Jacqueline Elisabeth van der Waals (1868 – 1922) was een gelovige Nederlandse dichteres, schrijfster, vertaalster en lerares. Ze schreef vele gevoelige, eenvoudige gedichten en liedjes, waarvan een aantal op muziek zijn gezet. Van haar is het bekende lied "Wat de toekomst brengen moge".

Familie en loopbaan

Ze werd op 26 juni 1868 te Den Haag geboren als dochter van de natuurkundige J.D. van der Waals[1]. Jacqueline doorliep de HBS en studeerde thuis voor de hulpakte voor het onderwijs en de M.O.-akte voor geschiedenis.

Ze was lerares in Doorn, Bloemendaal, Baarn (dameskostschool Erica) en Amsterdam, maar dit werk viel haar zwaar. Behalve de moderne talen kende ze Zweeds, Noors, Deens en Italiaans. Zij vertaalde onder meer uit de Scandinavische talen en schreef essays over Søren Kierkegaard, Henrik Ibsen en Selma Lagerlöf.

Gedichten schreef zij aanvankelijk onder het pseudoniem Una Ex Vocibus (Latijn voor 'Een van de stemmen'). De beginletters hiervan komen overeen met die van Ursule Eleonora Velt, de hoofdpersoon van haar autobiografische roman Noortje Velt (1907). Deze enige roman van haar hand heeft als thema: hoe vindt de mens, vanuit eenzaamheid en onzekerheid, zijn weg in het leven?

Van der Waals deed aan tennissen, schaatsen, wandelen en bergbeklimmen, activiteiten die in haar gedichten terugkomen. Ook nam ze deel aan studiegroepen waar ze filosofen als Kierkegaard en Nietzsche besprak.

Dichteres

Ze schreef enkele bundels met gedichten. In het voorbericht van haar debuutbundel Verzen schreef ze: "Want ik wil niets zijn dan een stem, één van die vele stemmen, die luid of stil uit menschenharten omhoog klinken. Moge mijn geluid dan liefelijk zijn en, zij het ook slechts aan enkelen, vreugde geven." Verschillende gedichten hadden een vrome, godsdienstige ondergrond. In haar gedichten zijn thema's te ontdekken als

  • de natuur
  • God
  • de dood

In tal van bloemlezingen en tijdschriften werden verzen van haar opgenomen. Haar werk verscheen merendeels in "Onze Eeuw", het tijdschrift dat haar het naaste stond .

Ze schreef "zachte en welluidende verzen"[2]. Haar werk was bij vielen geliefd "om de reine, klare religie, die sprak uit elk harer versregelen. Haar poëzie was immer — ook waar dit niet direct in woorden was vastgelegd — op sterk godsdienstig loven gebaseerd en vond een uitingwijze in een stille en eenvoudige, dikwijls schuchtere taal"[3]. Bekend zijn geworden onder meer de gedichten "Het Geitenweitje"[4] en "De herdersfluit" (zie kader).

De herdersfluit
Uit: Nieuwe verzen (1910)

Eens ging ik langs het lage riet,
Dat ruischen kan en anders niet,
Toen, langs mijn pad, een herder kwam,
Die één van deze halmen nam,
En dien besnoeide en besneed,
En maakte tot zijn dienst gereed.
Door dit gekorven rietje, dat
Als dood hij in zijn handen had,
Dien stemmeloozen stengel zond
Hij straks den adem van zijn mond,
En, als hij blies, zoo zong het riet,
En, als hij zweeg, verstomde 't lied:
De zoete, pas ontwaakte stem
Bestond en leefde slechts door hem.

Zoo gaf ik gaarne wensch en wil
In 's Heeren hand en hield mij stil.
Zoo dan, als door een rieten fluit,
Bij zwijgend eigen stemgeluid,
Gods adem door mij henen blies,
Hoe groote winst bij kleen verlies!

