Genesis/Hoofdstuk 1: verschil tussen versies

3.602 bytes toegevoegd ,  1 maand geleden
k
 
(47 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1:
{{Commentaar hoofdstuk}}
 
== Gen. 1:1 ==
Ge<onlyinclude><section begin=1: /><sup>1</sup>  In denhet beginnebegin schiep God dende hemelhemelen en de aarde. <section end=1 /></onlyinclude><sup>[[#2|→2]]</sup> (SVCP<ref name=":0" />)
Deze zin telt in het Hebreeuws [[zeven]] woorden.
 
Regel 18:
Het [[Theïstisch evolutionisme|theïstische evolutionisme]] leert dat zowel de schepping van hemel en aarde als het ontstaan van het leven miljoenen jaren heeft geduurd.
 
'''Schiep God.''' 'Scheppen' en 'maken' schijnen synoniem te zijn in het scheppingsverslag. God brengt dingen scheppend tot stand. Hij 'schiep' de hemel en de aarde, de zeedieren en de luchtdieren (vers 21) en de mensen (vers 27). Hij 'maakte' de landdieren (vers 25), de mensen (vers 26), het uitspansel en scheiding tussen de wateren (vers 7), de hemellichamen (vers 16).
'''Schiep God.''' Wat ontstaan is, heeft een oorzaak. De eerste oorzaak is God. 'God' is in het Hebreeuws een meervoudsvorm, [[Elohim|Elohiem]], 'GODEN schiep'. Aanwijzing van de [[Drie-eenheid]] van God in het eerste vers van de Heilige Schrift.
 
''Ge 2:2  Toen God op de zevende dag het werk voltooid had, <u>dat Hij gemaakt had</u>, rustte Hij op de zevende dag van <u>al het werk, dat Hij gemaakt had</u>. Ge 2:3  En God heeft de zevenden dag gezegend, en die geheiligd; omdat Hij daarop gerust heeft van <u>al Zijn werk, dat God geschapen</u> had, om te <u>maken</u>.'' ''Ge 2:4  Dit zijn de geboorten van de hemel en van de aarde, toen zij <u>geschapen</u> werden; ten dage als de HEERE God de aarde en den hemel <u>maakte</u>.'' (CP<ref name=":0" />)
== Gen. 1:2 ==
 
Ge 1:2  De aarde nu was woest en ledig, en duisternis was op den afgrond; en de Geest Gods zweefde op de wateren. (SV)
''Ge 5:1  Dit is het boek van Adams geslacht. Ten dage als God den mens <u>schiep</u>, <u>maakte</u> Hij hem naar de gelijkenis Gods. Ge 5:2  Man en vrouw <u>schiep</u> Hij hen, en zegende ze, en noemde hun naam Mens, ten dage als zij geschapen werden. (SV)''
'''Woest.''' Dat is ongevormd. Het begin van een mens is ook 'vormeloos'.
 
Wat ontstaan is, heeft een oorzaak. De eerste oorzaak is God, die eeuwig is.
 
'''Schiep God.''' Wat ontstaan is, heeft een oorzaak. De eerste oorzaak is God. 'God' is in het Hebreeuws een meervoudsvorm, [[Elohim|Elohiem]], 'GODEN schiep'. Aanwijzing van de [[Drie-eenheid]] van God in het eerste vers van de Heilige Schrift.
 
== Gen. 1:2 ==
Ge [[#1:|<sup>1←</sup>]]<onlyinclude><section begin=2 /><sup>2 </sup> De aarde nu was woest en ledig, en duisternis was op dende afgrond; en de Geest Gods zweefde op de wateren. <section end=2 /></onlyinclude><sup>[[Genesis/Hoofdstuk 1#3|→3]]</sup> (SVCP<ref name=":0" />)
'''Woest.''' Dat is ongevormd. Het begin van een mens is ook 'vormeloos'.
 
