Israël (land): verschil tussen versies

1.529 bytes toegevoegd ,  20 dagen geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
(15 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1:
Het '''land''' '''van Israël''' is het land dat [[God]] aan de [[Abraham]], [[IzaäkIzak]] en [[Jacob]] (later Israël geheten) beloofd en aan hun nageslacht tot een erfelijke bezitting gegeven heeft. De geschiedenis van dit land is heel nauw verbonden met de geschiedenis van de Godsopenbaring. 
 
Over de ''staat ''Israël, zie het artikel [[Israël (staat)]]. Over het ''volk'' Israël, zie [[Israël (volk)]].
 
Over het ''volk'' Israël, zie het artikel [[Israël (volk)]].
 
'''Namen'''
 
'''== Namen''' ==
Dit land droeg of draagt verschillende namen:
* ''Kanaän'', Gen. 11:31, de eerste naam, naar Kanaän, de vierde zoon van Cham, wiens nakomelingen zich in dat land aan de westkant van de Jordaan hebben gevestigd, Gen. 10 :6,19. 
Regel 15 ⟶ 12:
* ''Het Heilige Land'', Zach. 2 :12, een naam vooral na de Kruistochten bij christenen in gebruik genomen. 
* ''Palestina'' of Filistea, het land van de Filistijnen; deze naam werd eerst alleen gegeven aan dat gedeelte van de zeekust, dat door de Filistijnen bewoond werd, maar later, vooral door andere volken, aan het gehele land.
'''Door God uitgezocht'''
 
'''== Door God uitgezocht''' ==
God heeft het land voor het volk Israël uitgezocht. <blockquote>''Eze 20:6 Op die dag heb Ik Mijn hand voor hen opgeheven om hen uit het land Egypte te leiden naar een land dat Ik voor hen uitgezocht had, [een land] dat overvloeit van melk en honing. Het is een sieraad onder al de landen.'' (HSV)</blockquote>'''Sierraadland'''
 
God heeft het land voor het volk Israël uitgezocht. <blockquote>''Eze 20:6 Op die dag heb Ik Mijn hand voor hen opgeheven om hen uit het land Egypte te leiden naar een land dat Ik voor hen uitgezocht had, [een land] dat overvloeit van melk en honing. Het is een sieraad onder al de landen.'' (HSV)</blockquote>'''Sierraadland'''
 
== Sierraadland ==
Het was een land 'vloeiend van melk en honing', een sieraad onder alle landen, het ''Sierraadland'' of 'land des sierraads' (Statenvertaling), "de parel van alle landen" (Ezech. 20:6, Canisius-vertaling).<blockquote>''Eze 20:6 Op die dag heb Ik Mijn hand voor hen opgeheven om hen uit het land Egypte te leiden naar een land dat Ik voor hen uitgezocht had, [een land] dat overvloeit van melk en honing. Het is <u>een sieraad onder al de landen</u>.'' (HSV)</blockquote><blockquote>''Da 11:16 Hij die tegen hem optrekt, zal handelen naar eigen goeddunken. Niemand zal tegen hem standhouden. Hij zal ook standhouden in het sieraadland en er zal vernietiging in zijn hand zijn. (HSV)''</blockquote>'''Gods zorg'''
 
== Gods zorg ==
Voordat het volk [[Israël (volk)|Israël]] het Beloofde Land introk, was Gods zorg en oog er al op gericht, het hele jaar door. <blockquote>''De 11:11 Maar het land waar u naartoe trekt om het in bezit te nemen, is een land met bergen en dalen; het drinkt water door de regen uit de hemel.'' ''De 11:12 [Het is] een land waar de HEERE, uw God, voor zorgt: voortdurend rusten de ogen van de HEERE, uw God, daarop, van het begin van het jaar tot het einde van het jaar.'' (HSV)</blockquote>'''Gehoorzaamheid'''
 
