Jeremia 10: verschil tussen versies

3.916 bytes toegevoegd ,  2 jaar geleden
k
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 2:
 
== Samenvatting ==
1-16 God vermaant Israël om niet de heidenen na te volgen. De afgoden zijn ijdel en nutteloos. 17-21 God zal de inwoners van het land wegslingeren. Weeklacht. 22-24 Dreiging uit het Noorden. 2524 RoepJeremia omvraagt GodsGod strafhem overmatig te kastijden en 25 en de heidenen.  te straffen.
 
== 2 ==
Jer 10:2  Zo zegt de HEERE: Leert de weg der heidenen niet, en ontzet u niet voor de tekenen des hemels, omdat zich de heidenen daarvoor ontzetten. (CP<ref name=":0">Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling. </ref>)
'''De weg der heidenen.''' Hun inzettingen (vs. 2) en gebruiken. Dit gedeelte richt zich op de religieuze weg der heidenvolken, hun afgoderij.
 
Regel 29:
 
== 10 ==
Jer 10:10  Maar deJahweh HEEREis God, isin de Waarheidwaarheid, Hij is de levende God, en een eeuwig Koning; van Zijn verbolgenheid beeft de aarde, en de heidenen kunnen Zijn gramschap niet verdragen. (SVCP<ref name=":0" />)
''[[Openbaring 6#16|Opb 6:16]]  en zij zeiden tot de bergen en tot de rotsen: Valt op ons en verbergt ons voor het aangezicht van Hem die op de troon zit, en voor de toorn van het Lam;  Opb 6:17  want de grote dag van hun toorn is gekomen en wie kan bestaan?'' (Telos)
 
== Voetnoot11 ==
Jer 10:11  (Aldus zult ulieden tot hen zeggen: De goden, die de hemel en de aarde niet gemaakt hebben, zullen vergaan van de aarde, en van onder deze hemel.) (CP<ref name=":0" />)
'''Ulieden.''' De volksgenoten van Jeremia, de Judeeërs.
 
== 13 ==
Jer 10:13  Als Hij Zijn stem geeft, zo is er een gedruis van wateren in den hemel, en Hij doet de dampen opklimmen van het einde der aarde; Hij maakt de bliksemen met den regen, en doet den wind voortkomen uit Zijn schatkameren. (SV)
 
== 14 ==
Jer 10:14  Een ieder mens is onvernuftig geworden, zodat hij geen wetenschap heeft, een ieder goudsmid is beschaamd van het beeld; want zijn gietsel is leugen; en er is geen geest in hen. (CP<ref name=":0" />)
'''Beeld ... gietsel.''' De Statenvertaling heeft 'gesneden beeld' en 'gegoten beeld'. In het Hebreeuws zijn het twee zelfstandige naamwoorden zonder bijvoeglijke naamwoorden. 'Gesneden beeld' doet denken aan beeld van houtsnijwerk, aan iets gesnedens, maar dat is hier, bij de goudsmid, waarschijnlijk niet het geval. Het Hebreeuwse ''pecel'' kan ook gewoon 'beeld' betekenen, zo is het 4x vertaald in de Statenvertaling en 10x in de NBG51-vertaling.
 
'''Er is geen geest in hen.''' Er komt een tijd, in de eindtijd, dat het menselijk maaksel, in casu het beeld van het Beest, een geest (of adem) krijgt. Hiervoor zal de valse profeet zorgen.
 
''[[Openbaring 13|Opb 13]]:15  En hem werd [macht] gegeven om een geest te geven aan het beeld van het beest, opdat het beeld van het beest zelfs zou spreken, en zou maken dat allen die het beeld van het beest niet zouden aanbidden, gedood zouden worden.'' (HSV)
 
== 16 ==
Jer 10:16  Jakobs deel is niet gelijk die, want Hij is de Formeerder van alles, en Israël is de stam van Zijn erfenis; HEERE der heirscharen is Zijn Naam. (CP<ref name=":0" />)
'''De stam van Zijn erfenis.''' Statenvertaling: "roede Zijner erfenis". Beide vertalingen zijn mogelijk, doch het Hebreeuwse woord wordt veel vaker vertaald door 'stam', zowel in het Statenvertaling als in de NBG51-vertaling. De "stam van Zijn erfenis" betekent: het volk dat Zijn erfelijk bezit is. De "roede Zijner erfenis" betekent zoiets als: het volk dat Hem toebehoort en waarover Hij de scepter voert<ref>Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting): met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901). </ref>.
 
== 18 ==
Jer 10:18  Want zo zegt de HEERE: Ziet, Ik zal de inwoners van het land op ditmaal wegslingeren, en zal ze benauwen, opdat zij vinden. (CP<ref name=":0" />)
'''Opdat zij vinden.''' Wat of wie vinden? Statenvertaling: "het vinden". Herziene Statenvertaling: "het ondervinden". NBV2004: "men zal ze weten te vinden". Naardense vertaling: "mij zullen vinden". Canisius-vertaling: "Mij mogen vinden".
 
== 21 ==
Jer 10:21  Want de herders zijn onvernuftig geworden, en hebben Jahweh niet gezocht; daarom hebben zij niet verstandig gehandeld, en hun ganse weide is verstrooid. (CP<ref name=":0" />)
'''Hebben Jahweh niet gezocht.''' Vergelijk vs. 21.
 
'''Hun ganse weide.''' De hele weidende kudde.
 
== 23 ==
Jer 10:23  Ik weet, o HEERE! dat bij den mens zijn weg niet is; het is niet bij een man, die wandelt, dat hij zijn gang richte. (SV)
Vergelijk vs. 21.
 
== 25 ==
Jer 10:25  Stort Uw grimmigheid uit over de heidenen, die U niet kennen, en over de geslachten, die Uw Naam niet aanroepen; want zij hebben Jakob opgegeten, ja, zij hebben hem opgegeten, en hem verteerd, en zijn woning verwoest. (SV)
'''Stort Uw grimmigheid uit over de heidenen.''' In tegenstelling tot zijn gebed in vs. 24, om door God niet in toorn gekastijd te worden.
 
== Voetnoten ==