''Ps 139:16  Uw ogen hebben mijn ongevormden klomp gezien; en al deze dingen waren in Uw boek geschreven, de dagen als zij geformeerd zouden worden, toen nog geen van die was. (SV)''
Regel 32 ⟶ 40:
'''Zweefde.''' Het woord "zweven" betekent, in het Hebreeuws, ook "broeden". In Deut. 32:11 wordt hetzelfde woord gebruikt van de arend, waar gezegd wordt, dat hij over zijn jongen zweeft. De betekenis van "broeden" is, en terecht, van de stamverwante talen (het Syrisch en het Arabisch) afgeleid, waar het werkwoord gebruikt wordt van de vogel, die op de eieren broedt.<ref>Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901). Enige tekst van het commentaar op Gen. 1 is onder wijziging verwerkt. </ref>
 
De aarde kon het leven niet voortbrengen. Alleen door de levende en levenwekkende Geest van onze God kon dit bewerkt worden. Dat geldt ook voor de ''nieuwe'' schepping van mensen, waarbij de Geest aan hart en geweten werkt. Water (= Gods Woord) en Geest (= De Heilige Geest) zijn de middelen waardoor God een nieuwe mens schept.
 
== Gen.Eerste 1:dag (3-5. Eerste dag.) ==
God schept het licht, waardeert het, maakt scheiding tussen licht en duisternis en benoemt ze.
 
=== Gen. 1:3 ===
[[Genesis/Hoofdstuk 1#2|<sup>2←</sup>]]<onlyinclude><section begin="3" /><sup>3</sup> En God zei: Er zij licht! en er was licht. <section end="3" /></onlyinclude>[[Genesis/Hoofdstuk 1#4|<sup>→4</sup>]] (CP<ref name=":0" />)
'''<nowiki/>'Er zij licht!'.''' Hebr. 'zij licht'. 'Er zij licht' geeft het Hebreeuws beter weer dan 'Er moet licht komen' (NBV2004)<ref>Vgl. de opmerking van de Hebraïcus Danny Ben-Gigi dat 'Let there by light' een gebrekkige vertaling is van het Hebreeuws, dat letterlijk zegt 'be light'. [https://www.youtube.com/watch?v=9KMsxV_eVTo&t=8m Danny Ben-Gigi: God's Secrets Only Hebrew Can Reveal]. Youtube.com: Prophecy Watchers, 27 nov. 2017. Vanaf 8 min. </ref>.
 
=== Gen. 1:3 ===
Ge 1:3   En God zeide: Daar zij licht! en daar werd licht. (SV)
In de duisternis (vers 2) komt het licht. Dit licht kwam niet van de zon. Het licht hier wordt onderscheiden van de 'lichten'. Deze lichten zijn de licht''dragers'' (zon, maan, sterren), die ontstaan op de vierde scheppingsdag. Licht kan bestaan zonder zekere lichtdragers.
 
Regel 49 ⟶ 59:
''Hnd 26:12 En toen ik daarvoor naar Damaskus reisde met volmacht en opdracht van de overpriesters,  Hnd 26:13  zag ik, O koning, midden op de dag onderweg een licht uit de hemel, sterker dan de glans van de zon, mij en die met mij reisden omstralen. (Telos)''
 
Nadat Woord en Geest in het hart van een zondaar hebben gewerkt, komt het licht in zijn leven. De Heer Jezus Christus is het 'licht van de wereld'. De duisternis van deze wereld zal eens wijken voor Hem, die het licht is.
 
=== Gen. 1:4 ===
Ge[[Genesis/Hoofdstuk 1:#3|<sup>3←</sup>]]<onlyinclude><section begin="4"></section><sup>4 </sup> En God zag het licht, dat het goed was; en God maakte scheiding tussen het licht en tussen de duisternis. <section end="4"></section></onlyinclude>(SVCP<ref name=":0" />)
'''Scheiding tussen het licht en tussen de duisternis.''' Een toepassing op het leven van een gelovige: heiligmaking, zich afzonderen van het kwaad.
 
