Handelingen 21: verschil tussen versies

2.719 bytes toegevoegd ,  6 maanden geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(3 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1:
{{Bijbelhoofdstukcommentaar|Bijbelboektitel=Handelingen van de Apostelen|Bijbelboekpagina=Handelingen van de apostelen|Bijbelboek=Handelingen|Aantalhoofdstukken=28|Aantalverzen=40}}
== Samenvatting ==
''1-16'' De tocht van Paulus van Milete via Tyrus, Ptolemaïs en Caesarea naar Jeruzalem. In Tyrus en Caesarea wordt Paulus wordt gewaarschuwd voor wat hem in Jeruzalem te wachten staat. ''17-20'' Paulus doet verslag aan Jakobus en de oudsten in Jeruzalem. ''21-26'' Op hun raad verenigt hij zich met vier mannen die onder een gelofte staan. ''27-36'' Zijn aanwezigheid in de tempel, onder valse geruchten over hem, verwekken een opschudding, en hij wordt gegrepen. ''37-40'' De overste van de soldaten staat Paulus toe zich te verdedigen tegenover een menigte Joden.
 
== 1 ==
<onlyinclude><sup>1</sup> Toen het nu, nadat wij ons van hen hadden losgerukt, gebeurde dat wij afvoeren, liepen wij recht op [[Cos]] aan, gingen de dag daarna naar [[Rhodus]] en vandaar naar [[Patara]]. </onlyinclude>(Telos)
Regel 47 ⟶ 50:
== 28 ==
<onlyinclude><sup>28</sup> en schreeuwden: Mannen van Israel, helpt! Dit is de mens die allen overal leert tegen het volk en de wet en deze plaats; en bovendien heeft hij ook Grieken in de tempel gebracht en deze heilige plaats ontheiligd. </onlyinclude>(Telos)
'''Die allen overal leert tegen het volk en de wet en deze plaats.''' Dit is een valse beschuldiging tegen Paulus. Hij was niet tegen het volk der Joden; integendeel, hij had hen lief. <blockquote>''Ro 9:3  Want zelf heb ik gewenst door een vloek gescheiden te zijn van Christus ter wille van mijn broeders, mijn verwanten naar het vlees.'' (Telos)</blockquote>Hij was niet tegen de wet. <blockquote>''Ro 7:12  De wet is dus heilig, en het gebod is heilig en rechtvaardig en goed.'' (Telos)</blockquote>Hij was niet tegen 'deze heilige plaats', de tempel, ofschoon hij leerde dat de gemeente een tempel van God is in de Heilige Geest. <blockquote>''1Co 3:16  Weet u niet, dat u Gods tempel bent en dat de Geest van God in u woont?'' (Telos)</blockquote><blockquote>''2Co 6:16  En welke overeenkomst heeft Gods tempel met afgoden? Want wij zijn de tempel van de levende God, zoals God gezegd heeft; ‘Ik zal onder hen wonen en wandelen, en Ik zal hun God zijn en zij zullen mijn volk zijn’.'' (Telos)</blockquote>'''Deze heilige plaats.''' De tempel van God (27, 29, 30).
 
'''Grieken.''' Meervoud, terwijl ze misschien alleen Trofimus hadden gezien, met Paulus ergens in de stad (29). Verontwaardiging, woede overdrijft.
 
== 30 ==
29  Want zij hadden tevoren de Efezier Trofimus met hem in de stad gezien, van wie zij meenden dat Paulus hem in de tempel had gebracht.
<onlyinclude><sup>30</sup>  En de hele stad kwam in rep en roer en er ontstond een volksoploop; en zij grepen Paulus en sleepten hem buiten de tempel, en terstond werden de deuren gesloten. </onlyinclude>(Telos)
'''De hele stad kwam in rep en roer.''' Vs. 31: "heel Jeruzalem in verwarring". Dit was begonnen met een opschudding in de tempel (27).
 
== 31 ==
<onlyinclude><sup>31</sup>  En terwijl zij hem trachtten te doden, werd aan de overste van de legerafdeling gemeld dat heel Jeruzalem in verwarring was; </onlyinclude>(Telos)
'''Hem trachtten te doden.''' Paulus maakt mee wat zijn Heer heeft meegemaakt.
 
