Genesis/Hoofdstuk 37: verschil tussen versies

2.073 bytes toegevoegd ,  8 maanden geleden
k
 
Regel 84:
 
''Mt 27:28  En na Hem ontkleed te hebben deden zij Hem een scharlaken mantel om; (Telos)''
 
== Gen. 37:25 ==
Ge 37:25  Daarna zaten zij neder om brood te eten, en hieven hun ogen op, en zagen, en ziet, een reisgezelschap van Ismaëlieten kwam uit Gilead; en hun kemelen droegen specerijen en balsem, en mirre, reizende, om dat af te brengen naar Egypte. (SV)
'''Ismaëlieten.''' Zie vs. 27, 28.
 
== Gen. 37:27 ==
Ge 37:27  Komt, en laat ons hem aan deze Ismaëlieten verkopen, en onze hand zij niet aan hem; want hij is onze broeder, ons vlees, en zijn broederen hoorden [hem]. (SV)
'''Deze Ismaëlieten.''' Zie vs. 25, 28.
 
== Gen. 37:28 ==
Ge 37:28  Als nu de Midianitische kooplieden voorbijtogen, zo trokken en hieven zij Jozef op uit den kuil, en verkochten Jozef aan deze Ismaëlieten voor twintig zilverlingen; die brachten Jozef naar Egypte. (CP<ref name=":0" />)
'''Midianitische kooplieden ... Ismaëlieten.''' Jozef wordt aan "deze Ismaëlieten" verkocht en "de Midianieten verkochten hem" (36) in Egypte aan Potifar. Midianieten worden meermalen met de bredere verzamelnaam ‘Ismaëlieten’ aangeduid.
'''Midianitische kooplieden ... Ismaëlieten.''' Midianieten worden meermalen met de bredere verzamelnaam ‘Ismaëlieten’ aangeduid. In Richt. 8:24 wordt van de Midianieten gezegd, dat zij gouden oorringen hadden ‘omdat het Ismaëlieten waren’.<ref>Dr. ir. J. de Graaf e.a. (red.), ''Tekst voor Tekst; de Heilige Schrift kort verklaard en toegelicht'' (Boekencentrum, 1987), commentaar bij Gen. 37. </ref>
 
De lsmaëlieten en Midianieten waren afkomstig van Abraham; de eersten uit Hagar, de laatsten uit Ketura (Gen. 25:2.) Ze woonden in Arabië. Nu waren de handelskaravanen vaak samengesteld uit kooplieden van verschillende natiës. Ook met deze karavaan kan dit 't geval geweest zijn. Het kan zijn dat allen, die bij de karavaan behoorden, als lsmaëlieten werden gezien en genoemd, of dat deze Ismaëlieten alleen de aanvoerders waren. Deze zwervende kooplieden werden óf in 't algemeen lsmaëlieten genoemde, óf in 't bijzonder bij de naam van eigen stam.
 
'''Midianitische kooplieden ... Ismaëlieten.''' Midianieten worden meermalen met de bredere verzamelnaam ‘Ismaëlieten’ aangeduid. In Richt. 8:24 wordt van de Midianieten gezegd, dat zij gouden oorringen hadden ‘omdat het Ismaëlieten waren’.<ref>Dr. ir. J. de Graaf e.a. (red.), ''Tekst voor Tekst; de Heilige Schrift kort verklaard en toegelicht'' (Boekencentrum, 1987), commentaar bij Gen. 37. </ref> In Richt. 8:1,3, enz. is sprake van Midianieten, die in vs. 24 opeens Ismaëlieten worden genoemd, bij de algemene naam derhalve van de Nomadische volken van Noord-Arabië.
 
'''Zo trokken zij en hieven zij.''' De broers, die tot het besluit waren gekomen om Jozef te verkopen. Geheel in overeenstemming ermee is Jozefs woord, later tot zijn broeders gesproken:<blockquote>''Ge 45:5  Maar nu, wees niet bedroefd en laat jullie ogen niet [in toorn] ontvlammen omdat jullie mij hiernaartoe hebben verkocht, want God heeft mij vóór jullie uit gezonden tot behoud van [jullie] leven.'' (HSV)</blockquote>
 
== Gen 37:30 ==
Regel 108 ⟶ 122:
Ge 37:36  En de Midianieten verkochten hem in Egypte, aan Potifar, een hoveling van Farao, overste der trawanten. (SV)
'''En de Midianieten verkochten hem.''' De Ismaëlieten hadden hem van zijn broers gekocht (vers 28).
 
== Bron ==
J.N. Voorhoeve, ''Onvereffenbare tegenstrijdigheden des Bijbels?'' ('s-Gravenhage: J.N. Voorhoeve, 2e druk, 1907), blz. 13-14. Enige tekst hiervan, betreffende de karavaan van Ismaëlieten / Midianieten, is onder wijziging verwerkt op 29 sept. 2023.
 
== Voetnoten ==