Hebreeën 12: verschil tussen versies

5.828 bytes toegevoegd ,  1 maand geleden
k
kGeen bewerkingssamenvatting
(5 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 71:
Heb 12:5 en u hebt de vermaning vergeten die tot u als tot zonen spreekt: ‘Mijn zoon, acht de tuchtiging van de Heer niet gering en bezwijk niet als u door Hem bestraft wordt; (Telos)
'''U hebt de vermaning vergeten.''' Ze waren traag geworden in het horen. <blockquote>''Heb 5:11  Over hem hebben wij veel te zeggen, dat ook moeilijk te verklaren is, omdat u traag bent geworden in het horen.'' (Telos) </blockquote>'''Tuchtiging.''' God heeft alle moeite, druk en tegenstand in de hand. Hij gebruikt ze als een middel tot tuchtiging.
 
'''Bezwijk niet.''' Zie vs. 3.
 
== 6 ==
Heb 12:6 want wiewien de Heer liefheeft, tuchtigt Hij en Hij geselt iedere zoon die Hij aanneemt’. (TelosCP<ref name=":0" />)
Dit vers en andere gedeelten maken duidelijk dat lichamelijke straf, lijfstraf, een pak voor de broek, op zichzelf niet verkeerd is. → [[Tucht]]<blockquote>{{Bijbelvers|HoofdstukNaam=Openbaring 3|VersNummer=19}} </blockquote><blockquote>{{Bijbelvers|HoofdstukNaam=Spreuken 3|VersNummer=11}}{{Spreuken 3:12}} </blockquote>'''Geselt.''' Ofwel kastijdt.
 
'''GeseltIedere zoon.''' OfwelVgl. vers 8: kastijdt"allen".
 
'''Die Hij aanneemt.''' D.w.z. als zoon aanneemt, als zoon erkent, "die men voor zijn echte zoon erkent"<ref>D. Harting, ''Grieks Woordenboek op het Nieuwe Testament'' (1861-1863). Opgenomen als ''Grieks-Nederlands handwoordenboek op het Nieuwe Testament'' in Online Bible (uitgeverij Importantia).    </ref>. Volgende vers: "God behandelt u als zonen".
 
== 7 ==
Hebreeën 12:7  U verdraagt het tot tuchtiging; God behandelt u als zonen; want welke zoon is er die een vader niet tuchtigt? (Telos)
'''Die een vader niet tuchtigt?''' Een dergelijke tucht (kastijding) is de natuurlijke taak van een vader.
 
== 8 ==
Heb 12:8  Maar als u zonder tuchtiging bent waaraan allen deel hebben, dan bent u bastaarden en geen zonen. (Telos)
'''Tuchtiging ... waaraan allen deel hebben.''' Opdat zij deel krijgen aan Gods heiligheid (vs. 10).
 
'''Allen.''' Zie vers 6: "iedere zoon".
 
'''Bastaarden.''' Een bastaard is een kind dat niet uit een wettig huwelijk geboren is. Bastaarden zijn onwettige kinderen, die geen wettige vader toebehoren en dus niet in de eervolle zin van het woord zonen zijn. De schrijver maakt hier onderscheid tussen bastaarden en kinderen, d.i. tussen zonen buiten de echt geboren, die geen recht hebben op de erfenis, noch door de vader als zijn echte kinderen erkend, geliefd en opgevoed worden en de wettige zonen, die hij als zodanig op- en aanneemt en als hem toebehorend liefheeft. Door beide uitdrukkingen is een geheel verschillende verhouding ten opzichte van God uitgedrukt. Beiden, de bastaarden en de kinderen, hebben wel hun bestaan aan God, de Vader van de geesten (vs.9) te danken, maar alleen de laatsten staan in de rechte verhouding, in de wezenlijke kinderlijke relatie tot de Vader van de geesten; slechts aan hen komt de naam "kinderen van God" toe en zij zijn het die God als zodanig aanneemt en erkent.
 
== 9 ==
Heb 12:9  Bovendien, wij hadden de vaders van ons vlees om [ons] te tuchtigen en wij hadden ontzag voor hen; zullen wij dan niet veel meer aan de Vader van de geesten onderworpen zijn en leven? (Telos)
'''De vaders van ons vlees.''' Onze 'biologische' vaders.
 
Regel 98 ⟶ 108:
== 11 ==
Heb 12:11  Nu schijnt alle tuchtiging wel op het ogenblik zelf geen vreugde maar voor droefheid te zijn, maar daarna geeft zij aan hen die erdoor geoefend zijn, een vreedzame vrucht van gerechtigheid. (Telos)
'''Geoefend zijn.''' Een deel van de oefening vereist het oprichten van slappe handen en verlamde knieën (vs. 11).
 