== Bewoning en gehoorzaamheid ==
De Israëlieten konden er veilig wonen zolang ze God, met wie ze een verbond gesloten hadden, gehoorzaamden. <blockquote>''2Kr 33:8 Ik zal de voet van Israël nooit meer doen wijken uit dit land dat Ik voor hun vaderen bestemd heb, maar <u>alleen als zij alles nauwlettend in acht nemen wat Ik hun geboden heb</u>, overeenkomstig de hele wet, de verordeningen en de bepalingen door de hand van Mozes. (HSV)''</blockquote><blockquote>''Jer 25:5 Bekeert u toch, een iegelijk van zijn bozen weg, en van de boosheid uwer handelingen, en woont in het land, dat de HEERE u en uw vaderen gegeven heeft, van eeuw tot in eeuw;'' (SV)</blockquote>Een Nederlandse rabbijn Evers schreef (2013): "Het was vanwege onze tweedracht, jaloezie en interne ruzies dat we verdreven werden uit ons eigen Heilige Land, ons Israël."<ref>R. Evers,[http://joodsactueel.be/2013/09/13/joden-over-de-hele-wereld-vieren-jom-kipoer-de-grote-verzoendag/  Joden over de hele wereld vieren Jom Kipoer, de grote verzoendag], JoodsActueel.be, 13 sept. 2013.</ref> 
 
== Ligging ==
Regel 31 ⟶ 32:
 
Toen Alexander de Grote, en later de Romeinen bovendien overal verkeerswegen aanlegden, lag er geen land zo geschikt, om de blijde boodschap van het heil in Christus te doen uitgaan over de gehele aarde, omdat het als het ware het middelpunt vormde van de oude wereld, nl. van Azië, Afrika en Europa. 
[[Bestand:Israël - Wolters.jpg|geen|miniatuur|1920x1920px1568x1568px]]
[[Bestand:Israël na 1967.jpg|geen|miniatuur|1024x1024px|''Betwiste grenzen en verdeling van het land Isräel sinds 1967'']]
 
Regel 57 ⟶ 58:
De volgende video's tonen het land Israël vanuit de lucht. 
 
<Youtubeyoutube width="800" height="600">IR4o5NU8cUY</youtube><BR>''Israël gezien vanuit de lucht, door Albatross. Duur 3 min. 4 sec. Youtube.com, upload 16 sept. 2008.''
 
<Youtube width="800" height="500">vV7Z7Wv1x20</youtube><BR>'Inspired Israël', door J.P. Worthington, gepubliceerd op Youtube.com op 29 april 2015.
Regel 72 ⟶ 73:
 
=== Bergen in Samaria ===
In Samaria is het gebergte van '''Efraïm''', met twee uitlopers in het Noorden: (1) het gebergte '''[[Karmel]]''', bekend om zijn vruchtbaarheid, Jes. 35 :2, en het optreden van Elia en de Baälspriesters, 1 Kon. 18, en (2) het gebergte van '''Gilboa '''(uitloper in in Galilea; daar vielen Saul en Jonathan). Verder zijn er de afzonderlijke toppen van het gebergte van [[Efraïm]]: de '''[[Ebal]]''' en de '''[[Gerizim]]''', 1ten Sam.zuiden 31)van Sichem, de berg '''[[Zemaraïm]]''' nabij [[Bethel]] en de berg '''Salmon.''' 
 
Zie [[Gebergte Efraïm]] voor het hoofdartikel.
Verder zijn er de afzonderlijke toppen van het gebergte van Efraïm: de '''Ebal''' en de '''Gerizim''', ten zuiden van Sichem, Deut. 11 :29; 27 :12,13; Joz. 8 :33v., en de berg '''Salmon''', Richt. 9 :48. 
 
=== Bergen in Judea ===
In Judea is het gebergte '''[[Gaäs]]''', Joz. 24 :30, een uitloper van het gebergte Efraïm naar het westen. Verder de '''Quarantania''', zo genoemd naar het veertigdaagse vasten van Jezus, ten noordwesten van Jericho.
 
Jericho.
 
