Hemel en Tussentoestand: verschil tussen versies

121 bytes toegevoegd ,  1 jaar geleden
kleine aanvulling op de tekst.
(kleine toevoeging aan de tekst)
(kleine aanvulling op de tekst.)
Regel 101:
'''De ziel als een Hemelse garantie voor het eeuwig voortbestaan'''
 
Dat ieder mens een ziel bezit, zegt ons in ieder geval dat hij een eeuwigheidsbestemming heeft. De eeuwigheidsbestemming vloeit voort uit het gegeven dat de mens geschapen is naar het Beeld Gods. De mens blijft in een Schepper-schepsel-relatie verplicht tot verantwoording. Hij blijft eigendom van de Schepper. Niemand, ook de ongelovigen, moet menen zich daaraan te kunnen onttrekken. Zij die van genade mochten leven, behoeven niet beangstigd te zijn om vergeten te worden. Met andere woorden; na de dood houdt ons leven niet op. Voor hen die geloven, betekent hun ziel een Goddelijke garantie, hun Zaligmaker te mogen ontmoeten en inwoner te mogen zijn van het Eeuwige Godsrijk. Want wat blijft is Gods almacht, Zijn verkiezende liefde, het 'Boek des Levens', de opstanding van Jezus uit de doden als een concrete garantie van onze opstanding en de vele beloften Gods. Bij Zijn Hemelvaart heeft Christus die Goddelijke Garantie als een buit na de strijd meegevoerd naar de hemel (Ef. 4:8). God wijst regelmatig op Zijn scheppingskracht (Jes. 40:25-26). Hij kan zon, maan en sterren, bergen en zeeën voortbrengen. Hij kan het mechanisme van het leven in elkaar zetten en planten, dieren en de mens het leven geven. Hij kan doden weer het leven geven (Ps. 104:24). Jezus leert ons dat de 'ontmoeting' met Hem pas in het Koninkrijk Gods zal plaats vinden (Mark. 14:25; Luk. 22:16) na de wederopstanding.
 
Openb. 1:5,12,16 biedt ons een blik in de hemel der hemelen. De teksten openbaren ons de Goddelijke garantie op de zaligheid, weggelegd voor Gods gunstgenoten: ''Jezus Christus de Getrouwe Getuige, de Eerstgeborene uit de doden, de Overste der koningen der aarde, Hem Die ons heeft lief gehad, en van zonden gewassen in Zijn bloed, Die ons gemaakt heeft tot koningen en priesters Gode en Zijn Vader, Hij komt met de wolken, Eén, de Zoon des mensen gelijk zijnde, in het midden van zeven kandelaren (gemeenten), met zeven sterren (engelen der gemeenten) in Zijn Rechterhand, trouw aan Zijn Verbond (de regenboog rondom).''