Genesis/Hoofdstuk 22: verschil tussen versies

1.532 bytes toegevoegd ,  3 jaar geleden
k
Regel 95:
== Gen. 22:13 ==
[[Bestand:WilgStruik.JPG|miniatuur|347x347px|Voorbeeld van een struik: wilgenstruik, in het voorjaar.]]
Ge 22:13  Toen hief Abraham zijn ogen op, en zag om, en ziet, achter [hem] werd een ram vastgehouden in een struikstruikgewas, bij zijn hoornen; en Abraham ging, en nam die ram, en offerde hem ten brandoffer in de plaats van zijn zoon. (CP<ref name=":0" />)
[[Bestand:Ram hoornen - Markbyzweski.jpg|miniatuur|349x349px|Moeflon, een wild schaap]]
'''Ram.''' Een [[ram]] is een mannelijk schaap.
'''Werd een ram vastgehouden in een struik, bij zijn hoornen.''' Een [[ram]] is een mannelijk schaap. Het Hebreeuwse werkwoord is ''achaz''. Dat betekent, in de werkwoordsstam Niphal: ''gegrepen worden, vastgehouden, afgehandeld''<ref>''Hebreeuws-Nederlands Lexicon; op basis van Strong-coderingen.'' Onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. Het is gebaseerd op het Engelstalige ''Online Bible Hebrew-Englisch Lexicon'' van Larry Pierce. </ref>.
 
'''Werd een ram vastgehouden in een struik, bij zijn hoornenVastgehouden.''' Een [[ram]] is een mannelijk schaap. Het Hebreeuwse werkwoord is ''achaz''. Dat betekent, in de werkwoordsstam Niphal: ''gegrepen worden, vastgehouden, afgehandeld''<ref>''Hebreeuws-Nederlands Lexicon; op basis van Strong-coderingen.'' Onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. Het is gebaseerd op het Engelstalige ''Online Bible Hebrew-Englisch Lexicon'' van Larry Pierce. </ref>.
Een groep soldaten en tempeldienaars kwamen in Gethsémané om Jezus te grijpen.
 
'''Struikgewas.''' Het Hebreeuwse woord is סבך, ''sebak ='' struikgewas, van het werkwoord סבך, ''sabak'' = in elkaar vlechten. Het woord sebak heeft het denkbeeld van dicht gewas, dichte takken. De Statenvertaling vertaalt het woord, dat 4x in het Oude Testament voorkomt, door 'verwarde struiken' (3x) en 'dichtigheid' (1x). De NBG51-vertaling heeft 'dicht gewas' ( (1x), 'dichte takken' (1x), 'kreupelhout' (1x, samengenomen met een ander woord), 'struikgewas' (1x).
''Mt 26:50  Jezus echter zei tot hem: Vriend, waarvoor ben je hier? Toen gingen zij naar Hem toe, sloegen de handen aan Jezus en grepen Hem.'' (Telos)
 
Een grote groep soldaten en tempeldienaars kwamen in Gethsémané om Jezus te grijpen.
 
''Mt 26:47 En terwijl Hij nog sprak, zie Judas, een van de twaalf, kwam en met hem <u>een grote menigte met zwaarden en stokken</u>, van de overpriesters en oudsten van het volk vandaan. Mt 26:48  Nu had hij die Hem overleverde, hun een teken gegeven en gezegd: Die ik zal kussen, Die is het; <u>grijpt Hem</u>! (...) Mt 26:50  ... Toen gingen zij naar Hem toe, sloegen de handen aan Jezus en grepen Hem. (...) Mt 26:55  Op dat ogenblik zei Jezus tot de menigten: Bent u erop uitgegaan als tegen een rover, met <u>zwaarden en stokken</u>, om Mij gevangen te nemen? Dagelijks zat Ik in de tempel te leren, en u hebt Mij niet <u>gegrepen</u>.'' (Telos)
 
''Joh 18:12  De legerafdeling dan en de overste en de dienaars van de Joden grepen Jezus en bonden Hem.'' (Telos)
 
'''Bij zijn hoornen.''' De [[hoorn]] is in de Schrift een zinnebeeld van sterkte, macht, overwinning. Die macht had de Heer Jezus. Zij werd een ogenblik getoond toen hij geconfronteerd werd met de menigte die hem kwam grijpen:
 
''Joh 18:4  Jezus dan, die alles wist wat over Hem zou komen, ging uit en zei tot hen: Wie zoekt u? Joh 18:5  Zij antwoordden Hem: Jezus de Nazoreeer. Jezus zei tot hen: Ik ben het. En Judas, die Hem overleverde, stond ook bij hen. Joh 18:6  <u>Toen Hij dan tot hen zei: Ik ben het, deinsden zij terug en vielen op de grond.</u>'' (Telos)
 
'''In de plaats van zijn zoon.''' Plaatsvervanging zagen wij ook bij de verlossing van Israël uit Egypte: een geslacht lam nam de plaats in van de eerstgeborenen van Israël. Achter het bloed van het lam waren zij veilig.