Hooglied/Onderwerpen

Uit Christipedia
Oude Testament: Ge · Ex · Le · De · Joz · Ri · Ru · 1Sa · 2Sa · 1Ko · 2Ko · 1Kr · 2Kr · Ezr · Ne · Est · Job · Ps · Sp · Pr · Hgl · Jes · Jer · Kla · Eze · Da · Hos · Joë · Am · Ob · Jon · Mi · Na · Hab · Zef · Hag · Za · Mal.
Nieuwe Testament: Mt · Mr · Lk · Jh · Hn · Rm · 1Ko · 2Ko · Gl · Ef · Fp · Col · 1Th · 2Th · 1Tm · 2Tm · Tit · Fm · Hb · Jk · 1Pe · 2Pe · 1Jh · 2Jh · 3Jh · Jd · Opb.

Hooglied:


Onderwerpen wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages worden becommentarieerd.

Bruid

'Bruid'

De vrouw wordt 6x 'bruid' genoemd, voor het eerst in 4:8, daarna in 4:9-12 en 5:1.

'Mijn zuster'

De bruidegom noemt haar 5x 'mijn zuster', in 4:9, 10, 12 en 5:1, 2.

'Mijn duive'

Hij noemt haar 3x 'mijn duive' (2:14; 5:2; 6:9). De duif is een tedere en 'oprechte' vogel.

Mt 10:16  Zie, Ik zend u als schapen midden onder wolven, weest dan voorzichtig als de slangen en oprecht als de duiven. (Telos)

In 1:15 zegt de bruidegom dat haar ogen (gelijk) duiven zijn.

Haar liefde

Haar liefde is schoon, uitnemend, beter dan wijn.

Hoo 4:10  Hoe schoon is uw uitnemende liefde, Mijn zuster, o bruid! hoeveel beter is uw uitnemende liefde dan wijn, en de reuk uwer oliën dan alle specerijen! (SV)

Haar schoonheid

De bruidegom noemt haar 'schoon' (1:15, 6:4), 'mijn schone' (2:10, 13), ja, 'schoonste onder vrouwen' (1:8). Onderdelen van haar schoonheid:

  • haar ogen (4:1). Met één van haar ogen (en met één halsketting) nam zij zijn hart in (4:9).
  • haar haar (4:1)
  • haar tanden (4:2)
  • haar lippen (4:3)
  • de slaap van haar hoofd (4:3)
  • haar hals (4:4)

Haar smaak

Hoo 4:11  Uw lippen, o bruid! druppen van honigzeem; honig en melk is onder uw tong, ... . (SV)

Haar geur

Hoo 4:10  Hoe schoon is uw uitnemende liefde, Mijn zuster, o bruid! hoeveel beter is uw uitnemende liefde dan wijn, en de reuk uwer oliën dan alle specerijen! Hoo 4:11  Uw lippen, o bruid! druppen van honigzeem; honig en melk is onder uw tong, en de reuk uwer klederen is als de reuk van Libanon. (SV)

Haar lippen

Zijn als een scharlaken snoer (4:3). Ze druppen van honigzeem (4:11).

Haar tong

Onder haar tong is honig en melk (4:11).

Haar gedaante

De bruidegom vindt haar gedaante 'liefelijk' (2:14)

Haar stem en spraak

De bruidegom vindt haar stem 'zoet' (2:14) en wenst hem te horen (2:14). Haar spraak is 'liefelijk' (4:3).

Haar sieraad

De bruidegom vermeldt ook sieraden van zijn vriendin. Met één ketting van haar hals (en met één van haar ogen) heeft zij zijn hart ingenomen (4:9).

Haar kleding

Haar kleren hebben een geur als die van het Libanon-gebergte (4:11).

Bruidegom

De mannelijke hoofdfiguur van Hooglied is koning (1:4) èn herder (1:7), 'die weidt onder de leliën' (2:16).

Zijn liefde

Zijn liefde is uitnemend, beter dan wijn.

Hoo 1:2  Hij kusse mij met de kussen Zijns monds; want Uw uitnemende liefde is beter dan wijn. (SV)

Zijn geur

Hoo 1:3  Uw oliën zijn goed tot reuk, Uw naam is een olie, die uitgestort wordt; daarom hebben U de maagden lief. (SV)

Dochters van Jeruzalem

Meermaals spreekt de bruid tot de dochters van Jeruzalem:

Hoo 1:5  Ik ben zwart, doch liefelijk (gij dochteren van Jeruzalem!), gelijk de tenten van Kedar, gelijk de gordijnen van Salomo. (SV)

Al in het begin (1:3v) spelen zij mee.

Hoo 1:3  Uw oliën zijn goed tot reuk, Uw naam is een olie, die uitgestort wordt; daarom hebben U de maagden lief. Hoo 1:4  Trek mij, wij zullen U nalopen! De Koning heeft mij gebracht in Zijn binnenkameren; wij zullen ons verheugen en in U verblijden; wij zullen Uw uitnemende liefde vermelden, meer dan den wijn; de oprechten hebben U lief. (SV)

Driemaal wordt de dochters van Jeruzalem bezworen om de liefde niet voortijdig op te wekken.

Hoo 2:7  Ik bezweer u, gij, dochteren van Jeruzalem! die bij de reeen, of bij de hinden des velds zijt, dat gij die liefde niet opwekt, noch wakker maakt, totdat het dezelve luste! (SV)

Hoo 3:5  Ik bezweer u, gij dochteren van Jeruzalem! die bij de reeen of bij de hinden des velds zijt, dat gij de liefde niet opwekt, noch wakker maakt, totdat het haar luste! (SV)

Hoo 8:4  Ik bezweer u, gij dochteren van Jeruzalem! dat gij die liefde niet opwekt, noch wakker maakt, totdat het dezelve lust! (SV)

Het statiebed van Salomo was van binnen bekleed met de liefde van Jeruzalems dochters.

Hoo 3:10  De pilaren derzelve maakte hij van zilver, haar vloer van goud, haar gehemelte van purper; het binnenste was bespreid met de liefde van de dochteren van Jeruzalem. (SV)