Verder het '''gebergte van Juda''', een bergketen die zich uitstrekt tot de zuidgrens. Op twee uitlopers van dit gebergte is Jeruzalem gebouwd. De hoogte, waarop vanouds de stad Salem, dat is 'vrede' (Gen. 14 :18) gebouwd was, draagt geen speciale naam. “Rondom Jeruzalem zijn bergen”, zie Ps. 121 :1, 125 :2, o.a. de''' berg Sion,''' waarop de burcht van de Jebusieten, later de burcht van David stond, en '''Moria''', of de '''Tempelberg''', waarop Salomo de tempel gebouwd heeft. In het oosten van Juda ligt de '''Olijfberg''', vanwaar de verrezen Heiland ten heme voer en waar eens, bij zijn toekomstige heerlijke verschijning in de wereld, zijn voeten weer zullen staan. 
Regel 138 ⟶ 137:
De '''jaargetijden '''worden vooral bepaald door de droogte en door de regen. De Heilige Schrift kent slechts twee jaargetijden: zomer en winter, Gen. 8 :22. Van de lente en de herfst, de tijden aan het begin en aan het einde van het droge seizoen, spreekt zij zelden.
 
Het droge jaargetijde, waarmee de zomer samenvalt, loopt van mei tot half oktober. In deze periode regent het zelden<ref>Over het klimaat in Israël, zie https://www.climatestotravel.com/climate/israel</ref>. De dauw, die in de kustvlakte het sterkst is, brengt wel enige bevochtiging, maar kan niet voorkomen dat in de maand september de grond soms gescheurd is door de droogte met kloven van een handbreed.
 
Het regenseizoen – de winter – loopt van half oktober tot april en wordt ingedeeld in drie perioden:
Regel 144 ⟶ 143:
# dat van de ''winterregen'', die in de loop van november begint, en vaak acht dagen achtereen valt, en overal de regenbakken vult;
# dat van de ''spade ''(= late) regen, die het graan tot rijpheid brengt.
De '''winden''', die uit het westen en zuidwesten waaien, brengen regen, de oostenwind brengt droogte aan. De hete woestijnwinden, zijn de Sirokko, die uit het zuidwesten waait, en de Samoem, die uit het zuidoosten waait,. Ze zijn met hun verzengende adem schadelijk, soms dodelijk voor mens en dier.
 
== Voortbrengselen ==
Regel 182 ⟶ 181:
 