'''Heel Jeruzalem in verwarring.''' Zie vs. 30.
 
== 32 ==
30  En de hele stad kwam in rep en roer en er ontstond een volksoploop; en zij grepen Paulus en sleepten hem buiten de tempel, en terstond werden de deuren gesloten.
<onlyinclude><sup>32</sup>  deze nam onmiddellijk soldaten en hoofdlieden met zich mee en liep snel op hen af. Toen zij nu de overste en de soldaten zagen, hielden zij op Paulus te slaan. </onlyinclude>(Telos)
'''Hoofdlieden.''' Gr. εκατονταρχους, hekatontarchous. Dit zijn hoofdmannen over 100 soldaten, oftewel [[Centurio|centurio's]].
 
== 36 ==
31  En terwijl zij hem trachtten te doden, werd aan de overste van de legerafdeling gemeld dat heel Jeruzalem in verwarring was;
<onlyinclude><sup>36</sup> Want de volksmenigte volgde, terwijl zij schreeuwden: Weg met hem! </onlyinclude>(Telos)
'''Weg met hem!''' Paulus overkomt wat onze Heer Jezus is overkomen.<blockquote>''Lu 23:18  Massaal echter schreeuwden zij het uit en zeiden: Weg met Hem, en laat ons Barabbas los!'' (Telos) </blockquote>
 
== 37 ==
32  deze nam onmiddellijk soldaten en hoofdlieden met zich mee en liep snel op hen af. Toen zij nu de overste en de soldaten zagen, hielden zij op Paulus te slaan.
<onlyinclude><sup>37</sup> En toen Paulus op het punt stond in de legerplaats te worden gebracht, zei hij tot de overste: Is het mij ook geoorloofd u iets te zeggen? Hij nu zei: Kent u Grieks? </onlyinclude>(Telos)
'''Kent u Grieks?''' Paulus kende Grieks. De overste meende dat hij te doen had met een Egyptenaar (vs. 38) die geen Grieks kende.
 
== 38 ==
33  Toen naderde de overste, greep hem en beval hem met twee ketenen te boeien; en hij vroeg wie hij was en wat hij had gedaan.
<onlyinclude><sup>38</sup> Bent u dan niet de Egyptenaar die enige tijd geleden oproer maakte en de vierduizend mannen van de [[Sicariër|Sicariërs]] naar de woestijn uitleidde? </onlyinclude>(CP<ref>Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de [[Telos-vertaling]]. </ref>)
Over het optreden van de Egyptenaar lezen wij in Joodse Oudheden van de Joodse geschiedschrijver [[Flavius Josephus]]. De Egyptenaar was een Jood uit Egypte, die zijn aanhangers in de woestijn geleid en tenslotte naar de Olijfberg gevoerd had. Daar wilde hij de muren van Jeruzalem doen ineenstorten, zoals eens de muren van Jericho. De Romeinse stadhouder [[Felix (stadhouder)|Felix]] (stadhouder van 52-60 n.C.) verijdelde zijn poging en sloeg zijn aanhang uiteen. De Egyptenaar zelf verdween spoorloos en liep nog ergens rond.<ref>Dr. ir. J. de Graaf e.a. (red.), ''Tekst voor Tekst; de Heilige Schrift kort verklaard en toegelicht'' (Boekencentrum, 1987). </ref> Zou de zojuist opgepakte Jood (Paulus) het zijn?
 
'''Mannen van de Sicariërs.''' Dit kunnen militante [[Zeloten]] zijn geweest, ijveraars voor God, die aanslagen pleegden met dolken of zwaarden die zij onder hun kleding droegen. Zie [[Sicariër]].
34  In de menigte nu riepen sommigen dit, anderen dat; en daar hij het rechte niet te weten kon komen vanwege het tumult, beval hij hem in de legerplaats te brengen.
 
3540  En toen hij bijhet had toegestaan, wenkte Paulus, terwijl hij op de trappen wasstond, gebeurdemet de hand tot het datvolk; hijen doortoen deer soldateneen werddiepe gedragenstilte vanwegewas hetontstaan, geweldsprak vanhij hen toe in de menigte.Hebreeuwse taal en zei:
 
== Voetnoot ==