Hooglied/Onderwerpen: verschil tussen versies

1.561 bytes toegevoegd ,  4 jaar geleden
k
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 65:
=== Zijn geur ===
''Hoo 1:3  Uw oliën zijn goed tot reuk, Uw naam is een olie, die uitgestort wordt; daarom hebben U de maagden lief. (SV)''
 
== Dochters van Jeruzalem ==
Meermaals spreekt de bruid tot de dochters van Jeruzalem:
 
''Hoo 1:5  Ik ben zwart, doch liefelijk (gij dochteren van Jeruzalem!), gelijk de tenten van Kedar, gelijk de gordijnen van Salomo. (SV)''
 
Al in het begin (1:3v) spelen zij mee.
 
''Hoo 1:3  Uw oliën zijn goed tot reuk, Uw naam is een olie, die uitgestort wordt; daarom hebben U <u>de maagden</u> lief. Hoo 1:4  Trek mij, <u>wij</u> zullen U nalopen! De Koning heeft mij gebracht in Zijn binnenkameren; <u>wij</u> zullen ons verheugen en in U verblijden; <u>wij</u> zullen Uw uitnemende liefde vermelden, meer dan den wijn; de <u>oprechten</u> hebben U lief.'' (SV)
 
Driemaal wordt de dochters van Jeruzalem bezworen om de liefde niet voortijdig op te wekken.
 
''Hoo 2:7  Ik bezweer u, gij, dochteren van Jeruzalem! die bij de reeen, of bij de hinden des velds zijt, dat gij die liefde niet opwekt, noch wakker maakt, totdat het dezelve luste! (SV)''
 
''Hoo 3:5  Ik bezweer u, gij dochteren van Jeruzalem! die bij de reeen of bij de hinden des velds zijt, dat gij de liefde niet opwekt, noch wakker maakt, totdat het haar luste! (SV)''
 
''Hoo 8:4  Ik bezweer u, gij dochteren van Jeruzalem! dat gij die liefde niet opwekt, noch wakker maakt, totdat het dezelve lust! (SV)''
 
Het statiebed van Salomo was van binnen bekleed met de liefde van Jeruzalems dochters.
 
''Hoo 3:10  De pilaren derzelve maakte hij van zilver, haar vloer van goud, haar gehemelte van purper; het binnenste was bespreid met de liefde van de dochteren van Jeruzalem. (SV)''