'''Gerechtigheid.''' Zie ook vs. 10, 'heiligheid'. Het tegendeel is de zonde, die ons licht omstrikt (vs. 1) en waartegen de Hebreeuwse gelovigen te weinig tegenstand hadden geboden (vs. 4). Gerechtigheid is een deel van heiligheid. Door de tuchtiging aan te nemen, ons te laten corrigeren, krijgen we deel aan Gods heiligheid.
 
'''Een vreedzame vrucht van gerechtigheid.''' De tuchtiging moet resulteren in gerechtigheid, die ons in een toestand van vrede en rust brengt. Tegenover deze vrede staan bitterheid en onrust (vs. 15). We hebben naar vrede te jagen (14).
 
== 12 ==
Heb 12:12  Daarom, richt op uw slappe handen en uw verlamde knieën (Telos)
In dit en het volgende vers wordt gewezen op onze plichttaak bij tuchtiging. Onze reactie op tuchtiging moet niet zijn: bezwijken, opgeven, de wedloop staken, maar ons sterken in de Heer en Zijn genade en onszelf oprichten. Vergelijk, als het gaat om onze reactie op de rampen en schrikwekkende gebeurtenissen die aan de komst van de Heer voorafgaan: niet het hoofd moedeloos en hopeloos laten hangen, maar hoopvol oprichten. <blockquote>''Lu 21:28  Als nu deze dingen beginnen te gebeuren, <u>richt u op en heft uw hoofden omhoog</u>, want uw verlossing is nabij.'' (Telos)</blockquote>'''Richt op uw slappen handen.'''<blockquote>''Sef 3:16  Te dien dage zal tot Jeruzalem gezegd worden: Vrees niet, o Sion! laat uw handen niet slap worden. Sef 3:17  De HEERE, uw God, is in het midden van u, een Held, Die verlossen zal; Hij zal over u vrolijk zijn met blijdschap, Hij zal zwijgen in Zijn liefde, Hij zal Zich over u verheugen met gejuich. (SV)''</blockquote>
 
== 13 ==
Heb 12:13  en maakt rechte paden voor uw voeten, opdat het kreupele niet ontwricht maar veeleer gezond wordt. (Telos)
'''Maakt rechte paden voor uw voeten.''' Terwille van de wedloop moeten wij ons ontdoen van last en zonde (vs. 1), maar ook rechte paden voor onze voeten maken. Gaan langs kromme, slechte wegenkronkelpaden verslechtert onze toestand, ze werken tegen ons. Tuchtiging moet ons nopen tot aanpassinghet maken van juiste keuzes en het aanpassen van onze levensweg. Als ik bijvoorbeeld een hoereerder ben (16), moet ik mij bekeren.
 
'''Opdat het kreupele niet ontwricht ... wordt.''' Kreupel-zijn is een gebrek, maar ontwrichting van het kreupele verergert de toestand.
 
== 14 ==
Heb 12:14  Jaagt naar vrede met allen en naar de heiliging zonder welke niemand de Heer zal zien, (Telos)
'''Vrede met allen.''' In tegenstelling tot onrust, bitterheid (15). Vgl. vers 11: gerechtigheid als vreedzame vrucht.
 
'''Heiliging.''' Grieks: ''hagiasmon.'' Heiliging is zich reinigen van wat verkeerd is, zich onthouden van het verkeerde en zich toewijden aan God. Zie verzen 1 (last en zonde afleggen), 4 (zonde bestrijden), 10 (deel krijgen aan Gods heiligheid) en 11 (vrucht van gerechtigheid), 15 (bitterheid, die verontreinigt), 16 (tegen hoererij, ongoddelijkheid).<blockquote>''1 Thessalonicen 4:3  Want dit is de wil van God: uw heiliging, dat u zich onthoudt van de hoererij; 1 Thessalonicen 4:4  dat ieder van u zijn eigen vat weet te bezitten in heiliging en eerbaarheid'' (Telos)</blockquote>'''Zonder welke niemand de Heer zal zien.''' Zonde maakt de ogen van ons hart troebel, verduistert ons verstand. Wie van ons leidt een volkomen heilig leven? Gelukkig is Christus is onze heiligheid. <blockquote>''1 Corinthiërs 1:30  Uit Hem toch bent u in Christus Jezus, die ons geworden is: wijsheid van Godswege, gerechtigheid, heiliging en verlossing;'' (Telos)</blockquote>Hij leidt ons in rechte sporen en heiligt ons. En Gods genade is er; die hebben wij nodig (vs. 15).
'''Heiliging.''' Zie verzen 1, 4, 10-11.
 
