Genesis/Hoofdstuk 44: verschil tussen versies

795 bytes toegevoegd ,  3 jaar geleden
k
(Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Commentaar hoofdstuk}} == Gen. 44:18 == Ge 44:18  Toen naderde Juda tot hem, en zei: Och, mijn heer! laat toch uw knecht een woord spreken voor mijns heren ore...')
 
 
Regel 1:
{{Commentaar hoofdstuk}}
 
== Samenvatting ==
In het kort: Benjamin van diefstal beschuldigd, door Juda verdedigd. — Op Jozefs bevel wordt wederom in de graanzakken van de broeders het geld, in die van Benjamin daarenboven Jozefs zilveren beker gelegd (1-2); door de bode, die de broeders op de huisreis achterhaalt, wordt deze gevonden; waarop zij allen terugkeren (3-13). Benjamin wordt door Jozef tot slavernij veroordeeld (14-17); maar Juda biedt zichzelf in zijn plaats aan om zijn vader dodelijk verdriet te besparen (18-34).
 
== Gen. 44:18 ==
Regel 20 ⟶ 23:
Ge 44:33  Nu dan, laat toch uw knecht voor dezen jongeling slaaf van mijn heer blijven, en laat den jongeling met zijn broederen optrekken! (SV)
Hoe komt Juda op voor Benjamin. Juda biedt plaatsvervanging aan. Wat een tegenstelling met hun behandeling van Jozef vroeger. Toen dankten zij Jozef, thans willen zij Benjamin sparen, rekening houdend met het gemoed van hun vader.
 
== Bron ==
Statenbijbel uitgegeven door het Nederlandsch Bijbelgenootschap, Amsterdam, 1923. Enige tekst van de samenvatting van Gen. 44 is overgenomen op 13 jan. 2020.
 
''Leidsche Vertaling (1914)''. Tekst van de samenvatting van Gen. 44 is onder wijziging verwerkt op 13 jan. 2020.
 
== Voetnoot ==