=== 'Mijn land' (God) ===
Het land van Israël is niet in de eerste plaats van Joden of Palestijnen of van de Volkenbond of van de Verenigde Naties, maar van God zelf. Het is Zijn land, het behoort Hem toe, zoals blijkt uit de volgende Schriftplaatsen.<blockquote>''Leviticus 25:23  En het land zal niet voor altijd verkocht worden, want <u>het land is van Mij</u>, en gij zijt vreemdelingen en bijwoners bij Mij.'' (NBG51)</blockquote><blockquote>''2Kr 7:19 Maar indien gij u afkeert en mijn inzettingen en verordeningen die Ik u voorgehouden heb, verlaat, andere goden gaat dienen en u voor hen nederbuigt, 2Kr 7:20 dan zal Ik hen uitrukken uit <u>mijn land</u> dat Ik hun gegeven heb; dit huis dat Ik aan mijn naam geheiligd heb, zal Ik dan van mijn aangezicht wegwerpen, en Ik zal het tot een spreekwoord en een spotrede onder alle volken maken. 2Kr 7:21 Dit huis, dat hoog verheven was; ieder die eraan voorbijgaat, zal zich ontzetten en zeggen: Waarom heeft de HERE alzo aan dit land en aan dit huis gedaan? 2Kr 7:22 Dan zal men zeggen: Omdat zij de HERE, de God van hun vaderen, die hen uit het land Egypte had geleid, hebben verlaten, zich aan andere goden gehecht, zich voor die nedergebogen en die gediend hebben, daarom heeft Hij al dit onheil over hen gebracht.''</blockquote><blockquote>''Jes 14:25 Ik ga Assur in <u>mijn land</u> verbreken en het op mijn bergen vertreden; dan zal zijn juk van hen worden weggenomen en weggenomen de last van hun schouder.''</blockquote><blockquote>''Joe 1:6 Want een volk is tegen <u>mijn land</u> opgetrokken, machtig en ontelbaar; zijn tanden zijn leeuwetanden en het heeft hoektanden van een leeuwin.''</blockquote>Het land is in de eerste plaats Zijn erfdeel (ook het volk IsraelIsraël is Gods erfdeel).<blockquote>''Jer 2:7 Ik bracht u toch in een vruchtbaar land om de vrucht en het goede daarvan te eten; doch toen gij daar waart gekomen, hebt gij mijn land verontreinigd en mijn erfdeel tot een gruwel gemaakt.'' </blockquote><blockquote>''Jer 16:18 Daarom zal Ik eerst hun ongerechtigheid en hun zonde dubbel vergelden, omdat zij mijn land hebben ontwijd met het aas van hun gruwelen en afschuwelijkheden, waarmede zij mijn erfdeel hebben vervuld.''</blockquote>Geen volk noch vereniging van volken kan eigenmachtig bepalen voor wie het land bestemd is:<blockquote>''Eze 36:5 daarom, zo zegt de Here HERE, voorwaar, in het vuur van mijn naijver heb Ik gesproken tot het overblijfsel der volken en tot geheel Edom, die met hartgrondige vreugde en diepe minachting mijn land voor zichzelf ten erfdeel hadden bestemd om het volkomen uit te plunderen;''</blockquote>Ook in de toekomst is het land nog altijd Gods land. God zal de volken oordelen, onder meer omdat zij Zijn land hebben verdeeld:<blockquote>''Joe 3:2 zal Ik alle volken verzamelen en afvoeren naar het dal van Josafat, en Ik zal aldaar met hen in het gericht treden ter oorzake van mijn volk en van mijn erfdeel Israel, dat zij onder de volken verstrooid hebben, terwijl zij mijn land verdeelden,''</blockquote>Eens zal de vorst [[Gog (uit Magog)|Gog]] optrekken tegen Gods land:<blockquote>''Eze 38:16 en gij zult optrekken tegen mijn volk Israel als een wolk die het land bedekt. In toekomende dagen zal het geschieden, dat Ik u doe optrekken tegen mijn land, opdat de volken Mij leren kennen, wanneer Ik Mij voor hun ogen aan u, o Gog, de Heilige betonen zal''.</blockquote>
 
=== 'Mijn bergen' ===
Het land IsraelIsraël is van God, de bergen in het land zijn derhalve ook van God. Door de mond van Jesaja voorzegde God dat hij Assur op 'mijn bergen' zou vertreden. <blockquote>''Jes 14:24 De HEERE der heirscharen heeft gezworen, zeggende: Indien niet, gelijk Ik gedacht heb, het alzo geschiede, en gelijk Ik beraadslaagd heb, het bestaan zal! Jes 14:25 Dat Ik Assur in Mijn land zal verbreken, en hem op Mijn bergen vertreden; opdat zijn juk van hen afwijke, en zijn last van hun schouder wijke.'' ''(SV)''</blockquote>God zal het zwaard over Gog en zijn legermacht roepen 'op al mijn bergen' in het land van Israël.<blockquote>''Eze 38:21 Op al Mijn bergen zal Ik een zwaard tegen hem oproepen, spreekt de Heere HEERE. Ieders zwaard zal tegen zijn broeder zijn. (HSV)''</blockquote>
 
=== 'Mijn heuvel' ===
De heuvel waarop het heiligdom stond heeft God 'Mijn heuvel' genoemd. <blockquote>{{Bijbelvers|HoofdstukNaam=Ezechiël 34|VersNummer=26}}</blockquote>
 
== Door God beloofd en gegeven ==
Regel 192 ⟶ 194:
De landbelofte was onvoorwaardelijk. Het genot van de zegen van het land echter was afhankelijk van de trouw van het volk Israël.
 
