Hebreeën 9: verschil tussen versies

652 bytes toegevoegd ,  3 jaar geleden
k
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 141:
''Hebreeën 6:17 Daarom heeft God, omdat Hij de <u>erfgenamen</u> van de belofte de onveranderlijkheid van zijn raad overvloediger wilde bewijzen, Zich met een eed verbonden, (Telos)''
 
''Heb 9:11  Maar Christus, gekomen als hogepriester van <u>de komende goederen</u>, door de grotere en volmaaktere tabernakel, niet met handen gemaakt (dat is niet van deze schepping), (Telos)''
 
''Heb 10:1  Want daar de wet een schaduw heeft van de toekomstige goederen, niet het beeld van de dingen zelf, kan zij met dezelfde slachtoffers die men voortdurend elk jaar offert, hen die naderen nooit volmaken.'' (Telos)
 
== Hebr. 9:16 ==
Regel 206 ⟶ 208:
 
''Heb 1:3 Deze, die de uitstraling is van zijn heerlijkheid en de afdruk van zijn wezen en die alle dingen draagt door het woord van zijn kracht, is, nadat Hij door Zichzelf de reiniging van de zonden tot stand heeft gebracht, gaan zitten aan de rechterhand van de Majesteit in de hoge'',
 
== Hebr. 9:26 ==
Heb 9:26  anders had Hij van de grondlegging van de wereld af dikwijls moeten lijden. Maar nu is Hij eenmaal in de voleinding van de eeuwen geopenbaard om de zonde af te schaffen door het slachtoffer van Zichzelf. (Telos)
'''Anders had Hij van de grondlegging van de wereld af dikwijls moeten lijden.''' Deze zinssnede bewijst dat het offer van Christus ook voor de zonden van het voorgeslacht is.
 
== Hebr. 9:28 ==