Handelingen 15: verschil tussen versies

2.455 bytes toegevoegd ,  4 maanden geleden
k
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 31:
==14==
Hnd 15:14  Simeon heeft verhaald hoe God in het eerst erop heeft toegezien uit de volken een volk aan te nemen voor zijn naam. (Telos)
'''Simeon heeft verhaald.''' Zie verzen 7-11.
 
Op de Pinksterdag, toen de Heilige Geest de discipelen van de Heer Jezus tot één lichaam samenvoegde, werd in allerlei talen gesproken, ten teken dat verscheidene volken de heilsboodschap zouden horen. De eerste leerlingen waren Israëlieten, doch spoedig zouden heidenen worden toegevoegd.
 
Regel 41 ⟶ 43:
==16==
Hnd 15:16  ‘Daarna zal Ik terugkeren en de tent van David weer opbouwen die vervallen is; en wat daarvan is omvergehaald, zal Ik weer opbouwen en Ik zal haar weer oprichten, (Telos)
Zie vzn. 17 en 18. Jakobus haalt woorden van de profeet Amos aan uit Am. 9:11-12. <blockquote>''Am 9:8  Ziet, de ogen des Heeren HEEREN zijn tegen dit zondig koninkrijk, dat Ik het van den aardbodem verdelge; behalve dat Ik het huis Jakobs niet ganselijk zal verdelgen, spreekt de HEERE. Am 9:9  Want ziet, Ik geef bevel, en Ik zal het huis Israëls onder al de heidenen schudden, gelijk als [zaad] geschud wordt in een zeef; en niet een steentje zal er ter aarde vallen. Am 9:10  Alle zondaars Mijns volks zullen door het zwaard sterven; die daar zeggen: Het kwaad zal tot ons niet genaken, noch [ons] voorkomen.'' {{BR}}''Am 9:11 Te dien dage zal Ik de vervallen hut van David weder oprichten, en Ik zal haar reten vertuinen, en wat aan haar is afgebroken, weder oprichten, en zal ze bouwen, als in de dagen van ouds;  Am 9:12  Opdat zij erfelijk bezitten het overblijfsel van Edom, en al de heidenen, die naar Mijn Naam genoemd worden, spreekt de HEERE, Die dit doet. Am 9:13  Ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat de ploeger den maaier, en de druiventreder den zaadzaaier genaken zal; en de bergen zullen van zoeten wijn druipen, en al de heuvelen zullen smelten. Am 9:14  En Ik zal de gevangenis van Mijn volk Israël wenden, en zij zullen de verwoeste steden herbouwen en bewonen, en wijngaarden planten, en derzelver wijn drinken; en zij zullen hoven maken, en derzelver vrucht eten. Am 9:15  En Ik zal ze in hun land planten; en zij zullen niet meer worden uitgerukt uit hun land, dat Ik hunlieden gegeven heb, zegt de HEERE, uw God.'' (SV)</blockquote>Jakobus' citaat is niet ''letterlijk'' afkomstig uit het Hebreeuws, noch uit de [[Septuaginta]], die ook verschilt van het Hebreeuws. Het zeventiende vers wordt wel letterlijk uit de Septuaginta geciteerd; maar in de 16e blijft alleen de algemene betekenis van de aangehaalde passage behouden. De profeet Amos had in Amos 9:8-10 het kwaad beschreven dat het huis en koninkrijk van Israël zou treffen. Maar daarna, “op die dag” (Am. 9:11), dat Hij weer naar Israël zou omzien, zou Hij Israël herstellen en zijn koninkrijk herstellen. En dat niet alleen: aan Israël zouden ook de bekeerde heidenen (Edomieten en anderen) toegevoegd worden. Vers 17 van Hand. 15 wordt zo weergegeven in Am 9:12 in de Septuaginta. <ref>Albert Barnes, ''Notes on the New Testament.'' Enige tekst van het commentaar is hier overgenomen en vertaald. </ref>
Zie vzn. 17 en 18. Jakobus haalt woorden van de profeet Amos aan, waardoor God zegt:
 
'''Daarna.''' Sommige uitleggers<ref>Zo bijvoorbeeld Theo Niemeijer in: [https://www.youtube.com/watch?v=FF90Q2YrWcA&t=490s Seminar 3: Grote verdrukking op 19 okt 2023 - Theo Niemeijer]. Youtube.com: Baptisten gemeente 'De Open Poort', 19 okt. 2023. Duur van de video: 1 uur 46 min. 24 sec.</ref> verstaan dit zo: 'daarna' wil zeggen: na de vorming van de gemeente (vs. 14). Hiertegen kan men inbrengen dat 'Daarna' het begin is van een aanhaling en dat het Jakobus hierom gaat: God is gekomen om Israël te herstellen opdat de overige (niet-Israëlitische) mensen de Heer zoeken. Het is Gods wil dat de volken zich tot Hem bekeren.
''Am 9:11 Te dien dage zal Ik de vervallen hut van David weder oprichten, en Ik zal haar reten vertuinen, en wat aan haar is afgebroken, weder oprichten, en zal ze bouwen, als in de dagen van ouds;  Am 9:12  Opdat zij erfelijk bezitten het overblijfsel van Edom, en al de heidenen, die naar Mijn Naam genoemd worden, spreekt de HEERE, Die dit doet. Am 9:13  Ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat de ploeger den maaier, en de druiventreder den zaadzaaier genaken zal; en de bergen zullen van zoeten wijn druipen, en al de heuvelen zullen smelten.'' (SV)
 
'''Tent.''' Het Griekse woord is σκηνη, skene, en wordt ook gebruikt voor de tenten waarin Abraham heeft gewoond (Hebr. 11:9), de drie tenten die Petrus voorstelt op te zetten op de berg (der verheerlijking) en voor de tent van Moloch (Hand. 7:43) en voor de tent der getuigenis, d.i. de tabernakel (Hand. 7:44; Hebr. 8:5; 9:2-3, 6, 8, 21; 13:10) en voor de tabernakel in de hemel (Hebr. 8:2; 9:11; Opb. 13:6; 15:5) en de tabernakel van God bij de mensen in de eeuwige toestand (Opb. 21:3).
Regel 49 ⟶ 51:
Sommige uitleggers verstaan door 'de tent van David' het verplaatsbare heiligdom die Mozes in de woestijn heeft opgericht. Daarbij zou de wet van Mozes weer van kracht worden.<ref>Zo Gary Stearman in: [https://www.youtube.com/watch?v=99SK557wbBM Gary Stearman: Dispensationalism and the Pre-Trib Rapture]. Youtube.com: Prophecy Watchers, 7 mei 2015. Duur: 28 min. 30 sec. </ref>
 
'''De tent van David ... die vervallen is.''' De tent, Door de ontrouw van het volk en door Gods strafgericht daarover was hetde koninkrijkdynastie van David en zijn nakomelingen in verval geraakt en afgebroken. Het gelovig overblijfsel, dat in Jezus geloofde, was het begin van het herstel van Israël, maaren tevens van de bekering van heidenen. HetWant het overblijfsel verkondigt het evangelie aan de heidenen, die vervolgens God gaan zoeken.
 
== Tweede zendingsreis van Paulus (36-41) ==
 
== 38 ==
Regel 62 ⟶ 64:
[[Bestand:Paulus tweede zendingsreis-Access Foundation.jpg|geen|miniatuur|940x940px]]
 
==VoetnootVoetnoten ==
<references />