Galatenbrief/Commentaar/Hoofdstuk 6: verschil tussen versies

k
Regel 13:
 
''Heb 4:15 Want wij hebben niet een hogepriester die niet met onze zwakheden kan meelijden, maar Een die in alle dingen verzocht is als wij, met uitzondering van de zonde.'' (Telos)
 
== Gal. 6:6 ==
Ga 6:5 want ieder zal zijn eigen pak dragen. (Telos)
'''Zijn eigen pak dragen.''' Zijn eigen levensopgaaf, zijn eigen werk (vers 4) uitvoeren. Niet het pak van een ander, wel de lasten van een ander (6:2). In beide gevallen moet er dingen gedragen worden.
 
== Gal. 6:7 ==
Ga 6:7 Dwaalt niet, God laat zich niet bespotten. Want wat een mens zaait, dat zal hij ook oogsten. (Telos)
'''God laat zich niet bespotten.''' Jezus, de mens geworden Zoon van God, liet zich bespotten. De spotters deden dat in onwetendheid: zij wisten niet dat zij met de Zoon van God te doen hadden. "Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen", bad hij aan het kruis.
 
'''Wat een mens zaait, dat zal hij ook oogsten.''' Dat is de zedelijke orde die, naast de natuurwetten van de materiële wereld, in de mensenwereld geldt. Een toelichting volgt in de verzen 8v.
 
== Gal. 6:8 ==
Ga 6:8 Want wie voor zijn eigen vlees zaait, zal uit het vlees verderf oogsten; maar wie voor de Geest zaait, zal uit de Geest eeuwig leven oogsten. (Telos)
'''Want wie voor zijn eigen vlees zaait, zal uit het vlees verderf oogsten.''' Dronkenschappen, een werk van het vlees (5:21), kunnen leiden tot beschadiging van de lever, tot roekeloosheid in het verkeer en een verkeersongeval, tot een vechtpartij met gewonden. "Hoererij, onreinheid, losbandigheid" (5:19) kunnen leiden tot een seksuele aandoening, tot de ziekte AIDS, tot eerwraak (na overspel).