Hooglied/Hoofdstuk 5: verschil tussen versies

5.726 bytes toegevoegd ,  4 jaar geleden
k
Regel 60:
Hoo 5:8  Ik bezweer u, gij dochters van Jeruzalem! indien gij mijn Liefste vindt, wat zult gij Hem aanzeggen? Dat ik krank ben van liefde. (SV)
'''Krank van liefde'''. Door haar sterk en nog onvervuld verlangen naar haar vriend.
 
== Hoogl. 5:9 ==
Hoo 5:9   Wat is uw Liefste meer dan een ander liefste, o gij schoonste onder de vrouwen! wat is uw Liefste meer dan een ander liefste, dat gij ons zo bezworen hebt! (SV)
Dit antwoord is van de dochters van Jeruzalem, zie vers 8 en 16.
 
'''O gij schoonste onder de vrouwen.''' Deze woorden komen ook voor in 1:8 en 6:1. Zie [[Hooglied/Onderwerpen]].
 
== Hoogl. 5:10 ==
Hoo 5:10  Mijn Liefste is blank en rood, Hij draagt de banier boven tien duizend. (SV)
'''Blank en rood.''' Rood of roodachtig, in het Hebr. het bijvoeglijk naamwoord ''adom''. De eigennaam Adam, Hebr. ''adam'', betekent 'rood'.
 
Is zij 'zwartachtig' door de zon (1:6), hij is blank. Blank en rood is hij, zijn gelaat, zijn armen, zijn benen. Blank is de kleur van zijn vlees en rood die van zijn bloed. Zij lijkt hem te beschrijven als van hoge adel, van voortreffelijke opvoeding en van voorname stand.<ref name=":0" />
 
'''Hij draagt de banier boven tien duizend.''' Wie de banier droeg was boven alle helden zichtbaar, stak met zijn banier boven allen uit. 'De banier dragen boven tienduizend' is hier een figuurlijke uitdrukking, om ook daarmee zijn onovertrefbare schoonheid aan te duiden. Zo wil zij zeggen: hij overtreft allen in schoonheid, hij is boven zovele mannen die mooi genoemd kunnen worden en verdienen geliefd te worden.<ref name=":0" />
 
<u>Van de Christus Gods gezegd</u>, wordt daarmee Zijn onovertrefbare schoonheid ten opzichte van Zijn volk aangewezen. Hij is blank vanwege zijn reinheid, zijn smetteloosheid, zijn gehoorzaamheid. Hij is de zuivere, onbevlekte mens.
 
''Heb 7:26  Want zo’n hogepriester paste ons ook: heilig, onschuldig, <u>onbesmet</u>, gescheiden van de zondaars en <u>hoger</u> dan de hemelen geworden; (Telos)''
 
Hij is rood vanwege zijn bloed, zijn bloedig lijden tot in de dood<ref>Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), denkt bij blank aan Zijn dadelijke gehoorzaamheid en bij rood aan Zijn lijdelijke gehoorzaamheid. </ref>, zijn bloedstorting tot verzoening der zonde, tot uitdelging van schuld en straf beide. Hij is de laatste Adam, de laatste Rode. Wanneer hij in de wereld terugkomt, is Hij bekleed - zo ziet Johannes hem in zijn visioen - met een in bloed gedoopt kleed.
 
''Opb 19:13  En Hij is bekleed met een in bloed gedoopt kleed, en zijn naam wordt genoemd: het Woord van God. (Telos)''
 
God heeft Christus gezet boven en over alles.
 
''Efe 1:21  boven alle overheid, gezag, kracht en heerschappij en elke naam die genoemd wordt, niet alleen in deze, maar ook in de toekomstige eeuw. Efe 1:22  En Hij heeft alles aan zijn voeten onderworpen en Hem als hoofd over alles gegeven aan de gemeente, (Telos)''
 
Om zijn gehoorzaamheid tot de dood heeft God hem de naam geschonken 'boven alle naam'.
 
''Flp 2:9  Daarom heeft God Hem ook uitermate verhoogd en Hem de naam geschonken die boven alle naam is, (Telos)''
 
== Hoogl. 5:11 ==
Hoo 5:11  Zijn hoofd is van het fijnste goud, van het dichtste goud; Zijn haarlokken zijn gekruld, zwart als een raaf. (SV)
De bruid begint nu de onderdelen van zijn lichaam op te sommen en de schoonheid daarvan te melden, waardoor zij straks tot de uitroep komt, dat al wat aan hem is, is geheel begeerlijk<ref name=":1">Aldus Henry, aangehaald in: Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901)</ref>.
 
'''Zijn hoofd is van het fijnste goud, van het dichtste goud.''' Eén uitlegger stelt zich dat zo voor: zijn gehele hoofd, zijn fris en blozend aangezicht, zoals het uit het gitzwarte van met de gouden kroon versierde haren voortkomt, is uit de verte gezien als van het fijnste, roodachtig, glinsterende goud<ref name=":0" />.
 
Het statenbeeld van Daniël heeft een hoofd dat van goud is. Dat hoofd stelt de koning Nebukadnezar voor en spreekt van de uitnemende heerlijkheid van zijn rijk en heerschappij.
 
Het Nieuwe Jeruzalem, dat uit de hemel is, is zuiver goud (Opb. 21:18, 21).
 
'''Zijn haarlokken zijn gekruld, zwart als een raaf.''' 'Gekruld', woordelijk: 'heuvel aan heuvel'<ref name=":0" />. Anderen vertalen: 'golvend' (NBG51), 'palmtakken' (Canis), 'jonge palmtakken' (NaB), 'palmtwijgen' (Lei), 'dadelristen' (WV78), 'dadeltrossen' (NBV2004), 'borstelig' (WV95). In het Engels: 'bushy' (AV), 'flowing' (Darby, Young's literal translation), 'curly' (NET Bible). Zijn haar is in dicht aan elkaar liggende rijen van lokken<ref name=":0" />, of golvend, krullend, en daarbij glinsterend zwart als een raaf.
 
Zwart is het haar van jeugdigen, grijs of wit dat van de ouden.
 
<u>Van de Christus Gods gezegd,</u> beschrijft de bruid, in de verzen 11 en volgende, alles, wat in Hem beminnelijk is. In tien bijzonderheden beschrijft zij zijn schoonheid, met het oogmerk om te tonen dat hij in alles tot zijn onderneming wel bevoegd was, en tevens alles in zich had, om onze achting, liefde en vertrouwen te winnen.<ref name=":1" />
 
Het gouden hoofd en de zwarte haarlokken duiden op Zijn koninklijke macht en Zijn onveranderlijke heerschappij. Is het witte haar het teken van de ouderdom en daarom ook van de eeuwigheid, het zwarte haar is het teken van de jeugd maar ook van onveranderlijkheid.
 
== Voetnoten ==