Geschiedenis van Israël/2000 v.C.-70 n.C.: verschil tussen versies

k
Regel 48:
== 17e eeuw v.C. ==
Ca. 1650. Een ontploffende ruimtesteen verwoest de grote stad Tall el-Hammam. De stad lag in de Jordaanvallei, ten noorden van de Dode Zee.
 
== 15e eeuw v.C. ==
'''1486-'47'''<ref name=":2" />'''.'''
 
God geeft nadere bijzonderheden van op Sinaï gegeven wetten, Num. 15 : 1-31.
 
* Vereniging van spijs- en drankoffers met de brand- en slachtoffers, vs. 1—16.
* heffing van het brood, dat in Kanaän gegeten zal worden, vs. 17—22.
* vergiffenis bij overtreding uit onwetendheid, vs. 22—29.
* het zondigen uit moedwil, vs. 30—31.
 
Een moedwillige zondaar (sabbatschender) moet door steniging de doodstraf ontvangen, Num. 13 : 32-36
 
God verordent gedenkkwasten aan kleren, Num. 15 : 37-41
 
Oproer van [[Korach]], [[Dathan]] en Abiram, Num. 16.
 
== 9e eeuw v. C. ==
Regel 64 ⟶ 80:
'''598/597''' v.C. Jechonia bestijgt de troon van Juda en regeert slechts drie maanden.
 
'''597''' v.C. Jeruzalem wordt ingenomen door Nebukadnezzar. De tweede wegvoering van Juda<ref name=":0" />, 8 jaren na de eerste; ook genoemd 'de grote ballingschap.' (2 Kron. 36: 9-16; Ezech. 1:2). Koning Jojachin, zijn (koningin-)moeder Nehusta, al de edelen van Juda en Jeruzalem en de profeet [[Ezechiël (Bijbelboek)|Ezechiël]] werden gedeporteerd naar Babylon (Jer. 24:1; Est. 2:6; Jer. 27:6; 27:20; 29:2). Ook schatten van de tempel worden meegenomen naar Babylon. <blockquote>''2Kon 24:12 Toen ging Jojachin, de koning van Juda, [de stad] uit naar de koning van Babel, hij, zijn moeder, zijn dienaren, zijn vorsten en zijn hovelingen. De koning van Babel nam hem [gevangen] in het achtste jaar van zijn regering. (HSV)''</blockquote><blockquote>''Jer 24:1 …, nadat Nebukadrezar, de koning van Babel, Jechonia, de zoon van Jojakim, de koning van Juda en de vorsten van Juda, de ambachtslieden en de smeden uit Jeruzalem in ballingschap gevoerd had, en hen naar Babel gebracht had.'' (HSV)</blockquote>Nebukadrezar maakte Zedekia, een oom van Jojachin, koning van Juda.<blockquote>''Jer 37:1 Koning Zedekia, de zoon van Josia, werd koning in plaats van Chonia, de zoon van Jojakim, omdat Nebukadrezar, de koning van Babel, hem koning had gemaakt in het land Juda. (HSV)''</blockquote>'''593''' (?<ref name=":2">Jaartal voor deze gebeurtenis genoemd in ''Bijbelsch Handboek en Concordantie'' (Rotterdam: J.M. Bredée, derde druk, 1935), in hoofdstuk VII: Volgorde der feiten van het Oude Testament.</ref>). Profetische weeklacht van Ezechiël over de ondergang van het rijk van Juda en zijn vorsten (gelijkenissen van de leeuwin en haar welpen, en van de wijnstok), Ezech. 19.
 
Ca. '''588''' v.C. Nebukadnezar belegert opnieuw Jeruzalem.