k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 3:
Gedalia had een Chaldeeuwse wacht.
De profeet [[Jeremia (boek)|Jeremia]] voegde zich na zijn vrijlating bij Gedalia. Gedalia zei tot de Joden die tot hem kwamen: <blockquote>''Jer 40:9 Gedalia, de zoon van Ahikam, de zoon van Safan, zwoer hun en hun mannen: Wees niet bevreesd voor het dienen van de Chaldeeën. Blijf in het land, dien de koning van Babel, dan zal het u goedgaan. Jer 40:10 En ik, zie, ik blijf in Mizpa om in dienst {letterlijk: voor het aangezicht} van de Chaldeeën te staan die naar ons toe komen. Maar [wat] u [betreft], verzamel wijn, zomervruchten en olie, doe ze in uw vaten, en verblijf in uw steden die u ingenomen hebt.'' (HSV)</blockquote>De landvoogd regeerde blijkbaar goed, maar hij werd in
[[Bestand:Juda tijdens de wegvoering-Access Foundation.jpg|geen|miniatuur|1024x1024px|'' Juda tijdens de wegvoering naar Babel. '']]
|