Genesis: verschil tussen versies

2.460 bytes toegevoegd ,  4 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 141:
 
Gen. 50. Jozef begraaft en beweent zijn vader. Hij stelt zijn broers gerust. Einde van Jozefs leven.
 
== Ontstaan ==
De schriftelijke overlevering van Genesis begon met Mozes, ja, misschien al met Adam zelf. <blockquote>''Ex 24:4  Vervolgens schreef Mozes al de woorden van de HEERE op. ... (HSV)''</blockquote>P.J. Wiseman<ref>P.J. Wiseman, ''Ontdekkingen over Genesis''.</ref> betoogt dat de eerste geschreven overlevering van Genesis op kleitabletten was. Aan het eerste Bijbelboek liggen volgens hem meerdere kleitabletten ten grondslag. God schreef Gen. 1 - 2:4a op een kleitablet. Dat God Zelf schrijft, is niet vreemd gezien de geschiedenis van de wetgeving op Sinaï, waar het volk van God twee geschreven stenen tafels ontving.
 
Adam schreef Gen. 2:4b-5:1. Noach schreef Gen. 5:2-6:9a. Sem, Cham en Jafeth schreven Gen. 6:9b-10:1a. Sem schreef 10:1b-11:10a. Terach schreef Gen. 11:10b-11:27a. Izak schreef 11:27b-25:19a. Jacob schreef Gen. 25:19b-37:2a. Jozef schreef 37:2b-eind van Genesis. Jozef zou niet op klei, maar op papyrus hebben geschreven.
 
Elke tablet eindigt met "Dit is het boek van de ontstaansgeschiedenis van ... ". Voorbeeld:
 
''Ge 5:1  Dit is het boek van Adams ontstaansgeschiedenis. ...''
 
Volgens Wiseman is dit een afsluitende zin. Hij spreekt van een Toledoth-structuur. Toledoth = wordingsgeschiedenis(sen). Bijbelvertalers nemen echter aan dat dergelijke zinnen het begin vormen van een nieuw gedeelte. Statenvertaling: 'Adams geslacht'. Naardense vertaling: 'de geboorten uit Adam'. Nieuwe Bijbelvertaling (2004): 'Adams nakomelingen'.
 
Jacob zou de kleintabletten hebben meegenomen naar Egypte. Jozef zou ze hebben laten overschrijven op papyrus. Mozes las de geschiedenis van zijn volk in de bibliotheek van Egypte. Later heeft hij de overgeschreven en er één boek van gemaakt en hier en daar verduidelijkingen ingevoegd. Voorbeelden: <blockquote>''Ge 14:2 " ... den koning van Bela, dat is Zoar." (SV)''</blockquote>"Dat [is] Zoar" is de verduidelijking. Wat vroeger Bela heette, droeg later, ten dage van Mozes, de naam Zoar. <blockquote>''Ge 14:3  ... het dal Siddim, dat [is] de Zoutzee. (SV)''</blockquote>"Dat [is] de Zoutzee" is een verduidelijking. Wat vroeger het Siddimdal was, is tegenwoordig (als Mozes dit schrijft) de zoutzee. <blockquote>''Ge 14:7  ... En-mispat, dat is Kades... (SV)''</blockquote><blockquote>''Ge 14:17 ... het dal Sjave, dat is het [tegenwoordige] Koningsdal. (HSV)''</blockquote>Deze verduidelijkingen vormen een bewijs van de verwerking van ''schriftelijke'' overlevering.
 
== Commentaar en onderwerpen ==