Het grondgebied van Israël is door God aan Israël gegeven. God beloofde het aan [[Abram]] en zijn nageslacht (Gen. 12:7; 13:14-15; 28:4):<blockquote>''Ge 12:7 Toen verscheen de HEERE aan Abram en zei: Aan uw nageslacht zal Ik dit land geven. Toen bouwde hij daar een altaar voor de HEERE, Die hem verschenen was. (HSV)''</blockquote><blockquote>''Ge 13:14 En de HEERE zei tegen Abram, nadat Lot zich van hem afgescheiden had: Sla toch uw ogen op en kijk vanaf de plaats waar u bent, naar het noorden, het zuiden, het oosten en het westen. (HSV)''</blockquote><blockquote>''Ge 13:15 Want al het land dat u ziet, zal Ik voor eeuwig aan u en uw nageslacht geven.'' ''(HSV)''</blockquote>De [[martelaar]] [[Stefanus]] herinnert in zijn rede aan die belofte aan Abram:<blockquote>''HndGe 715:518  MaarTen Hijzelfden gafdage hemmaakte daarinde geenHEERE erfdeel,een zelfsverbond geenmet voetstap; en Hij beloofde hemAbram, toen hij [nog] geen kind had, dat Hij dat [land] aan hem en na hem aan zijn nageslacht in bezit geven zou. (HSV)''</blockquote>God gaf het aan [[Izak]], de zoon van [[Abraham]]zeggende:<blockquote>''Ge 35:12Aan Dituw land,zaad datheb Ik Abrahamdit en Izakland gegeven heb, ... (HSV)''</blockquote>Godvan beloofde het aan [[Jacob]] (de zoonrivier van Izak)Egypte en zijn nageslacht:<blockquote>''Ge 28:13 En zieaf, de HEERE stond boventot aan die [ladder]grote en zei: Ik ben de HEERErivier, de Godrivier van uw vader Abraham en de God van Izak; dit land waarop u ligt te slapen, zal Ik u en uw nageslacht geven. (HSV)''</blockquote><blockquote>''Ge 35Frath:12 Dit land, dat Ik Abraham en Izak gegeven heb, dat zal Ik aan u geven; en aan uw nageslacht na u zal Ik dit land geven.'' ''(HSV)''</blockquote>God heeft het '''voor altijd''' gegeven aan Israël.<blockquote>''2Kr 20:7 Zijt Gij niet onze God, die voor het aangezicht van uw volk Israel verdreven hebt de inwoners van dit land en dit voor altijd hebt gegeven aan het nakroost van Abraham, uw vriend? (SV)''</blockquote>Hij, Die het beloofde aan Abraham en zijn zaad, bracht Israël er in, en deelde aan elke stam een eigen gebied. 
[[Bestand:The Book of Revelation; a study of the last prophetic book of Holy Scripture (1919) (14803713123).jpg|geen|miniatuur|921x921px|Tekening door Clarence Larkin.]]
De [[martelaar]] [[Stefanus]] herinnert in zijn rede aan die belofte aan Abram:<blockquote>''Hnd 7:5 Maar Hij gaf hem daarin geen erfdeel, zelfs geen voetstap; en Hij beloofde hem, toen hij [nog] geen kind had, dat Hij dat [land] aan hem en na hem aan zijn nageslacht in bezit geven zou. (HSV)''</blockquote>God gaf het aan [[Izak]], de zoon van [[Abraham]]:<blockquote>''Ge 35:12 Dit land, dat Ik Abraham en Izak gegeven heb, ... (HSV)''</blockquote>God beloofde het aan [[Jacob]] (de zoon van Izak) en zijn nageslacht:<blockquote>''Ge 28:13 En zie, de HEERE stond boven aan die [ladder] en zei: Ik ben de HEERE, de God van uw vader Abraham en de God van Izak; dit land waarop u ligt te slapen, zal Ik u en uw nageslacht geven. (HSV)''</blockquote><blockquote>''Ge 35:12 Dit land, dat Ik Abraham en Izak gegeven heb, dat zal Ik aan u geven; en aan uw nageslacht na u zal Ik dit land geven.'' ''(HSV)''</blockquote>God heeft het '''voor altijd''' gegeven aan Israël.<blockquote>''2Kr 20:7 Zijt Gij niet onze God, die voor het aangezicht van uw volk Israel verdreven hebt de inwoners van dit land en dit voor altijd hebt gegeven aan het nakroost van Abraham, uw vriend? (SV)''</blockquote>Hij, Die het beloofde aan Abraham en zijn zaad, bracht Israël er in, en deelde aan elke stam een eigen gebied. 
 
