geen bewerkingssamenvatting
(Nieuwe pagina aangemaakt met ''''Jehovah’s Getuigen''' (Eng. ''Jehovah’s Witnesses''), officieel genaamd ''Christelijke Gemeente van Jehovah’s Getuigen'', zijn een sekte in het christen...') |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 46:
# Veroordelende houding tegenover andere christelijke kerken en bewegingen.
# Mensen die JG de rug toekeren worden als 'afvalligen' streng gemeden, vaak ook door familie.
== Beoordeling ==
JG wijzen op de noodzaak om de naam 'Jehovah' te gebruiken. Zij willen uitdrukkelijk 'Jehovah's Getuigen' zijn. Jehovah is echter - volgens JG - niet gelijk aan Jezus. De Heer Jezus echter heeft zijn leerlingen opgedragen om ''zijn'' getuigen te zijn. <blockquote>''Hnd 1:8 Maar u zult kracht ontvangen wanneer de Heilige Geest over u komt, en <u>u zult mijn getuigen</u> zijn, zowel in Jeruzalem als in heel Judea en Samaria en tot aan het einde van de aarde. (TELOS)''</blockquote>De apostel Petrus verkondigde dat we alleen door de naam van Jezus behouden moeten worden. <blockquote>''Hnd 4:12 En in niemand anders is de behoudenis; want er is ook onder de hemel <u>geen andere naam</u> onder de mensen gegeven waardoor wij behouden moeten worden.''(TELOS)</blockquote>Hoewel de JG bijbelgetrouw willen zijn, verkondigen zij leringen die op grond van de Bijbel onhoudbaar zijn. Zij vereenzelvigen de '''Heer Jezus''' en de [[engel]] Michäel. Echter, Jezus wordt door de Schrift (zie Hebr. 1) onderscheiden van de engelen en boven hen gesteld. Bijvoorbeeld:<blockquote>''Heb 1:13 Tot wie van de engelen echter heeft Hij ooit gezegd: ‘Zit aan mijn rechterhand, totdat Ik uw vijanden stel tot een voetbank voor uw voeten’?'' <br>
''Heb 1:14 Zijn zij niet allen dienende geesten, die tot dienst uitgezonden worden ter wille van hen die de behoudenis zullen beerven?'' <br>
(TELOS)</blockquote>Jezus zelf onderscheidt zich van de engelen:<blockquote>''Mt 24:36 Van die dag en dat uur echter weet niemand, ook <u>de engelen</u> van de hemelen niet, ook <u>de Zoon</u> niet, behalve de Vader alleen. (TELOS)<br>
Joh 1:51 (1-52) En Hij zei tot hem: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg je: Je zult van nu aan de hemel geopend zien en <u>de engelen</u> van God opstijgen en neerdalen op <u>de Zoon des mensen</u>. (TELOS)''</blockquote>Het opstijgen en neerdalen van de engelen zien wij ook in het droomgezicht van Jacob. Dan stijgen ze op tot God en dalen van Hem neer. God en Jezus zijn gebieders van de engelen. Deze dienen hen.
Door Jezus te vereenzelvigen met een engel, verlagen ze Hem tot schepsel. Zij ontkennen en miskennen de [[Godheid van Jezus Christus|Godheid van Christus]].<blockquote>''Heb 1:7 En van de engelen zegt Hij wel: ‘Die zijn engelen tot geesten maakt en zijn dienaars tot een vuurvlam’,'' <br>
''Heb 1:8 <u>maar van de Zoon</u>: ‘Uw troon, <u>O God</u>, is tot in alle eeuwigheid en de scepter van de rechtmatigheid is de scepter van uw koningschap.''<br>
(TELOS)</blockquote>
| |||