Jacqueline E. van der Waals

Publicaties

Onder meer:

  • Verzen (gedichten, 1900)
  • Noortje Velt (roman, 1907)
  • Nieuwe Verzen (gedichten, 1910)
  • Iris (gedichten, 1918)
  • Laatste Verzen (gedichten, 1922)

Levenseinde

Wat de toekomst brengen moge

Wat de toekomst brengen moge,
Mij geleidt des Heeren hand;
moedig sla ik dus de oogen
naar het onbekende land.
Leer mij volgen zonder vragen;
Vader, wat Gij doet is goed!
Leer mij slechts het heden dragen
met een rustig kalmen moed!

Heer, ik wil Uw liefde loven,
al begrijpt mijn ziel U niet.
Zalig hij, die durft gelooven,
ook wanneer het oog niet ziet.
Schijnen mij Uw wegen duister,
zie, ik vraag U niet: waarom?
Eenmaal zie ik al Uw luister,
als ik in Uw hemel kom!

Laat mij niet mijn lot beslissen:
zoo ik mocht, ik durfde niet.
Ach, hoe zou ik mij vergissen,
Als Gij mij de keuze liet!
Wil mij als een kind behand'len,
dat alleen den weg niet vindt:
neem mijn hand in Uwe handen
en geleid mij als een kind.

Waar de weg mij brengen moge,
aan des Vaders trouwe hand
loop ik met gesloten oogen
naar het onbekende land.

In 1921 wordt maagkanker bij haar geconstateerd. In haar gedichten wordt duidelijk dat ze, juist nu ze weet dat ze binnenkort zal sterven, het leven nog intenser beleeft. Ze komt tot een aanvaarding van het leven en de dood. In haar laatste levensjaren werd het religieuze element in haar werk steeds belangrijker. Zij schreef voor haar dood het bekende lied Wat de toekomst brengen moge. Het wordt nog altijd gezongen tijdens begrafenis- en trouwdiensten.

Jacqueline van der Waals overleed op zaterdag 29 april 1922 te Amsterdam op 53-jarige leeftijd.

Een overlijdensbericht schreef "een edel-begaafde en diep-levende vrouw [is] van ons heengegaan, die met haar hooge eigenschappen van geest en hart meer dan met de schittering van haar talent liefde en bewondering wekte. Haar karakter- en dichterschap, vroom en ingetogen van natuur, sprak zich in de bescheidenheid van klein werk het zuiverst uit"[5].

Populaire liederen

In het Liedboek voor de Kerken is een aantal liederen van Van der Waals opgenomen. De liederen Wat de toekomst brengen moge (Lied 293) en De dag door uwe gunst ontvangen (Lied 393) behoren tot de populaire liederen.

Biografie en verzameld werk

 

In 1982 verscheen haar biografie Jacqueline E. van der Waals, Haar leven en haar werk, geschreven door Anton Ent en Jacoba Kramer-Vreugdenhil.

Van der Ent bezorgde in 1994 haar poëzie onder de titel Jacqueline E. van der Waals, Verzamelde Gedichten.

Meer informatie

 

Hans Werkman, Jacqueline van der Waals 1968-1922, in: Anton Korteweg, Murk Slaverda, 't Is vol van schatten hier (1986).

Artikel Jacqueline E. van der Waals, Wikipedia.nl.

Jacqueline van der Waals, UVA.nl. Bevat veel teksten van de schrijfster. Zo ook Jacqueline van der Waals op Gedichten.nl

Sipke van der Land, De mooiste gedichten van Jacqueline van der Waals. Kampen: J.H. Kok, zonder jaar.

Bronnen

Artikel Jacqueline E. van der Waals, Wikipedia.nl. Tekst hiervan is verwerkt op 27 nov. 2016.

Hans Werkman, Jacqueline van der Waals 1968-1922, in: Anton Korteweg, Murk Slaverda, 't Is vol van schatten hier (1986).

Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant, overlijdensbericht op 2 mei 1922.

Voetnoten

  1. Haar vader was een wereldberoemd natuurkundige en Nobelprijswinnaar (1910), naar wie de vanderwaalskracht is genoemd.
  2. De Maasbode, 3 mei 1922.
  3. Het Vaderland: staat- en letterkundig nieuwsblad, overlijdensbericht van 2 mei 1922.
  4. In Christipedia opgenomen in het artikel Geit.
  5. Aangehaald in: Provinciale Geldersche en Nijmeegsche courant, 2 mei 1922.