Geselen: verschil tussen versies

8 bytes toegevoegd ,  2 maanden geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
Regel 13:
<blockquote>''Joh 19:1 Toen nam Pilatus dan Jezus en geselde Hem. (TELOS)''</blockquote>
 
Het hier (Matth. 20:18, Joh. 19:1) door 'geselen' vertaalde Griekse werkwoord is μαστιγοω, masti’go-oo. Dit werkwoord is afgeleid van het naamwoord μαστιξ, mastix = (1) zweep, gesel, (2) fig. gesel, bezoeking, plaag<ref>''Grieks-Nederlands Lexicon'', onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. </ref>. Het werkwoord komt 7x voor in het Nieuwe Testament. Het Strongnummer[[strongnummer]] is 3148G3148.
 
'''Leerlingen gegeseld.''' Het woord wordt ook beziggebezigd voor het door de Joden slaan met een ''stok'' als strafwerktuig. De Heer Jezus voorzegde dat leerlingen van hem aldus geslagen zouden worden in [[Synagoge|synagogen]]. <blockquote>''Mt 10:17 Past u echter op voor de mensen; want zij zullen u overleveren aan raadsvergaderingen en in hun synagogen zullen zij u <u>geselen</u>; (TELOS)''</blockquote><blockquote>''Mt 23:34 Daarom, zie, Ik zend tot u profeten en wijzen en schriftgeleerden; van hen zult u er doden en kruisigen, en van hen zult u er in uw synagogen <u>geselen</u> en van stad tot stad vervolgen; (TELOS)''</blockquote>De apostelen werden gegeseld door de [[Raad (Sanhedrin)|Raad]]. <blockquote>''Hnd 5:40  En na de apostelen tot zich geroepen te hebben geselden zij hen en bevalen hun niet te spreken in de naam van Jezus; en zij lieten hen los. Hnd 5:41  Zij dan gingen weg van voor de Raad, verblijd dat zij waardig waren geacht voor de Naam oneer te verdragen.'' (Telos) </blockquote>'''Paulus.''' Saul, de latere apostel Paulus, heeft de gemeente vervolgd. Hij heeft zelfs christenen gegeseld. Hij zei na zijn bekering tot de Heer Jezus: <blockquote>''Hnd 22:19 En ik zei: Heer, zij weten zelf, dat ik hen die in U geloofden, overal in de synagogen gevangen nam en geselde; (TELOS)''</blockquote>Na afloop van zijn derde zendingsreis dreigde Paulus, in Jeruzalem gevangen genomen onder een schreeuwende menigte, gegeseld te worden op bevel van de Romeinse legeroverste.<blockquote>''Hnd 22:24 beval de overste hem in de legerplaats te brengen; en hij zei dat men hem onder <u>geseling</u> moest verhoren, opdat hij vernam om welke reden zij zo tegen hem riepen. Hnd 22:25 Toen zij hem echter voor de zwepen uitrekten, zei Paulus tot de hoofdman die erbij stond: Is het u ook geoorloofd een Romein, en dat onveroordeeld, te <u>geselen</u>? Hnd 22:26 Toen nu de hoofdman dit hoorde, ging hij naar de overste en berichtte het aldus: Wat gaat U doen? Want deze man is een Romein.''</blockquote>
Toen de overste vernam dat Paulus een Romeins burger was, liet hij hem met rust.