Hooglied/Hoofdstuk 6: verschil tussen versies

610 bytes toegevoegd ,  4 jaar geleden
k
Regel 17:
'''Schrikkelijk als [slagorden] met banieren.''' De Herziene Statenvertaling heeft "schrikwekkend als zij die vaandels opheffen." NBG51-vertaling: "geducht als krijgsscharen met banieren". Leidse vertaling: "geducht als legerbenden". Luther vertaalde: "schrecklich wie Heerspitzen". De Nederlandse Luthervertaling: "verschrikkelijk als een slagorde." NaB: "schrikwekkend ook als vliegende vaandels" WV95: "ontzagwekkend als een leger in slagorde". NBV2004: "zo ontzagwekkend als een vaandelvrouw."
 
De bruid is schrikwekkend "als in triomf binnentrekkende slagorden met banieren"<ref name=":0">Parafrase door Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901). </ref>. Het schijnt zonderling om de vrouw aldus te vergelijken. Men bedenke dat Israël, met Gods hulp, eens zijn vijanden zal onderwerpen.
 
''Jes 11:10  Want het zal geschieden ten zelven dage, dat de heidenen naar den Wortel van Isaï, <u>Die staan zal tot een banier der volken</u>, zullen vragen, en Zijn rust zal heerlijk zijn. Jes 11:11  Want het zal geschieden te dien dage, dat de Heere ten anderen male Zijn hand aanleggen zal om weder te verwerven het overblijfsel Zijns volks, hetwelk overgebleven zal zijn van Assyrie, en van Egypte, en van Pathros, en van Morenland, en van Elam, en van Sinear, en van Hamath, en van de eilanden der zee. Jes 11:12  En <u>Hij zal een banier oprichten onder de heidenen, en Hij zal de verdrevenen van Israël verzamelen, en de verstrooiden uit Juda vergaderen</u>, van de vier eilanden des aardrijks. Jes 11:13  En de nijd van Efraïm zal wegwijken, en de tegenpartijders van Juda zullen uitgeroeid worden; Efraïm zal Juda niet benijden, en Juda zal Efraïm niet benauwen.  Jes 11:14  Maar <u>zij zullen den Filistijnen op den schouder vliegen tegen het westen, en zij zullen te zamen die van het oosten beroven; aan Edom en Moab zullen zij hun handen slaan, en de kinderen Ammons zullen hun gehoorzaam zijn</u>. (SV)''
Regel 25:
''Opb 19:14 En de legers die in de hemel zijn, volgden Hem op witte paarden, bekleed met wit, rein, fijn linnen. (TELOS)''
 
== Hoog. 6:5 ==
Hoo 6:5  Wend uw ogen van Mij af, want zij doen Mij geweld aan; uw haar is als een kudde geiten, die het gras van Gilead afscheren. (SV)
Haar ogen en haar had hij al eerder beschreven in [[Hooglied/Hoofdstuk 1#Hoogl. 4:1|4:1]].
 
''Hoo 4:1  Zie, gij zijt schoon, Mijn vriendin! zie, gij zijt schoon; uw ogen zijn duiven ogen tussen uw vlechten; uw haar is als een kudde geiten, die het gras van den berg Gileads afscheren. (SV)''
 
'''Zij doen mij geweld aan.''' Zij brengen een sterke aandoening in mijn binnenste teweeg, zij brengen mijn hart in beroering.<ref name=":0" />
<br />
== Voetnoot ==