Regel 59 ⟶ 69:
Er is, zedelijk-geestelijk gezien, een eeuwige scheiding tussen het rijk van het licht, waar God is, en dat van de duisternis ([[hel]]).
 
=== Gen. 1:5 ===
Ge<onlyinclude><section 1:begin="5"></section><sup>5</sup>  En God noemde het licht dag, en de duisternis noemde Hij nacht. Toen was het avond geweest, en het was morgen geweest, de eerste dag. <section end="5"></section></onlyinclude>(SV)
De dag is de toestand waarin het licht heerst, de nacht is de toestand waarin de duisternis heerst.
 
'''En het was morgen geweest, de eerste dag.''' De Hebreeuwse dag begin met de avond, na zonsondergang, 18.00-19.00 uur, en eindigt met de middag, dus eerst de duisternis, dan het licht. Bij ons begint nieuwe dag om 12.00 's nachts.
 
'''De eerste dag'''. In het Hebreeuws 'yom echad' = 'dag één' of 'één dag'. Dus geen rangtelwoord ('eerste'), maar een hoofdtelwoord ('één'). De volgende scheppingsdagen worden met rangtelwoorden ('tweede', 'derde' enz.) aangeduid.
 
== Tweede dag (6-8) ==
 
== 6 ==
Ge 1:6   En God zeide: Daar zij een [[Gewelf|uitspansel]] in het midden der wateren; en dat make scheiding tussen wateren en wateren! Ge 1:7 En God maakte dat uitspansel, en maakte scheiding tussen de wateren, die onder het uitspansel zijn, en tussen de wateren, die boven het uitspansel zijn. En het was alzo. Ge 1:8 En God noemde het uitspansel hemel. Toen was het avond geweest, en het was morgen geweest, de tweede dag. (SV)
[[Bestand:Wijnen, Dominicus van - Allegory of the Creation of the Cosmos - 17th c.jpg|thumb|God bevestigt de hemellichamen aan het firmament. (Dominicus van Wijnen)]]
 
== Gen. 1:6-8. Tweede dag ==
Ge 1:6   En God zeide: Daar zij een uitspansel in het midden der wateren; en dat make scheiding tussen wateren en wateren! Ge 1:7 En God maakte dat uitspansel, en maakte scheiding tussen de wateren, die onder het uitspansel zijn, en tussen de wateren, die boven het uitspansel zijn. En het was alzo. Ge 1:8 En God noemde het uitspansel hemel. Toen was het avond geweest, en het was morgen geweest, de tweede dag. (SV)
[[Bestand:Astronomy; a section through the earth, showing the atmosphere Wellcome V0024723.jpg|miniatuur|377x377px]]
Op de eerste dag scheidt God licht en duisternis, op de tweede dag scheidt hij de watermassa.
 
'''Uitspansel.''' God maakt iets dat als een doek is uitgespannen over de aarde. De bestemming van het uitspansel is om scheiding aan te brengen. WijHet denkenuitspansel aandie dezo atmosfeer,hard mogelijkis inals een anderegegoten vormspiegel danbeschermt deons tegenwoordigevoor het water boven het firmament<ref>job 37:18</ref>.
 
'''Scheiding.''' Het water blijft niet bij elkaar, er komt een scheiding in. De tweede scheiding, na die tussen het licht en de duisternis (vers 4).
Regel 79 ⟶ 92:
 
'''Wateren onder en boven het uitspansel.''' Bij het water onder het uitspansel denken wij aan het water op het aardoppervlak, op de tweede dag de oerzee. Bij het water boven het uitspansel denken wij (tegenwoordig) aan het water dat zich boven ons bevindt in de vorm van wolken, waaruit het met bakken kan neervallen.
 
Het verschijnsel van regen komt later.
 
''Ge 2:5  En allen struik des velds, eer hij in de aarde was, en al het kruid des velds, eer het uitsproot; want <u>de HEERE God had niet doen regenen op de aarde</u>, en er was geen mens geweest, om den aardbodem te bouwen. (SV)''
 
'''God noemde.''' Ook in vers 5.
Regel 86 ⟶ 103:
'''Geestelijke toepassing.''' Er is een mensenmassa boven in de hemel en een op de aarde.
 
