Homo sapiens erectus: verschil tussen versies

91 bytes toegevoegd ,  2 jaar geleden
Kleine aanpassing aan de tekst
(kleine aanpassing aan de tekst)
(Kleine aanpassing aan de tekst)
Regel 65:
De eerste kennismaking met een australopitheek ('Zuidelijke Aap') betrof de vondst van een kleine schedel in een mergelgroeve te Taung (Zuid-Afrika) in 1920. Prof. Raymond Dart schreef de schedel in 1924 toe aan een nieuw soort in de afstammingsreeks naar (overeenkomstig zijn evolutionistische visie) het ontstaan van de moderne mens. Hij meende de schedel toe te moeten schrijven aan een Australopithecus africanus. Geschatte ouderdom 2.250.000 jr oud. Tot op de vondst van Lucy in 1974 (zie hierover verder in de tekst) gold het kind van Taung als een directe voorouder van de mens. Later bleek de laag waarin de schedel werd gevonden jonger te zijn dan eerst werd aangenomen (800.000 jr oud). Vele paleontologen rekenden het kind van Taung daarom tot het menselijk geslacht (Homo sapiens erectus). De ontwikkeling van de schedel bleek echter duidelijk volgroeid en toebehorend aan een vierjarige. Geheel in overeenstemming met de ontwikkeling van een chimpansee. 11)
 
Volgens de gangbare wetenschap ''(in het vervolg: '''(vao) =''' volgens algemene opvatting/ zoals de wetenschap er momenteel over denkt)'' zou het menselijk geslacht zich ontwikkeld hebben uit een afsplitsing van een geslacht van aapmensen (australopitheken of australopithecinen). Dit zou hebben plaats gehad ca ruim 3,5 miljoen jaar geleden, toen '''Australopithecus afarensis''' op aarde rond liep. Typische vertegenwoordiger van deze groep individuen is Lucy. Van haar is in Ethiopië (regio Afar, tussen Addis Abeba en Djibouti) een groot deel van het skelet gevonden. De handen en de voeten ontbraken. Men schatte de lengte op max 110 cm en de schedelinhoud op 375 ml; ontdekker Donald Johanson. De vondsten (aug 1978) van dezelfde ouderdom te Laetoli in Tanzania betreffen voetafdrukken in vulkanisch as, over een lengte van 70 meter. De afdrukken tonen de kenmerken van een normale menselijke voet (een geprononceerde hiel, grote teen in één lijn met de andere tenen, overlangse voetgewelf). Blijkbaar van een volwassen iemand met een kind. De ouderdom van de voetafdrukken werd geschat op 3.500.000 jaar. Algemeen gaat men er van uit dat de moderne mens (Homo sapiens) pas 300.000 jaar geleden ontstond. Er bleef daarom slechts één conclusie over: de voetafdrukken waren van een Australopithecus afarensis die in staat was rechtop te lopen, een familielid van Lucy. Daaruit trok men de conclusie dat de Australopithecus afarensis een belangrijke schakel moet zijn geweest naar de ontwikkeling van de mens. 8) Toen de Duitse paleontoloog Hans Reck in 1913 in een zeer oude laag in de Oldoway-kloof het geraamte vond van een modern mens, stond de evolutionistische wereld op zijn kop. Geraamte en laag behoorden tot dezelfde periode. Er was van enige verstoring geen sprake. Hans Reck kon maar tot één conclusie komen: lang voor de verschijning van de neanderdaler-mens leefde Homo sapiens reeds in Afrika. Zo bleef het probleem tot 1931, tot Reck ging samenwerken met L.S.B. Leaky. Er werden nog beenderresten van moderne mensen gevonden. Reck is kort nadien overleden. Leakey verklaarde toen dat alle gevonden resten van moderne mensen in oudere lagen gevonden konden worden vanwege verstoringen, zoals aardbevingen en daarin dus niet thuis hoorden. Evenals bij het probleem 'Lucy en de gevonden voetstappen' is ook hier dus sprake geweest van een conclusie, opgedrongen door een evolutionistische tunnelvisie! 10)
 
Tijdgenoot van Australopithecus afarensis zou Australopithecus prometheus ('Little Foot') kunnen zijn, gevonden 1997 te Sterkfontein in Zuid-Afrika, ontdekker Dr. Ron Clarke.
Regel 96:
Men is gaan zoeken naar botresten van mensachtige wezens, die nog niet het stadium van ontwikkeling hadden bereikt van de moderne mens.
 