God is in staat het volk Israel uit het land te verdrijven om hun zonden en hen weer terug te brengen. Hij geeft het aan wie Hij wil en neemt het van wie Hij wil.
Regel 202 ⟶ 206:
== Verdeling van het land ==
Het land werd in drie fasen onder de twaalf stammen verdeeld. De eerste verdeling vond plaats in het Overjordaanse, na het verslaan van Og en Sihon. De tweede verdeling geschiedde in Gilgal. De derde verdeling gebeurde in Silo.
[[Bestand:Israël stammen-Access Foundation.jpg|geen|miniatuur|1333x1333px1201x1201px|''Verdeling van het land onder de twaalf stammen'']]
 
In de toekomst, nadat Israël hersteld is, zal volgens het bijbelboekBijbelboek Ezechiël, de verdeling van het land anders zijn.
 
== Erfelijke bezitting en bewoning ==
De Israëlieten hadden het land tot een erfelijke bezitting ontvangen. Het genot van dit bezit en de bewoning van het land was afhankelijk van hun gehoorzaamheid. Ze konden in het land wonen en genieten van vrucht en vrede zolang ze God, met wie ze een verbond gesloten hadden, gehoorzaamden<ref>Voor de gemeente van Jezus Christus geldt iets dergelijks: de belofte van het heil is onvoorwaardelijk voor ieder die gelooft in de Heer Jezus. Het genot van de zegen van het heil (zoals vreugde, gemeenschap) is afhankelijk van onze trouw. Zonde verhindert gemeenschap met God, ook bij heiligen.</ref>. <blockquote>''Jer 25:5 Bekeert u toch, een iegelijk van zijn bozen weg, en van de boosheid uwer handelingen, en woont in het land, dat de HEERE u en uw vaderen gegeven heeft, van eeuw tot in eeuw;'' (SV)</blockquote>In de tijd van de Richteren worden de IsraelietenIsraëlieten wegens hun ongehoorzaamheid aan God meermaals benauwd door de vijandigheid van buurvolken. 
 
Om zijn zonden werd Israël uit het land verdreven, en in ballingschap weggevoerd. Het volk is in meerdere fasen uit het land weggevoerd. Toen Jeruzalem, de hoofdstad van het land, wegens de zonden van het volk Israël door Nebukadnezar, de koning van Babel, was geslagen, sprak God tot de profeet Ezechiël over de kwestie van erfelijke bezitting:<blockquote>''Eze 33:24 Mensenkind! de inwoners van die woeste plaatsen in het land Israëls spreken, zeggende: Abraham was een enig [man], en bezat dit land erfelijk; maar onzer zijn velen; het land is ons gegeven tot een erfelijke bezitting.'' ''Eze 33:25 Daarom zeg tot hen: Zo zegt de Heere HEERE: Gij eet [vlees] met het bloed, en heft uw ogen op tot uw drekgoden, en vergiet bloed; en zoudt gij het land erfelijk bezitten?'' ''Eze 33:26 Gij staat op ulieder zwaard; gij doet gruwel, en verontreinigt, een ieder de huisvrouw zijns naasten; en zoudt gij het land erfelijk bezitten?'' (SV)</blockquote>Vanwege de gruwelen door hen gedaan, heeft God de Israëlieten gevankelijk doen wegvoeren en het land tot een verwoesting en een schrik gesteld. <blockquote>''Eze 33:29 Dan zullen zij weten, dat Ik de HEERE ben, als Ik het land [tot] een verwoesting en een schrik zal gesteld hebben, om al hun gruwelen, die zij gedaan hebben.'' (SV)</blockquote>Na de Babylonische ballingschap keert een overblijfsel van Juda door Gods ontferming terug naar het land. Onder hen wordt eeuwen later naar Gods belofte Juda's zoon, de Heiland, de beloofde Messias, geboren (Gen. 49:10; Micha 5:1,2). De Joden verwerpen hem, op een overblijfsel na, verwerpen hem en worden voor straf opnieuw verstrooid. 
 
