k
geen bewerkingssamenvatting
(Nieuwe pagina aangemaakt met 'miniatuur|159x159px|''Beeltenis van Herodes Agrippa II.'' '''Herodes Agrippa II''' (27-100 na Chr.), in de Schrift kortweg Agrippa...') |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
(8 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 1:
[[Bestand:Herod Agrippa II.jpg|miniatuur|
'''Herodes Agrippa II''' (27-100 na Chr.), in de Schrift kortweg Agrippa genoemd,
Hij was de zoon van [[Herodes Agrippa I]] en Cypros, en de achterkleinzoon van [[Herodes de Grote]].
{{Stamboom Herodes Agrippa I}}
Hij was van 48 - 53 v.C. koning van Chalkis, een koninkrijk in de vallei van Libanon. De hoofdstad was Chalkis, een stad ten noorden van Israël (zie de kaart hieronder). Hij regeerde daarna over gebieden rondom het meer van Galilea en ten noordoosten van de Dode Zee:▼
▲Hij was van 48 - 53 v.C. koning van Chalkis, een koninkrijk in de vallei van Libanon. De hoofdstad was Chalkis, een stad ten noorden van Israël. Hij regeerde daarna over gebieden rondom het meer van Galilea en ten noordoosten van de Dode Zee:
[[Bestand:Koninkrijk van Herodes Agrippa II (Access Foundation).jpg|geen|miniatuur|1283x1283px|''Tweede procuratorschap en het koninkrijk van Agrippa II. '']]
[[Bestand:Festus Agrippa Bernice Paulus.jpg|miniatuur|''Paulus verdedigt zich voor Festus, Herodes Agrippa II en Bernice.'']]
Agrippa II was een kenner van alle gebruiken alsook twistvragen onder de Joden (Hand 26:3). Hij verhoorde de apostel Paulus, die zich met succes tegenover hem verdedigde (Hand. 26). De koning antwoordde: “Straks zou u mij nog door uw overreding christen maken.” (Hand 26:28). Daarop zei Paulus: “Ik zou God wel willen bidden dat en straks en voor lange tijd niet alleen u, maar ook allen die mij vandaag horen, zodanig werden zoals ook ik ben, uitgezonderd deze boeien.” (Hand 26:29) Tenslotte oordeelde Agrippa dat Paulus niets deed wat dood of gevangenschap waard was (Hand. 26:31). ▼
Agrippa II was een kenner van alle gebruiken alsook twistvragen onder de Joden (Hand 26:3). Hij geloofde de profeten van het Oude Testament (Hand. 26:27).
▲
{{Tijdbalk Israël en Gemeente 0-49}}
{{Tijdbalk Israël en Gemeente 50-99}}
|