Genesis/Hoofdstuk 1: verschil tussen versies

96 bytes toegevoegd ,  25 dagen geleden
k
Regel 29:
== 2 ==
[[#1|<sup>1←</sup>]]<onlyinclude><section begin=2 /><sup>2</sup> De aarde nu was woest en ledig, en duisternis was op de afgrond; en de Geest Gods zweefde op de wateren. <section end=2 /></onlyinclude>[[#3|<sup>2→3</sup>]] (CP<ref name=":0" />)
'''Woest.''' Dat is ongevormd. Het begin van een mens is ook 'vormeloos'.
 
''Ps 139:16  Uw ogen hebben mijn ongevormden klomp gezien; en al deze dingen waren in Uw boek geschreven, de dagen als zij geformeerd zouden worden, toen nog geen van die was. (SV)''
Regel 42:
 
== Eerste dag (3-5) ==
God schept het licht, waardeert het, maakt scheiding tussen licht en duisternis en benoemt ze.
 
== 3 ==
[[Genesis/Hoofdstuk 1#2|<sup>2←</sup>]]<onlyinclude><section begin="3" /><sup>3</sup> En God zei: Er zij licht! en er was licht. <section end="3" /></onlyinclude> [[Genesis/Hoofdstuk 1#4|<sup>3→4</sup>]] (CP<ref name=":0" />)
'''<nowiki/>'Er zij licht!'.''' Hebr. 'zij licht'. 'Er zij licht' geeft het Hebreeuws beter weer dan 'Er moet licht komen' (NBV2004)<ref>Vgl. de opmerking van de Hebraïcus Danny Ben-Gigi dat 'Let there by light' een gebrekkige vertaling is van het Hebreeuws, dat letterlijk zegt 'be light'. [https://www.youtube.com/watch?v=9KMsxV_eVTo&t=8m Danny Ben-Gigi: God's Secrets Only Hebrew Can Reveal]. Youtube.com: Prophecy Watchers, 27 nov. 2017. Vanaf 8 min. </ref>.
 
In de duisternis (vers 2) komt het licht. Dit licht kwam niet van de zon. Het licht hier wordt onderscheiden van de 'lichten'. Deze lichten zijn de licht''dragers'' (zon, maan, sterren), die ontstaan op de vierde scheppingsdag. Licht kan bestaan zonder zekere lichtdragers.
Regel 61:
 
== 4 ==
[[Genesis/Hoofdstuk 1#3|<sup>3←</sup>]]<onlyinclude><section begin="4"></section><sup>4</sup> En God zag het licht, dat het goed was; en God maakte scheiding tussen het licht en de duisternis. <section end="4"></section></onlyinclude>(CP<ref name=":0" />)
'''Scheiding tussen het licht en tussen de duisternis.''' Een toepassing op het leven van een gelovige: heiligmaking, zich afzonderen van het kwaad.