De Messiasverwerping bracht echterdus het oordeel van de verwoesting over deze heilige erve, en het oordeel van de verstrooiing over Gods oude volk. 
 
In de tegenwoordige tijd (anno 2012) zien we Israël nog niet in het bezit van het (hele) beloofde land, waaruit ze verdreven waren. Een deel van het volk is teruggekeerd naar het land, maar in ongeloof (aan de messiasMessias Jezus). God zal hen pas gerust doen wonen nadat zij zich bekeerd hebben. Dan zullen zij als één volk verenigd onder één herder-koning David (= de zoon van David, Jezus Christus) voor altijd in het land wonen.<blockquote>''Eze 37:25 Zij zullen wonen in het land dat Ik aan Mijn knecht, aan Jakob, gegeven heb, waarin uw vaderen gewoond hebben. Zij zullen daarin wonen, zij met hun kinderen en hun kleinkinderen, tot in eeuwigheid, en Mijn Knecht David zal tot in eeuwigheid hun Vorst zijn.'' (HSV)</blockquote>
 
== Kuststrook ==
 
{{#widget:Vimeo| id=23751313|width=800|height=600}}<BR>Video: De Kuststrook van Israël. Duur: 8 minuten. Engels gesproken. Op Vimeo.com
 
== Verontreinigd en verwoest ==
Regel 231:
 
=== 'Verdelingsplan' van de heidenen ===
De Verenigde Naties (VN) stelden in 1947, na de Tweede Wereldoorlog, het volgende plan op ter verdeling van IsraelIsraël, zie kaart hiernaast. 
 
God echter had aan Abraham beloofd dat het 'gehele land Kanaän' voor hem en zijn nageslacht zou zijn, tot een eeuwige bezitting.<blockquote>''Ge 17:8 Ik zal aan u en uw nageslacht na u het land waar u vreemdeling bent, heel het land Kanaän, als eeuwig bezit geven. Ik zal hun tot een God zijn.'' (HSV)</blockquote>Sinds 1947 is er een voortdurende strijd om de verdeling van het land. Volgens de VN echter (ook in 2010) is een deling van het land de enige oplossing (tweestaten-oplossing).
 
Merk op wat de profeet zegt over het komende oordeel dat de volkeren zal treffen:<blockquote>''Joe 3:2 Dan zal Ik alle heidenen vergaderen, en zal hen afvoeren in het dal van Josafat; en Ik zal met hen aldaar richten, vanwege Mijn volk en Mijn erfdeel IsraelIsraël, dat zij onder de heidenen hebben verstrooid, en Mijn land gedeeld;''</blockquote>
 
== Nederzettingen ==
Regel 245:
In 749 was een grote aardbeving in Israël, waarvan de gevolgen nog in Massada te zien zijn. In 1759 was er ook een aardbeving. In 1837 eiste een aardbeving in Safed 5000 doden. De laatste aardbeving was op 11 juli 1927 (Dode Zee, 300 doden).  In Eilat, de stad in het uiterste zuiden van het land, zijn gemiddeld drie kleine schokken per dag.
 
Onderzoekers van de Ben Goerion Universiteit in Tel Aviv voorspelden in 2007 dat IsraelIsraël de komende jaren kan worden getroffen door een zware aardbeving. Daarop stelde de regering een commissie in die de bevolking moet informeren hoe men zich op een aardbeving kan voorbereiden.
 
== Video ==
Hieronder een fraaie video met indrukken van het land Israël. 
 