== 15 ==
Regel 118 ⟶ 134:
Het gaat, na de zelfzorg hierboven, in vss. 15-17 om herderlijke dienst aan medegelovigen.
 
'''De genade van God.''' DieZie weook vers 28 ("Laten wij ... genade vasthouden..."). Gods genade hebben wij nodig hebben voor de wedloop (1), om de zonde te weerstaan (4), de tuchtiging te verwerken (12-13), heilig te leven en de vrede te bevorderen (14), God te dienen op een Hem welbehaaglijke wijze met eerbied en ontzag (28).
 
'''Wortel van bitterheid opschiet.''' De wortel hier is niet iets dat onder de grond blijft, maar opschiet, zich vertoont en door anderen ervaren wordt. De Heer Jezus is "de wortel van David", een spruit, uit het geslacht van David voortgekomen. <blockquote>''Opb 22:16  Ik, Jezus, heb mijn engel gezonden om u deze dingen te betuigen voor de gemeenten. Ik ben de wortel en het geslacht van David, de blinkende morgenster.'' (Telos) </blockquote>Zie [[Wortel]] voor het hoofdartikel over dit begrip in de Bijbel.
 
De Heer Jezus is "de wortel van David", een spruit, uit het geslacht van David voortgekomen. <blockquote>''Opb 22:16  Ik, Jezus, heb mijn engel gezonden om u deze dingen te betuigen voor de gemeenten. Ik ben <u>de wortel</u> en het geslacht van David, de blinkende morgenster.'' (Telos) </blockquote>Zie [[Wortel]] voor het hoofdartikel over dit begrip in de Bijbel.
 
== 16 ==
Heb 12:16  dat niet iemand een hoereerder is of een ongoddelijke zoals Ezau, die voor eenéén gerecht zijn eerstgeboorterecht verkocht, (Telos)
'''Een ongoddelijke.''' Een profaan, onheilig persoon. Zie [[ongoddelijk]].
 
Regel 130 ⟶ 148:
== 17 ==
Heb 12:17 want u weet dat hij ook daarna, toen hij de zegen wilde erven, verworpen werd, want hij vond geen plaats voor berouw, hoewel hij die met tranen zocht. (Telos)
'''Hij vond geen plaats voor berouw.''' 'Voor' of 'van' berouw. Grieks: ''metanoias,'' van ''metanoia ='' verandering van denken, bekering, berouw. Geen berouw vond hij bij zijn vader [[Izak]],: wien het niet berouwde en die geen spijt had van zijn zegening van [[Jakob (aartsvader)|Jakob]]. ZieEen Genandere verklaring zegt: "hij kreeg geen kans meer om het goed te maken", gelijk de NBV'04 vertaalt. 27Een verklaring die er dichtbij ligt:34v "Hij kreeg geen kans meer tot inkeer," aldus vertaalt de Groot Nieuws Bijbel.
 
Het schijnt echter dat Ezau wel degelijk spijt of berouw had, maar dat hij zijn vader niet kon vermurwen.
 
Zie Gen. 27:34v.
 
'''Hoewel hij die met tranen zocht.''' <blockquote>''Ge 27:34  Toen Ezau de woorden van zijn vader hoorde, gaf hij een zeer luide en bittere schreeuw, en zei tegen zijn vader: Zegen mij, ook mij, mijn vader!'' (...) ''Ge 27:38  Daarop zei Ezau tegen zijn vader: Hebt u [alleen maar] deze ene zegen, mijn vader? Zegen mij, ook mij, mijn vader! En Ezau begon luid te huilen.'' (HSV) </blockquote>
 
