Genesis/Hoofdstuk 22: verschil tussen versies

5.225 bytes toegevoegd ,  3 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(2 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1:
{{Commentaar hoofdstuk}}
 
== Samenvatting ==
God beveelt Abraham zijn zoon, "uw enige, die u liefhebt", te offeren tot een brandoffer, op een van de bergen van het land Moria. Na drie dagen bereikt Abraham de plaats. Izak vraagt waar het lam ten brandoffer is, en Abraham antwoordt dat God zichzelf een lam ten brandoffer zal voorzien. Wanneer Abraham een altaar heeft gebouwd, zijn zoon Izak heeft gebonden en op het altaar heeft gelegd en zijn hand uitstrekt om een mes te nemen om zijn zoon te slachten, roept de engel van Jahweh hem van de hemel toe en zegt hem zijn zoon niets te doen. Nu weet God dat Abraham Hem vreest en zijn enige zoon Hem niet heeft onthouden (12). God voorziet in een plaatsvervangende brandoffer, een ram die vastgehouden wordt in het struikgewas. De Engel belooft Abraham overvloedig te zegenen en door zijn zaad alle volken der aarde te zegenen(13-18). Abraham keert terug naar Berseba. Daar verneemt hij dat zijn broer Nahor twaalf kinderen heeft gekregen (20-24).
 
== Gen. 22:1 ==
Regel 27 ⟶ 30:
== Gen. 22:4 ==
Ge 22:4  Op de derde dag, toen hief Abraham zijn ogen op, en zag die plaats van verre. (CP<ref name=":0" />)
'''Op de derde dag.''' Abraham woonde in [[Berseba|Berséba]] (21:33, 22:19), ruim 75 km van Jeruzalem vandaan<ref>Dr. ir. J. de Graaf e.a. (red.), ''Tekst voor Tekst; de Heilige Schrift kort verklaard en toegelicht'' (Boekencentrum, 1987), commentaar bij Gen. 22. </ref>. Volgens een schatting is dat 20 uren lopen<ref>''Handbuch der Bibelerklärung'' (2007), onderdeel van de Online Bible, uitgave van Importantia. </ref>.
'''Op de derde dag.''' Jezus kwam op de derde dag aan het einde van zijn leven op aarde.
 
'''Op de derde dag.''' Jezus kwam op de derde dag aan het einde van zijn leven op aarde.
 
''Lu 13:32  En Hij zei tot hen: Gaat heen en zegt tot die vos: Zie, Ik drijf demonen uit en volbreng genezingen, vandaag en morgen, en <u>op de derde dag kom Ik aan het einde</u>.'' (Telos)
Regel 95 ⟶ 100:
== Gen. 22:13 ==
[[Bestand:WilgStruik.JPG|miniatuur|347x347px|Voorbeeld van een struik: wilgenstruik, in het voorjaar.]]
Ge 22:13  Toen hief Abraham zijn ogen op, en zag om, en ziet, achter [hem] werd een ram vastgehouden in een struikstruikgewas, bij zijn hoornen; en Abraham ging, en nam die ram, en offerde hem ten brandoffer in de plaats van zijn zoon. (CP<ref name=":0" />)
[[Bestand:Ram hoornen - Markbyzweski.jpg|miniatuur|349x349px|Moeflon, een wild schaap]]
'''Ram.''' Een [[ram]] is een mannelijk schaap.
'''Werd een ram vastgehouden in een struik, bij zijn hoornen.''' Een [[ram]] is een mannelijk schaap. Het Hebreeuwse werkwoord is ''achaz''. Dat betekent, in de werkwoordsstam Niphal: ''gegrepen worden, vastgehouden, afgehandeld''<ref>''Hebreeuws-Nederlands Lexicon; op basis van Strong-coderingen.'' Onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. Het is gebaseerd op het Engelstalige ''Online Bible Hebrew-Englisch Lexicon'' van Larry Pierce. </ref>.
 
'''Werd een ram vastgehouden in een struik, bij zijn hoornenVastgehouden.''' Een [[ram]] is een mannelijk schaap. Het Hebreeuwse werkwoord is ''achaz''. Dat betekent, in de werkwoordsstam Niphal: ''gegrepen worden, vastgehouden, afgehandeld''<ref>''Hebreeuws-Nederlands Lexicon; op basis van Strong-coderingen.'' Onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. Het is gebaseerd op het Engelstalige ''Online Bible Hebrew-Englisch Lexicon'' van Larry Pierce. </ref>.
Een groep soldaten en tempeldienaars kwamen in Gethsémané om Jezus te grijpen.
 
'''Struikgewas.''' Het Hebreeuwse woord is סבך, ''sebak ='' struikgewas, van het werkwoord סבך, ''sabak'' = in elkaar vlechten. Het woord sebak heeft het denkbeeld van dicht gewas, dichte takken. De Statenvertaling vertaalt het woord, dat 4x in het Oude Testament voorkomt, door 'verwarde struiken' (3x) en 'dichtigheid' (1x). De NBG51-vertaling heeft 'dicht gewas' ( (1x), 'dichte takken' (1x), 'kreupelhout' (1x, samengenomen met een ander woord), 'struikgewas' (1x).
''Mt 26:50  Jezus echter zei tot hem: Vriend, waarvoor ben je hier? Toen gingen zij naar Hem toe, sloegen de handen aan Jezus en grepen Hem.'' (Telos)
 
Een grote groep soldaten en tempeldienaars kwamen in Gethsémané om Jezus te grijpen.
 
