Een handbreedte of handbreed is een lengtemaat van 7,5 cm. Een span is drie handbreedten.  

3 = handbreedte

De profeet Ezechiël zag een man met een meetlat van zes gewone ellen en een zes handbreedtes lang. 

Eze 40:5  En zie, er was een muur aan de buitenzijde van het huis, [die er] helemaal omheen [liep]. Nu was er in de hand van die Man een meetlat van zes el, per el [een el] en een handbreedte [lang]. Hij mat de breedte van het bouwwerk: één lat, en de hoogte: één lat. (HSV)

De ellen van het brandofferaltaar en andere zaken van de nieuwe tempel werden gemeten in ellen die elk een gewone el plus een handbreed waren.