k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 12:
Het hier (Matth. 20:18, Joh. 19:1) door 'geselen' vertaalde Griekse werkwoord is μαστιγοω, masti’go-oo. Dit werkwoord is afgeleid van het naamwoord μαστιξ, mastix = (1) zweep, gesel, (2) fig. gesel, bezoeking, plaag<ref>''Grieks-Nederlands Lexicon'', onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. </ref>. Het werkwoord komt 7x voor in het Nieuwe Testament. Het Strongnummer is 3148.
'''Leerlingen gegeseld.''' Het woord wordt ook bezig voor het door de Joden slaan met een ''stok'' als strafwerktuig. De Heer Jezus voorzegde dat leerlingen van hem aldus geslagen zouden worden in [[Synagoge|synagogen]]. <blockquote>''Mt 10:17 Past u echter op voor de mensen; want zij zullen u overleveren aan raadsvergaderingen en in hun synagogen zullen zij u <u>geselen</u>; (TELOS)''</blockquote><blockquote>''Mt 23:34 Daarom, zie, Ik zend tot u profeten en wijzen en schriftgeleerden; van hen zult u er doden en kruisigen, en van hen zult u er in uw synagogen <u>geselen</u> en van stad tot stad vervolgen; (TELOS)''</blockquote>'''
'''Overdrachtelijke zin.''' Het Griekse woord wordt in overdrachtelijke zin van gebezigd in Hebr. 12:5. God kan uit liefde een zoon van Hem met lijden bezoeken, hem tot nut. <blockquote>''Heb 12:4 U hebt nog niet ten bloede toe tegenstand geboden in de strijd tegen de zonde, Heb 12:5 en u hebt de vermaning vergeten die tot u als tot zonen spreekt: ‘Mijn zoon, acht de tuchtiging van de Heer niet gering en bezwijk niet als u door Hem bestraft wordt; Heb 12:6 want wie de Heer liefheeft, tuchtigt Hij en Hij <u>geselt</u> iedere zoon die Hij aanneemt’. (TELOS)''</blockquote>Vergelijk: <blockquote>''Spr 3:12 Want de HEERE kastijdt dengene, dien Hij liefheeft, ja, gelijk een vader den zoon, [in] [denwelken] hij een welbehagen heeft. (SV)''</blockquote>
== Zie ook ==
|