''Mt 26:47 En terwijl Hij nog sprak, zie Judas, een van de twaalf, kwam en met hem <u>een grote menigte met zwaarden en stokken</u>, van de overpriesters en oudsten van het volk vandaan. Mt 26:48  Nu had hij die Hem overleverde, hun een teken gegeven en gezegd: Die ik zal kussen, Die is het; <u>grijpt Hem</u>! (...) Mt 26:50  ... Toen gingen zij naar Hem toe, sloegen de handen aan Jezus en grepen Hem. (...) Mt 26:55  Op dat ogenblik zei Jezus tot de menigten: Bent u erop uitgegaan als tegen een rover, met <u>zwaarden en stokken</u>, om Mij gevangen te nemen? Dagelijks zat Ik in de tempel te leren, en u hebt Mij niet <u>gegrepen</u>.'' (Telos)
 
''Joh 18:12  De legerafdeling dan en de overste en de dienaars van de Joden grepen Jezus en bonden Hem.'' (Telos)
 
'''Bij zijn hoornen.''' De [[hoorn]] is in de Schrift een zinnebeeld van sterkte, macht, overwinning. Die macht had de Heer Jezus. Zij werd een ogenblik getoond toen hij geconfronteerd werd met de menigte die hem kwam grijpen:
 
''Joh 18:4  Jezus dan, die alles wist wat over Hem zou komen, ging uit en zei tot hen: Wie zoekt u? Joh 18:5  Zij antwoordden Hem: Jezus de Nazoreeer. Jezus zei tot hen: Ik ben het. En Judas, die Hem overleverde, stond ook bij hen. Joh 18:6  <u>Toen Hij dan tot hen zei: Ik ben het, deinsden zij terug en vielen op de grond.</u>'' (Telos)
 
'''In de plaats van zijn zoon.''' Plaatsvervanging zagen wij ook bij de verlossing van Israël uit Egypte: een geslacht lam nam de plaats in van de eerstgeborenen van Israël. Achter het bloed van het lam waren zij veilig.
Regel 109 ⟶ 122:
== Gen. 22:14 ==
Ge 22:14  En Abraham noemde den naam van die plaats: De HEERE zal het voorzien! Waarom heden ten dage gezegd wordt: Op den berg des HEEREN zal het voorzien worden! (SV)
'''De HEERE zal het voorzien.''' Hebreeuws: ''Jahweh-jireh''. Deze naam betekent ‘Jahweh heeft gezien’ (Septuagint) of ‘Jahweh heeft voorzien’; of ‘Jahweh zal zien’ of ‘Jahweh zal voorzien’ of ‘Jahweh zal (er naar) omzien’ of ‘Jahweh zal gezien worden’. Sommigen vertalen: 'Op de berg zal de HEER gezien worden'.
God voorzag ons op Golgotha, een uitloper van de berg [[Moria]], van een plaatsvervangend offer.
 
De woorden Jahweh-jireh maken, naar dat de Hebreeuwse punten gesteld worden, de zin bedrijvend of lijdend. In de bedrijvende zin betekent Jahweh-jireh: ''Jahweh zal zien'', of ''voorzien,'' dat is zorgdragen voor hen die zichzelf en hun belangen aan Hem bevelen. In de lijdende zin betekent Jahweh-jireh: ''Jahweh zal gezien worden'', dat is Hij zal verschijnen en zich vertonen ten behoeve van de zijnen<ref name=":1">Patrik, Polus en Wels, ''de Verklaring van de Geheele Heilige Schrift, door eenigen van de voornaamste Engelsche Godgeleerden'' (18e eeuw). </ref>.
 
In de naam Moria zit waarschijnlijk al een verband met zien, zie [[Moria]]. Het antwoord dat Abraham zijn zoon gaf bevat waarschijnlijk een toespeling op de naam van de berg Moria.
 
''Ge 22:8 En Abraham zei: God zal Zichzelf een lam ten brandoffer voorzien, mijn zoon!'' (CP<ref name=":0" />)
 
Het verband maakt duidelijk dat aan Gods voorzienigheid gedacht moet worden. God voorzag in een ram in de plaats van Izaak.
 
Abraham noemt de naam aldus uit dankbaarheid en/of tot herinnering voor zijn nakomelingen.
 
'''Waarom heden ten dage gezegd wordt: Op den berg des HEEREN zal het voorzien worden!''' De naam werd tot een spreekwoord, dat gebruikt werd door “degenen, die in de uiterste nood zijnd, en geen menselijke uitkomst ziend, zich op de trouwe voorzienigheid Gods verlieten”<ref>Kanttekeningen bij de Statenvertaling. Spelling gemoderniseerd.</ref>.
 
'''Op den berg des HEEREN zal het voorzien worden!''' ''Jahweh jerach'', dus ''jerach'' in plaats van ''jireh'', dat is het lijdende werkwoord in plaats van het werkende (bedrijvende). Dit wijst aan “dat de Heer niet alleen zou zien of voorzien, maar zich ook zo vertonen door zijn voorzien, dat een ieder bespeurde hoe Hij zorg draagt voor allen die Hem vrezen.”<ref name=":1" />
 
In de toekomst zou God voorzien door de gave van Zijn Zoon; Hij zou Zijn zoon zenden als zoenoffer voor onze zonden. God voorzag ons op Golgotha, een uitloper van de berg [[Moria]], van een plaatsvervangend offer. God ziet èn voorziet voor de zijnen.
 
Jezus, "U stierf eens des zondaars dood; o, wat is uw liefde groot."<ref>Uit: ''Geestelijke liederen'', lied 31, 2e couplet.</ref>