<youtube width="800" height="500">LER7lcnzoDU</youtube>''4K-Israel-Long, film van StockFootage.com, 2013. Duur: 22 min. Alleen beeld en muziek.''
[Video
 
== Buiten het land ==
Regel 282:
''Het deel van de vorst (Eng. "portion of the prince") zal links en rechts zijn van het 'heilig hefoffer'.''
]]
[[Bestand:The Book of Revelation; a study of the last prophetic book of Holy Scripture (1919) (14597260968).jpg|geen|miniatuur|1200x1200px|Indeling van het land. Tekening van Clarence Larkin. Merk op dat Larkins tekening geen oostelijke landsgrens heeft. ]]
 
De zuidgrens wordt gemarkeerd door de plaatsen Tamar, het water van Meribath-Kadesh (= het twistwater van Kades) en de beek van Egypte: <blockquote>''Eze 48:28 En [grenzend] aan het gebied van Gad, aan de zuidzijde naar het zuiden, ligt dan het gebied van Tamar, [naar] het water van Meribath-Kades, [langs] het beekdal tot aan de Grote Zee.'' (HSV)</blockquote>In het land mogen ook '''vreemdelingen '''wonen. Het gaat om vreemdelingen die er al verblijven en er kinderen hebben verwekt. Ze zullen niet alleen in het land wonen, maar stukken grond erfelijk bezitten. <blockquote>''Eze 47:22 En het zal gebeuren dat u het [als] erfelijk bezit zult doen toevallen aan u en aan de vreemdelingen die in uw midden verblijven, die in uw midden kinderen verwekt hebben. Zij zullen voor u zijn als een ingezetene onder de Israëlieten. Hun zal het met u in erfelijk bezit toevallen, te midden van de stammen van Israël.'' ''Eze 47:23 Het zal gebeuren [dat] in de stam waarbij de vreemdeling verblijft, u daar zijn erfelijk bezit moet geven, spreekt de Heere HEERE.'' (HSV)</blockquote>Vergelijk:<blockquote>''Jes 56:3  Laat de vreemdeling die zich bij de HEERE gevoegd heeft, niet zeggen: De HEERE heeft mij geheel en al van Zijn volk gescheiden; ...'' (HSV)</blockquote>Het land zal tot '''bloei '''komen en rijkelijk vrucht dragen. 'In de woestijn zullen wateren ontspringen en beken in de steppe' (Jes. 35:6). <blockquote>''Jes 35:1 De woestijn en het dorre land zullen zich verblijden, de steppe zal juichen en bloeien als een narcis; Jes 35:2 zij zal welig bloeien en juichen, ja, juichen en jubelen. De heerlijkheid van de Libanon is haar gegeven, de luister van de Karmel en van Saron; zij zullen aanschouwen de heerlijkheid des HEREN, de luister van onze God.'' ''Jes 35:3 Sterkt de slappe handen en verstevigt de knikkende knieen.  Jes 35:4 Zegt tot de versaagden van hart: Weest sterk, vreest niet; zie, uw God zal komen met wraak, met de vergelding Gods; Hij zal komen en Hij zal u verlossen. Jes 35:5 Dan zullen de ogen der blinden geopend en de oren der doven ontsloten worden; Jes 35:6 dan zal de lamme springen als een hert en de tong van de stomme zal jubelen; want in de woestijn zullen wateren ontspringen en beken in de steppe, Jes 35:7 en het gloeiende zand zal tot een plas worden en het dorstige land tot waterbronnen; waar de jakhalzen verblijven en legeren, zal gras met riet en biezen zijn. Jes 35:8 Daar zal een gebaande weg zijn, die de heilige weg genaamd wordt; geen onreine zal die betreden; maar hij zal alleen voor hen zijn; reizigers noch dwazen zullen erop dolen.'' ''Jes 35:9 Daar zal geen leeuw zijn en geen verscheurend dier zal daarop komen; zij worden daar niet gevonden. Maar de verlosten wandelen daarop;  Jes 35:10 de vrijgekochten des HEREN zullen wederkeren en met gejubel in Sion komen; eeuwige vreugde zal op hun hoofd zijn, blijdschap en vreugde zullen zij verkrijgen, maar kommer en zuchten zullen wegvlieden.'' (NBG51)</blockquote>Ben Goerion, de eerste president van de Joodse staat, bracht zijn laatste levensjaren door in de kibboets Sde Boker in de Negevwoestijn. Op zijn bureau stond een citaat uit Jesaja 35, waar beloofd wordt dat de woestijn eens zal bloeien als een roos.