Geschil: verschil tussen versies

2 bytes toegevoegd ,  6 jaar geleden
k
(Nieuwe pagina aangemaakt met 'Een '''geschil''' is onenigheid, twist tussen twee partijen over een bepaald punt<ref>Van Dale's Groot woordenboek der Nederlandse taal (13e uitgave), digitale ve...')
 
Regel 66:
De sterke, die zich meer vrijheid veroorlooft, moet niet de zwakke minachten. Uit liefde moet de sterke rekening te houden met het geweten van de anderen.
 
De sterken behoren de zwakheden van de zwakken te ''dragen''. Dit bekentbetekent dat het ‘lastig’ is, dat je er iets voor over moet hebben.<blockquote>''Ro 15:1 Maar wij die sterk zijn, behoren de zwakheden van de niet-sterken te dragen en niet onszelf te behagen. (TELOS)''</blockquote>Daarom:<blockquote>''Ro 14:21 Het is goed geen vlees te eten of wijn te drinken, of iets te doen waardoor uw broeder struikelt of ten val gebracht wordt of waarin hij zwak is. (TELOS)''</blockquote>De sterke in het geloof, d.w.z. in de overtuiging dat hij vrij is om alle spijzen te eten, moet dat geloof niet doen blijken door in tegenwoordigheid van de zwakke iets te eten of te drinken dat volgens die zwakke ongeoorloofd is. De sterke moet zijn geloof bij zichzelf voor God houden.<blockquote>''Ro 14:22 Hebt u geloof? Heb het bij uzelf voor God. Gelukkig hij die zichzelf niet oordeelt in wat hij voor goed houdt. (TELOS)''</blockquote>De zwakke op zijn beurt moet de sterke niet oordelen, Rom. 14:3v. Hij moeten de sterke aannemen, want God heeft hem aangenomen, Rom. 14:3. De sterke is een knecht van God. Of hij staat of valt, gaat zijn eigen Heer aan, Rom. 14:4. En de Heer houdt hem staande, Rom. 14:5.
 
== Bronnen ==