Genesis/Hoofdstuk 50: verschil tussen versies

869 bytes toegevoegd ,  3 jaar geleden
k
(Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Commentaar hoofdstuk}} == Samevatting == Jozef beweent zijn vader en doet hem balsemen (1-3). Nadat de Egyptenaren hem beweend hebben, voert Jozef het lijk, met...')
 
 
Regel 11:
Ge 50:19  En Jozef zeide tot hen: Vreest niet; want ben ik in de plaats van God? (SV)
'''Vreest niet.''' Zie ook vers 21.
 
== Gen. 50:20 ==
Ge 50:20  Gijlieden wel, gij hebt kwaad tegen mij gedacht; [doch] God heeft dat ten goede gedacht; opdat Hij deed, gelijk het te dezen dage is, om een groot volk in het leven te behouden. (SV)
'''Een groot volk.''' Met 70 zielen kwam Jakob, 130 jaren oude, in Egypte (Gen. 46:27).
 
''Ge 46:27  En de zonen van Jozef, die hem in Egypte geboren zijn, waren twee zielen. Al de zielen van het huis van Jakob, die in Egypte kwamen, waren zeventig.'' (SV)
 
Jakob stierf toen hij 147 jaar oud. Na Jakobs dood, 17 jaren na diens komst in Egypte, spreekt Jozef van 'een groot volk'. In Exodus 1:6-7 lezen wij dat het volk in Egypte na de generatie van Jozef zeer vermeerderde.
 
Mozes zal later zeggen:
 
''De 10:22  Uw vaderen togen af naar Egypte met zeventig zielen; en nu heeft u de HEERE, uw God, gesteld als de sterren des hemels in menigte.'' (SV)
 
== Gen. 50:21 ==