Heel bekend zijn de vele fossiele resten geworden van wat men later de neanderthaler is gaan noemen. Omdat hij nu algemeen gezien wordt als een mens, gelijkwaardig aan de moderne typen en rassen van heden, mag hij de naam krijgen van '''Homo sapiens neanderthalensis.''' De neanderthaler mens heeft zich zelfs met hedendaagse typen vermendvermengd. De toevoeging 'neanderthalensis' wil slechts zeggen dat hij zich ten opzichte van anderen onderscheidde door specifieke fysieke kenmerken.
 
'''''Homo sapiens erectus'''''
Regel 166:
Zo heeft het hoofd van de Pekingmens kenmerken van de neanderthaler. De schedels van Swanscombe en Steinheim zijn opvallend modern (ook al zijn ze van oudere datum dan de neanderthaler). Homo floresiensis is bijzonder klein (maar een geringe lengte kan onder mensen voorkomen, vooral als gevolg van ernstige vorm van inteelt). Homo naledi en Homo georgicus hebben een geringe schedelinhoud (omvang van de hersenen zegt niet alles, als er maar voldoende grijze massa is).
 
De vele variaties tussen de gemaakte reconstructies geven gemakkelijk aanleiding tot verschillen van mening over de te trekken conclusies. Ook binnen de paleontologie. Afbeeldingen van gemaakte reconstructies kunnen bovendien namelijk zeer suggestief zijn. Geringe aanpassingen aan het uiterlijk (beharing, schedel, opgetrokken bovenlip!) kunnen al iets dierlijks of menselijks aan een reconstructie geven.
 
Afbeeldingen van gemaakte reconstructies kunnen bovendien namelijk zeer suggestief zijn. Geringe aanpassingen aan het uiterlijk (beharing, schedel, opgetrokken bovenlip!) kunnen al iets dierlijks of menselijks aan een reconstructie geven.
 
Opvallend aan deze vondsten is daarentegen, dat romp en ledematen menselijk zijn. Soms bevestigde de aanwezigheid van gemaakte werktuigen (artefacten) hun menselijke afkomst.
Regel 188 ⟶ 186:
De gedachte dat de aardlagen, waarop we leven, wereldwijd zijn ontstaan langs een zeer geleidelijke weg, is een onlogische gedachte. De vernietiging van de bestaande aardkorst en de opbouw van aardlagen vraagt theoretisch om een heftige oorzaak met heftige gevolgen. Dezelfde redenering is van toepassing op het ontstaan van de gebergten.
 
We zijn van mening dat het ontstaan van de aardlagen (tijdens de vloed) met de continenten (na de vloed) en de alpiene gebergtevorming (met klimaatveranderingen als gevolg), de twee belangrijkste gebeurtenissen in de geologische geschiedenis van de aarde zijn. Deze twee wereldomvattende catastrofen (cataclysmen) maken tevens onderdeel uit van de geschiedenis der mensheid. Verwijzend naar de hieronder vermelde artikelen, durven we te veronderstellen dat de Homo sapiens erectus-mensen en de Homo sapiens neanderthalensis-mensen zich reeds voor de mislukking van de torenbouw over Europa hadden verspreid.
 
''(Voor meer informatie hierover kunnen we volstaan met een verwijzing naar de volgende artikelen op Christipedia: '''Zondvloed en het paleozoïcum, Zondvloed en het mesozoïcum, Zondvloed en gebergtevorming, Prehistorie/Nabije Oosten en Europa, Chronologie: Noach tot Abraham''' )''
 
Vroeger of later verschenen na het mislukken van de torenbouw nieuwe bevolkingsgroepen in Europa. Waarschijnlijk zijn zij met de eersteoudere Homobewoners sapiensonze sapiens-menseneuropese invoorvaders Europageworden.
 
Volgens de Bijbelse tijdlijn bereikten de alpiene gebergten na 250 jaar, dus ca 3400 voor Christus, toen de torenbouw te Babel mislukte, een dusdanige hoogte dat zij het klimaat sterk konden beïnvloeden. In Europa wordt het koud. De koudeperiode zal duren tot de geboorte van Peleg in 2659 voor Christus. Deze laatste koudeperiode zou mogelijk de Würm-ijstijd genoemd kunnen worden.