Genesis/Hoofdstuk 48: verschil tussen versies

1.775 bytes toegevoegd ,  3 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1:
{{Commentaar hoofdstuk}}
 
== Samenvatting ==
Jakob, ziek geworden, wordt door Jozef bezocht, die zijn beide zonen meebrengt (1-2). Jakob herinnert hem aan Gods beloften (3-4). Hij neemt Jozefs beide zonen voor zijn eigen zonen aan, als vaders van twee bijzondere stammen in Israël (5-7). In het opleggen der handen stelt Jakob met opzet de jongste, Efraïm, boven de oudste, Manasse (8-14). Hij zegent hen en Jozef, en voorzegt hun wederkomst in Kanaän (15-21). Jozef geeft hij een stuk land vooruit (22). <ref>Statenbijbel uitgegeven door het Nederlandsch Bijbelgenootschap, Amsterdam, 1923. Tekst van de samenvatting van Gen. 48 is verwerkt op 15 feb. 2021. </ref>
 
== Gen. 48:5-6 ==
Regel 61 ⟶ 64:
== Gen. 48:20 ==
Ge 48:20 Alzo zegende hij ze te dien dage, zeggende: In u zal Israël zegenen, zeggende: God zette u als Efraïm en als Manasse! En hij zette Efraïm voor Manasse. (SV)
Efraïm werd de derde hoofdbanierdrager. De stam schonk de eerste veldheer van Israël, namelijk Jozua. Silo, na Gilgal de aanvankelijke plaats van het heiligdom, was in Efraïm. De tabernakel en de priesterdienst waswaren daar 300 jaren lang tot Eli.
 
== Gen. 48:22 ==
Ge 48:22  En ik heb u een bergrug gegeven boven uw broeders; die ik met mijn zwaard en met mijn boog uit de hand der Amorieten heb genomen (SV)
'''Een bergrug.''' Wel echter gebruikt Jakob voor "bergrug" een woord dat met de naam "Sichem" in het Hebreeuws gelijkluidend is. Daar bezat hij reeds een stuk land, dat hem een onderpand van het toekomstig bezit van het gehele land was. "Bergrug" is een profetische zinspeling op Sichem. Het stuk land viel later werkelijk aan de kinderen van Jozef ten deel (Joz.21:21). Jozefs gebeente werd op dat stuk begraven (Joz.24:32).
 
'''Die ik met mijn zwaard en met mijn boog uit de hand der Amorieten heb genomen.''' Lett. "neem". Voor de Hebreeër, die in zijn taal een tegenwoordige tijd heeft, komt in profetische, dichterlijk en verheven stijl, de toekomst als verleden voor. Zo heeft ook Jakob hier in profetische geest reeds volbracht, wat eerst na eeuwen door het volk van Israël zou volbracht worden.
 
== BronBronnen ==
Statenbijbel uitgegeven door het Nederlandsch Bijbelgenootschap, Amsterdam, 1923. Tekst van de samenvatting van Gen. 48 is verwerkt op 15 feb. 2021.
 
Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901). Enige tekst van het commentaar op Gen. 48:12, 19, 22 is onder wijziging verwerkt. 
== Bron ==
Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901). Enige tekst van het commentaar op Gen. 48:12, 19 is onder wijziging verwerkt. 
 
== Voetnoot ==