk Israël 500-400 v.C.}}
'''464''' v.C. [[Arthahsasta]] (= Artaxerxes I) koning van Perzië (464-424 v.C.)
 
'''458/457''' In het 7e jaar van koning Arthahsasta (Ezr. 7:7), tweede terugkeer van Joodse ballingen onder leiding van Ezra. Volksvergadering te Jeruzalem. 
 
'''450'''  Optreden van '''[[Maleachi (bijbelboek)|Maleachi]]'''
Regel 15 ⟶ 20:
ca. 450 Brief van de tegenstanders aan Arthahsasta tegen de herbouw van de 'oproerige stad' Jeruzalem (Ezr. 4:8-16). Daarop laat Arthahsasta de herbouw stilleggen (Ezr. 4:17v).  
 
== Reis naar Israël ==
'''Reis naar Israël.''' Hij trok op uit Babel (Ezr. 7:6) en voerde ongeveer 80 jaren na de eerste intocht, in het zevende jaar van Arthahsasta (457 v.C.), een groep van meer dan 1900 mannelijke personen naar Jeruzalem, om daar alles overeenkomstig de wet te regelen, wat sedert Jozua’s en Zerubbabels dood weer in verwarring geraakt was, en daardoor het volk in burgerlijk , godsdienstig en zedelijk opzicht weer op te heffen.
 
De reis door de woestijn ging onder bijzondere goddelijke bescherming gelukkig in vier maanden tijd. De aankomst werd met vrolijke dankoffers gevierd (Ezra 7: 8).
 
== Optreden in Israël ==
'''Optreden in Israël. '''Tot zijn diepe smart vernam Ezra, dat vrij algemeen en voornamelijk onder de aanzienlijkste Israëlieten de gewoonte was ingeslopen, heidense vrouwen van het overblijfsel der Kanaänieten en van de naburige volkeren te nemen. En nog begrijpelijker wordt zijn ijver tegen deze verontreiniging van het heilige zaad, daar - gelijk zich namelijk uit de vergelijking met Mal. 2 : 11 tot 17 laat opmaken - de vreemde vrouwen geen echte vrouwen, maar hoeren waren.
 
Het beroep op het voorbeeld van Abraham werd daardoor teruggewezen dat zich onder de schuldigen zulke bevonden, wier rechtmatige echt niet kinderloos was (gelijk Ezra 10 : 44 kan uitgelegd worden, terwijl volgens de gewone vertaling slechts de moeilijkheid van de verstoting van vrouwen met kinderen daarmee aangeduid werd).