Hemel en Tussentoestand: verschil tussen versies

310 bytes toegevoegd ,  1 jaar geleden
kleine toevoeging aan de tekst
(Kleine onjuistheden verbeterd)
(kleine toevoeging aan de tekst)
Regel 48:
 
Mattheus 16:17 ''Zalig'' ''zijt gij,'' ''Simon, Bar-Jona!'' ''want vlees en bloed'' ''heeft u dat niet geopenbaard,'' ''maar mijn Vader, Die'' ''in de hemelen is (St.Vert.).''
 
Joh. 3:27 Een mens kan geen ding aannemen, zo het hem uit den hemel niet gegeven zij.
 
Joh. 6:65 ''En Hij (Jezus) zeide: Daarom heb ik u gezegd, dat niemand tot Mij komen kan, tenzij dat het hem gegeven zij van Mijn Vader (St.Vert.).''
Regel 135 ⟶ 137:
Alle gelovigen wachten na hun overlijden op de opstandingsdag. (Adam, Eva, Henoch, Noach, Abraham, Rachab, Ruth, Maria, Petrus, Paulus, de moordenaar aan het kruis, Lydia enz. enz.) De veronderstelling dat heiligen in de hemel der hemelen aanvankelijk voorlopig aanwezig kunnen zijn, vindt, in tegenstelling tot het geloof aan een wederopstanding, in de Heilige Schrift geen duidelijke grond.
 
De tijd tussen overlijden en wederopstanding uit de dood is voor de overledene waarschijnlijk geen tijd. Na het overlijden wordt de opstanding ervaren en breekt voor ons allen het 'heden' van de opstanding aan. ''<nowiki/>'Heden zult gij met Mij in het paradijs zijn''', zei Jezus aan het kruis tegen de moordenaar (Luk. 23:43). Daarbij moet gezegd worden, dat in de Griekse vertaling staat: Voorwaar/tot u zeg ik heden/met Mij zult gij zijn/in het paradijs. 8) Het woord 'heden' wil dan zeggen 'nu' 'dit moment<nowiki>''</nowiki> zeg Ik dat tegen u. In Markus 14:25 en Lukas 22:16 lezen we: ''<nowiki/>'Voorwaar, Ik zeg u, dat Ik niet meer zal drinken van de vrucht des wijnstoks, tot op dien dag, wanneer Ik dezelve nieuw zal drinken in het Koninkrijk Gods.' (St.Vert.)''
 
'''Bronnen'''