Hemel en Tussentoestand: verschil tussen versies

26 bytes toegevoegd ,  1 jaar geleden
Kleine aanpassing aan de tekst
(aanvulling op de tekst)
(Kleine aanpassing aan de tekst)
Regel 93:
'''Gedachten over de ziel'''
 
Het algemeen gevoelen onder 'ons' is, dat de zielen van Gods kinderen direct na hun overlijden opgenomen worden tot Gods Troon. Zodra de vraag komt waaruit onze ziel bestaat, wat men zich daarbij moet voorstellen, weet men terecht geen antwoord te geven. Wij zijn stoffelijk en denken ook als zodanig, zeggen we dan. De gedachte als zou de ziel een geest of een soort etherische damp zijn, die het lichaam kan verlaten en opstijgt naar de Hemel, zou wel eens niet juist kunnen zijn. Er zijn in de loop der tijd vele ideeën ontwikkeld omtrent het voortbestaan van de ziel. Bijbelteksten, die zich er voor lenen om naar willekeur verschillend uitgelegd te worden, worden daarbij veelvuldig als bewijs aangedragen. Zo wordt bloed, als drager van het leven, in Gen. 35:18 'ziel' genoemd. Dit in verband met het overlijden van Rachel. De tekst wil ons waarschijnlijk zeggen, dat zij bij de bevalling is overleden aan overmatig bloedverlies (Deut. 12:23). In Lev. 17:11 wordt gesproken over de ziel van het vlees in het bloed als drager van het leven. In de offerdienst is het bloed daarom drager en brenger van het leven en ziet het op het verzoenend lijden van de komende Levensvorst.
 
Het valt ook op dat de personen, die Jezus uit de dood heeft opgewekt, geen getuigenis hebben gegeven van hun ervaring in de Hemel. Zijn ze wel in de hemel geweest? Hebben ze het Lam ook gezien naast de Troon? Of bleef na hun overlijden slechts hun dode lichaam over, onderhevig aan de ontbinding? Later zijn ze wel allen overleden, verwachtend de herschepping bij de wederopstanding.