== Gen.Derde 1:dag (9-13. Derde dag) ==
Op deze dag verzamelt God de wateren ('zeeën'), brengt God het droge ('aarde') te voorschijn en doet hieruit planten en bomen opkomen.
 
=== Gen. 1:9 ===
Ge 1:9 En God zeide: Dat de wateren van onder den hemel in een plaats vergaderd worden, en dat het droge gezien worde! En het was alzo. (SV)
 
Regel 96 ⟶ 113:
'''De wateren van onder den hemel'''. Te onderscheiden van de wateren boven het uitspansel, 1:7.
 
=== Gen. 1:10 ===
Ge 1:10 En God noemde het droge aarde, en de vergadering der wateren noemde Hij zeeën; en God zag, dat het goed was. (SV)
 
Regel 103 ⟶ 120:
'''God zag dat het goed was.''' Ook in verzen 4, 8.
 
=== Gen. 1:11 ===
Ge 1:11 En God zeide: Dat de aarde uitschiete grasscheutjes, kruid zaadzaaiende, vruchtbaar geboomte, dragende vrucht naar zijn aard, welks zaad daarin zij op de aarde! En het was alzo. (SV)
 
Grasscheutjes, kruid, geboomte: opklimmend in grootte en opbrengst. Zo zouden ook wij, lettend op het nut van de planten, eenvoudig het plantenrijk indelen. De gras dient tot voedsel voor ons vee. Zaadzaaiend kruid levert ons onder meer graankorrels voor het dagelijks brood. En vruchtbaar geboomte levert voedsel in de vorm van vruchten. En het zaad kunnen we weer gebruiken voor nieuwe bomen en nieuwe akkers.
 
'''Vruchtbaar geboomte, dragende vrucht naar zijn aard.''' God deed het geboomte uit de aarde spruiten.
 
''Ge 2:9  En de HEERE God had alle geboomte uit het aardrijk doen spruiten, begeerlijk voor het gezicht, en goed tot spijze; en den boom des levens in het midden van den hof, en de boom der kennis des goeds en des kwaads. (SV)''
 
''Lu 6:43  Want er is geen goede boom die bedorven vrucht voortbrengt, en evenmin een bedorven boom die goede vrucht voortbrengt; Lu 6:44  want elke boom wordt aan zijn eigen vrucht gekend; want men plukt geen vijgen van dorens en men oogst geen druiven van een braamstruik. (Telos)''
Regel 114 ⟶ 133:
'''Naar zijn aard.''' Verschillende soorten bomen brachten verschillende soorten vruchten voort.
 
=== Gen. 1:12 ===
Ge 1:12 En de aarde bracht voort grasscheutjes, kruid zaadzaaiende naar zijn aard, en vruchtdragend geboomte, welks zaad daarin was, naar zijn aard. En God zag, dat het goed was. (SV)
 
Regel 127 ⟶ 146:
'''God zag, dat het goed was.''' Ook in verzen 4, 8, 10.
 
=== Gen. 1:13 ===
Ge 1:13 Toen was het avond geweest, en het was morgen geweest, de derde dag. (SV)
 
Zo eindigen ook de beschrijving van Gods werk op de eerste en die van Zijn werk op de tweede dag.
 
=== Varia ===
== Gen. 1:14-19 . Vierde dag ==
De derde dag is daardoor uniek, dat tweemaal wordt gemeld "en God zag dat het goed was". En op het derde dag ontstaat voor het eerst leven op aarde. Om deze redenen trouwen Joden vaak op een dinsdag, dat is de derde dag van de week (zondag - maandag - dinsdag). De Heer Jezus verrees uit het hart van de aarde (het graf) op de ''derde'' dag na zijn lijden (vrijdag - sabbat - eerste dag van de week).
 
