Genesis/Hoofdstuk 1: verschil tussen versies

2.454 bytes toegevoegd ,  4 jaar geleden
k
Regel 71:
 
'''Wateren onder en boven het uitspansel.''' Bij het water onder het uitspansel denken wij aan het water op het aardoppervlak, op de tweede dag de oerzee. Bij het water boven het uitspansel denken wij (tegenwoordig) aan het water dat zich boven ons bevindt in de vorm van wolken, waaruit het met bakken kan neervallen.
 
'''God noemde.''' Ook in vers 5.
 
'''Tweede dag.''' De eerste dag was aangeduid met een hoofdtelwoord, 'dag één'. De volgende dagen met een rangtelwoord, 'eerste dag', 'tweede dag' enz.
 
'''Geestelijke toepassing.''' Er is een mensenmassa boven in de hemel en een op de aarde.
 
== Gen. 1:9-13. Derde dag ==
Op deze dag verzamelt God de wateren ('zeeën'), brengt God het droge ('aarde') te voorschijn en doet hieruit planten en bomen opkomen.
 
=== Gen. 1:9 ===
Ge 1:9 En God zeide: Dat de wateren van onder den hemel in een plaats vergaderd worden, en dat het droge gezien worde! En het was alzo. (SV)
 
Wederom maakt God een scheiding, nu tussen de wateren, de 'zeeën' (vers 10) en het droge, het land, de 'aarde' (vers 10).
 
'''De wateren van onder den hemel'''. Te onderscheiden van de wateren boven het uitspansel, 1:7.
 
=== Gen. 1:10 ===
Ge 1:10 En God noemde het droge aarde, en de vergadering der wateren noemde Hij zeeën; en God zag, dat het goed was. (SV)
 
'''God noemde.''' Ook in verzen 5 en 8.
'''God zag dat het goed was.''' Ook in verzen 4, 8.
 
=== Gen. 1:11 ===
Ge 1:11 En God zeide: Dat de aarde uitschiete grasscheutjes, kruid zaadzaaiende, vruchtbaar geboomte, dragende vrucht naar zijn aard, welks zaad daarin zij op de aarde! En het was alzo. (SV)
 
Grasscheutjes, kruid, geboomte: opklimmend in grootte en opbrengst. Zo zouden ook wij, lettend op het nut van de planten, eenvoudig het plantenrijk indelen. De gras dient tot voedsel voor ons vee. Zaadzaaiend kruid levert ons onder meer graankorrels voor het dagelijks brood. En vruchtbaar geboomte levert voedsel in de vorm van vruchten. En het zaad kunnen we weer gebruiken voor nieuwe bomen en nieuwe akkers.
 
'''Naar zijn aard.''' Verschillende soorten bomen brachten verschillende soorten vruchten voort.
 
=== Gen. 1:12 ===
Ge 1:12 En de aarde bracht voort grasscheutjes, kruid zaadzaaiende naar zijn aard, en vruchtdragend geboomte, welks zaad daarin was, naar zijn aard. En God zag, dat het goed was. (SV)
 
'''En de aarde bracht voort ...'''. Naar het bevel, het wilswoord van God (vers 11). De stoffen, die in de planten voorkomen, waren reeds aanwezig in de aarde. Ze werden door Gods besturing samengebracht en georganiseerd tot verschillende soorten planten en bomen.
 
'''Naar zijn aard'''. De uitdrukking komt ook voor in 11.
 
'''Kruid zaadzaaiende naar zijn aard'''. ''Naar zijn aard'' wordt hier toegevoegd, werd niet gezegd in vers 11.
 
'''God zag, dat het goed was.''' Ook in verzen 4, 8, 10.
 
=== Gen. 1:13 ===
Ge 1:13 Toen was het avond geweest, en het was morgen geweest, de derde dag. (SV)
 
Zo eindigen ook de beschrijving van Gods werk op de eerste en die van Zijn werk op de tweede dag.
 
== Voetnoot ==