== 18 ==
Heb 12:18 Want u bent niet genaderd tot [de] tastbare <berg> en [het] brandende vuur, tot donkerheid, duisternis, onweer, (Telos)
'''De tastbare berg.''' “Berg” ontbreekt blijkbaar in meerdere handschriften. De beste vertaling is wellicht: “genaderd tot iets tastbaars en een brandend vuur” of "genaderd tot tastbaar en brandend vuur”. <blockquote>''Hebreeën 12:18 Want ge zijt niet gekomen tot iets aanraakbaars en een brandend vuur, tot donkerheid, duisternis en stormwind,'' (NaB) </blockquote><blockquote>''Hebreeën 12:18  Want gij zijt niet genaderd tot een tastbaar en brandend vuur, tot donkerheid, duisternis en stormwind,'' (NBG51) </blockquote>Welzeker is de berg tastbaar. En als we hierna vers 20 ("zelfs als een dier de berg <u>aanraakt</u>") en vers 22 ("u bent genaderd tot [de] berg Sion") lezen, dan ligt het voor de hand om bij het "tastbare" te denken aan de berg Horeb. <blockquote>''Heb 12:18  Want u bent niet genaderd tot de tastbare berg en het brandende vuur, tot donkerheid, duisternis, onweer,'' (HSV) </blockquote>'''Donkerheid, duisternis.''' De vertaler van de Leidse vertaling denkt bij 'donkerheid' aan donkere wolken. <blockquote>''Hebreeën 12:18  Gij toch zijt niet gekomen tot iets tastbaars en een brandend vuur met donkere wolken en duisternis, storm,'' (LEI) </blockquote>
'''De tastbare berg.''' “Berg” ontbreekt blijkbaar in meerdere handschriften. De beste vertaling is wellicht: “genaderd tot het tastbare en het brandende vuur” of “genaderd tot iets tastbaars en het brandende vuur”. Het tastbare is welzeker de berg; vergelijk vers 20, 22.
 
== 20 ==
Regel 150 ⟶ 172:
== 22 ==
Heb 12:22 maar u bent genaderd tot de berg Sion; en tot de stad van de levende God, het hemelse Jeruzalem; en tot tienduizenden van engelen, (Telos)
'''Genaderd tot de berg Sion.''' De andere berg was Horeb (Sinaï). Waarschijnlijk wordt 'de berg Sion' hier geestelijk (in de hemel) bedoeld, omdat (1) die berg niet 'tastbaar' (vgl. vers 18) voor ons nu is, en (2) de stad het ''hemelse'' Jeruzalem is. <blockquote>''Opb 21:10  En hij voerde mij weg in de geest op een grote en hoge berg en toonde mij de heilige stad, Jeruzalem, die uit de hemel neerdaalde van God'' (Telos) </blockquote>Een letterlijke berg Sion op aarde is wellicht in Opb. 14:1 bedoeld: <blockquote>''Opb 14:1  En ik zag en zie, het Lam stond op de berg Sion en met hem honderdvierenveertigduizend, die zijn naam en de naam van zijn Vader hadden, geschreven op hun voorhoofden.'' (Telos) </blockquote>
 
== 23 ==
Heb 12:23 de feestvergadering; en tot de vergadering van [de] eerstgeborenen, die in [de] hemelen staan opgeschreven, en tot God, [de] Rechter van allen; en tot [de] geesten van [de] tot volmaaktheid gekomen rechtvaardigen; (CP<ref name=":0">Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Telosvergadering[[Telos-vertaling]]. </ref>)
'''Feestvergadering.''' Andere vertalingen hebben bijvoorbeeld 'algemene vergadering' (Telos) of 'feestelijke vergadering" (NBG51). In de Griekse brontekst is het één woord: “paneguris”. Dit komt 1x voor in Nieuwe Testament. Het betekent: 1) een feestelijke vergadering van het hele volk om de openbare spelen of andere plechtigheden te vieren, of 2) openbare feestvergadering, volksfeest<ref>''Grieks-Nederlands Lexicon'', onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. </ref>.
 
De engelen zullen verheugd zijn, als de gemeente van Christus de hemel is binnengehaald. Ze verheugden zich voorheen al over elke zondaar die zich bekeert.<blockquote>''Lu 15:10  Alzo, zeg Ik ulieden, is er blijdschap voor de engelen Gods over een zondaar, die zich bekeert.'' (Telos)</blockquote>'''De vergadering van de eerstgeborenen.''' 'Of gemeente van de eerstgeborenen' (Telos). 'Gemeente' is de vertaling van het Griekse woorden 'ecclesia' (vergadering, samenroeping).
 
'''God, de Rechter van allen.''' Die oordeelt (en ook rechtvaardigt), gelovigen en ongelovigen, vromen en goddelozen, heiligen en ongoddelijken. God wordt in het verband voorgesteld als een tuchtigende vader, een rechter, een verterend vuur, en wel daarom, om ons de vreze Gods in te boezemen en ons te bewegen rechte paden te gaan en heilig te leven en de wedloop te volbrengen.
Regel 163 ⟶ 185:
 
== 24 ==
Heb 12:24 en tot Jezus, [de] middelaar van een nieuw verbond; en tot [het] bloed van de besprenkeling, dat beter spreekt dan Abel. (Telos)
'''Een nieuw verbond.''' Dat het oude verbond vervangt. Het zal eens met het bekeerde Israël gesloten worden. Zie [[Verbond]].
 