=== Gen.Vierde 1:dag (14-19) ===
 
== 14 ==
Ge 1:14  En God zeide: Dat er lichten zijn in het uitspansel des hemels, om scheiding te maken tussen den dag en tussen den nacht; en dat zij zijn tot tekenen en tot gezette tijden, en tot dagen en jaren! (SV)
'''Dat er lichten zijn in het uitspansel des hemels.''' Die lichten zijn de lichtgevende hemellichamen als zon, maan en sterren, zie vers 16.
Regel 152 ⟶ 174:
'''En tot dagen en jaren.''' De vierde functie of taak. Waardoor wij jaren en dagen kunnen tellen. Deze functie hangt uiteraard samen met de derde.
 
=== Gen. 1:15 ===
Ge 1:15 En dat zij zijn tot lichten in het uitspansel des hemels, om licht te geven op de aarde! En het was alzo. (SV)
'''Tot lichten in het uitspansel des hemels, om licht te geven op de aarde.''' Zie ook vers 17. De vijfde functie of taak. Deze functie hangt uiteraard samen met de eerste. ''Licht geven'' wordt echter onderscheiden van ''scheiding maken''.
Regel 174 ⟶ 196:
''Lu 4:19  om aan gevangenen loslating te prediken en aan blinden het gezicht, om verbrokenen heen te zenden in vrijlating, om te prediken het aangename jaar van de Heer’.'' (Telos)
 
=== Gen. 1:16 ===
Ge 1:16  God dan maakte die twee grote lichten; dat grote licht tot heerschappij des daags, en dat kleine licht tot heerschappij des nachts; ook de sterren. (SV)
'''God dan maakte.''' Ze waren er nog niet op de eerste scheppingsdag, toen God het licht tot aanzijn riep. In vers 17 worden ze gesteld.
Regel 192 ⟶ 214:
''Flp 2:15  opdat u onberispelijk en rein bent, onbesproken kinderen van God temidden van een krom en verdraaid geslacht, waaronder u schijnt als lichten in de wereld, (Telos)''
 
=== Gen. 1:17 ===
Ge 1:17  En God stelde ze in het uitspansel des hemels, om licht te geven op de aarde. (SV)
'''Stelde ze.''' Gaf een plaats in het hemelgewelf.
Regel 198 ⟶ 220:
'''Om licht te geven op de aarde.''' Een van hun taken, zie vers 15.
 
=== Gen. 1:18 ===
Ge 1:18  En om te heersen op den dag, en in den nacht, en om scheiding te maken tussen het licht en tussen de duisternis. En God zag, dat het goed was. (SV)
'''En om te heersen.''' Zie vers 16.
Regel 206 ⟶ 228:
'''En God zag, dat het goed was.''' Zo ook in de verzen 4, 8, 10, 12.
 
=== Gen. 1:19 ===
Ge 1:19  Toen was het avond geweest, en het was morgen geweest, de vierde dag. (SV)
'''De vierde dag.''' Met een rangtelwoord worden de tweede en latere scheppingsdagen aangeduid.
Regel 364 ⟶ 386:
=== Gen. 1:24 ===
Ge 1:24 En God zei: De aarde brenge levende zielen voort, naar hun aard, vee, en kruipend, en wild gedierte van de aarde, naar zijn aard! En het was zo. (CP<ref name=":0" />)
'''De aarde brenge ... voort.''' In vers 11 -12 brengt de aarde ook voort, en wel plantaardig leven. De aarde brengt onafhankelijk van God voort, integendeel, God maakt uit de aarde het gedierte. Het gedierte is bewerkte stof der aarde.
 
''Ge 2:19  Want als de HEERE God uit de aarde al het gedierte des velds, en al het gevogelte des hemels gemaakt had, zo bracht Hij die tot Adam, om te zien, hoe hij ze noemen zou; en zo als Adam alle levende ziel noemen zoude, dat zou haar naam zijn.'' (SV)
 
'''Levende zielen.''' Zie ook vers 20. Zee- en landdieren en mensen zijn 'zielen'.