k
geen bewerkingssamenvatting
k (→Voetnoot) |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
(3 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 1:
'''Gilgal''' is verwijst in de [[Bijbel]] naar:
# de, door menigvuldige gebeurtenissen daar voorgevallen, zeer bekende plaats tussen Jericho en de Jordaan. Het was de laatste legerplaats van het
# een ander Gilgal bij de [[Terebint|terebinten]] van [[Moré]], nabij Sichem (Deut. 11:30, 1 Sam. 11:15). De precieze ligging is onbekend<ref name=":0">Kurt Hennig, ''Jeruzalemer Bibel-Lexikon.'' Neuhausen-Stuttgart: Hänssler, 1990. </ref>.
# een Gilgal genoemd in de geschiedenis van Elisa (2 Kon. 2:1-2; 4:38-44). Deze plaats is misschien dezelfde als Jaljoelija, noordelijk van Ramallah, maar anders misschien identiek met de legerplaats Gilgal (1)<ref name=":0" />.
Regel 14:
=== Ligging ===
De legerplaats Gilgal lag ten oosten van [[Jericho]].<blockquote>''Joz 4:19 Het volk nu was den tienden der eerste maand uit de Jordaan opgeklommen; en zij legerden zich te Gilgal, <u>aan het oosteinde van Jericho</u>. (SV)''</blockquote>
[[Bestand:Jozua campagnes midden zuiden Kanaan Access-Foundation.jpg
De precieze ligging is onzeker, onbekend<ref name=":0" />. Gilgal is vereenzelvigd met de plaatsen Khirbet en-Nitleh en Khirbat al-Mafjar. De laatstgenoemde plaats ligt 2 km ten noordoosten van het antieke Jericho en ruim 9 kilometer van de [[Jordaan]] (2,5 uur lopen vanaf deze rivier), ruim 9 uur lopen oostwaarts van [[Jeruzalem]]. Indien dit Gilgal gelijk moet gesteld worden met de Tell Mefdsjir, dan lag het legerkamp op een drie kwartier afstand van Jericho, niet ver van de noordelijken oever van de Wadi el-Kelt, die hier een klein dal vormt, dat in Joz. 7 : 24 de naam zal krijgen van „dal van Achor"<ref>A. Noordtzij, Joh. de Groot, ''Des Heeren heirscharen.'' Premieboek bij de N.C.R.V.-kalender 1938. Tekst hiervan is onder wijziging verwerkt. Blz. 10.</ref>.
=== Gebeurtenissen ===
Te Gilgal werden de mannelijke Israëlieten, die tijdens de woestijnreis waren geboren en niet besneden waren, alsnog op Gods bevel besneden (Joz. 5:3-9).
Te Gilgal geef [[Samuël]] het volk Israël leiding (1 Sam. 7:16). Hij en [[Saul]] offerden hier, en Saul werd er tot koning gemaakt (1 Sam. 10:8v.; 11:14v.)▼
Op die plaats vierde Gods volk het [[Pascha]] (Joz. 5:10).
Te Gilgal aten zij voor het eerst van de vrucht van het land Kanaän.<blockquote>''Joz 5:10 Terwijl de Israëlieten in Gilgal hun kamp hadden opgeslagen, hielden zij het Pascha op de veertiende dag van die maand, in de avond, op de vlakten van Jericho. Joz 5:11 Zij aten de dag na het Pascha van de opbrengst van het land, ongezuurde [broden] en geroosterd [graan], op diezelfde dag. Joz 5:12 Het manna hield de volgende dag op, nadat zij van de opbrengst van het land gegeten hadden. En de Israëlieten hadden geen manna meer, maar zij aten in dat jaar van de opbrengst van het land Kanaän.'' (HSV)</blockquote>Vanaf Gilgal kwam de Engel des HEEREN te Bochim, om het ontrouwe volk te bestraffen (Richt. 2).
▲Te Gilgal
Juda kwam te Gilgal, om koning [[David]], die na de dood van [[Absalom]] terugkeerde, tegemoet te gaan, uit erkenning van Davids koningschap. <blockquote>''2Sa 19:15 Toen keerde de koning weder, en kwam tot aan de Jordaan; en Juda kwam te Gilgal, om den koning tegemoet te gaan, dat zij den koning over de Jordaan voerden.'' (SV)</blockquote>Na de scheuring van het rijk van Israël werd Gilgal een heiligom in het Noordrijk (Tienstammenrijk). Doch juist daarom, dat Gilgal door zo vele gebeurtenissen beroemd was geworden, werd Gilgal tot afgoderij misbruikt, Hos. 4:15; 9:15; 12:12; Amos 4:4; 5:5.
|