Regel 170 ⟶ 192:
Met het bloed van Jezus wordt iemand in overdrachtelijke zin besprenkeld, zodra hij zich bekeert en in de Heiland gelooft.
 
'''Dat beter spreekt dan Abel.''' Het bloed van Abel roept om wraak, het bloed van Jezus spreekt van verzoening en reiniging van zonden en van de liefde van God die Zijn Zoon zond tot verzoening. <blockquote>{{Bijbelvers|HoofdstukNaam=Hebreeën 11|VersNummer=4}} </blockquote>
 
== Nabeschouwing (22-24) ==
Regel 178 ⟶ 200:
 
== 25 ==
Heb 12:25 Kijkt u uit dat u Hem die spreekt, niet afwijst. Want als zij niet ontkomen zijn, die Hem afwezen die op aarde Goddelijke aanwijzingen gaf, hoeveel te minder wij, als wij ons afwenden van Hem die van de hemelen [spreekt]. (Telos)
'''Die op de aarde Goddelijke aanwijzingen gaf.''' OpDit deverwijst aardsewaarschijnlijk bergnaar SinaïMozes, totdie op aarde aanwijzingen van God bekendmaakte aan het volk, sprakmaar tegen wie een opstand uitbrak, die door God werd gesmoord.
 
<blockquote>{{Bijbelvers|HoofdstukNaam=Handelingen 7|VersNummer=38}}{{Handelingen 7:39}} </blockquote>
 
Meer dan eens is tegen Mozes gemord en moest God het volk straffen.
 
Sommigen denken dat het mogelijk verwijst naar God, die op de aardse berg Sinaï tot het volk sprak.
 
'''Hem die van de hemelen [spreekt].''' Dit kan verwijzen naar God, die uit de hemel op de berg Sinaï neerdaalde en tot het volk sprak (vgl. vers 26). Tegelijk verwijst dit naar de Zoon van God, die God reeds openbaarde in het Oude Testament. Waar God verscheen, verscheen de Zoon van God, die het Beeld van God is. <blockquote>{{Bijbelvers|HoofdstukNaam=Hebreeën 1|VersNummer=1}}</blockquote><blockquote>{{Bijbelvers|HoofdstukNaam=Hebreeën 10|VersNummer=29}}</blockquote>Christus is groter dan Mozes.
 
== 26 ==
Heb 12:26 Toen deed zijn stem de aarde wankelen; maar nu heeft Hij beloofd en gezegd: ‘Nog eenmaal zal Ik niet alleen de aarde doen beven maar ook de hemel’. (Telos)
'''Zijn stem.''' Die van de berg Sinaï klonk.
Bij de schepping van een nieuwe hemel en aarde, de vernieuwing van de oude wankelbare schepping (vs. 27), zullen aarde en hemel beven.
 
'''De aarde wankelen.''' <blockquote>{{Bijbelvers|HoofdstukNaam=Exodus 19|VersNummer=18}} </blockquote><blockquote>{{Bijbelvers|HoofdstukNaam=Richteren 5|VersNummer=4}}</blockquote>'''Maar nu enz.''' <blockquote>{{Bijbelvers|HoofdstukNaam=Haggaï 2|VersNummer=6}} </blockquote><blockquote>{{Bijbelvers|HoofdstukNaam=Haggaï 2|VersNummer=21}}</blockquote>Bij de schepping van een nieuwe hemel en aarde, de vernieuwing van de oude wankelbare schepping (vs. 27), zullen aarde en hemel beven.
 
== 27 ==
Regel 190 ⟶ 222:
 
== 28 ==
Heb 12:28 Laten wij dus, daar wij een onwankelbaar koninkrijk ontvangen, [de] genade vasthouden, en laten wij daardoor God dienen op een [Hem] welbehaaglijke [wijze] met eerbied en ontzag. (Telos)
'''Laten wij dus, daar wij...''' De belofte van het eeuwige koninkrijk is een beweegreden voor ons; zij motiveert ons.
 
'''[De] genade vasthouden en ... daardoor God dienen.''' Zie vers 15 ("terwijl u erop toeziet dat niet aan iemand de genade van God ontbreekt").
 
'''Een onwankelbaar koninkrijk.''' Een nog toekomstig rijk. Dit is een ''onwankelbaar,'' een ''blijvend'' rijk. Te beginnen met het koninkrijk der hemelen gedurende het duizendjarig vrederijk, maar ook daarna. Het onwankelbare koninkrijk zal eens de nieuwe hemel en de nieuwe aarde omvatten: het is van ons (voorzover wij erfgenamen van God zijn) en wij zullen met Hem regeren.