Jeremia 2: verschil tussen versies

2.996 bytes toegevoegd ,  2 jaar geleden
k
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 23:
== 18 ==
Jer 2:18  En nu, wat hebt gij te doen met den weg van Egypte, om de wateren van Sihor te drinken? En wat hebt gij te doen met den weg van Assur, om de wateren der rivier te drinken? (SV)
'''Egypte ... Assur.''' Zie ook vs. 36. Egypte was de zuidelijke wereldmacht en Assur de noordelijke. Wat baat het Juda dat hij zich zoekt te verbinden met die wereldmachten?
 
'''Sihor.''' Een rivier of kanaal aan de oostgrens van Egypte en een zijarm van de Nijl<ref name=":0">''Hebreeuws-Nederlands Lexicon; op basis van Strong-coderingen.'' Onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. Het is gebaseerd op het Engelstalige ''Online Bible Hebrew-Englisch Lexicon'' van Larry Pierce. </ref>. Sommigen vatten 'Sihor' op als een aanduiding van de Nijl<ref>''John Gill's Expositor.''</ref>. De naam betekent "duister"<ref name=":0" />, wegens de donkere kleur van het water.
Regel 80:
 
Dit ziet op het met haast toelopen op de afgoden, zodat het volk het schoeisel zou verliezen, en de keel door dorst zou gekweld worden. Het is wederom een woord van waarschuwing tot het God en Zijn dienst verlatende Israël.
 
== 30 ==
Jer 2:30  Tevergeefs heb Ik uw kinderen geslagen; zij hebben de tucht niet aangenomen; ulieder zwaard heeft uw profeten verteerd, als een verdervende leeuw. (SV)
'''Uw profeten.''' Niet de valse profeten, maar de profeten uit Israël door God gezonden. Over het jammerlijk lot van de ware profeten verhaalt de schrijver van de Hebreeënbrief (11:32v):
 
''Heb 11:32 En wat zal ik nog meer zeggen? Want de tijd zal mij ontbreken als ik vertel van ... de profeten, (...) Heb 11:37  Zij werden gestenigd, in stukken gezaagd, verzocht, met het zwaard vermoord, zij liepen rond in schapevachten, in geitevellen, leden gebrek, werden verdrukt, mishandeld - Heb 11:38  de wereld was hen niet waard-,zij dwaalden rond in woestijnen, bergen, spelonken en de holen van de aarde.'' (SV)
 
== 31 ==
Jer 2:31  O geslacht, aanmerkt [toch] gijlieden des HEEREN woord! Ben Ik Israël een woestijn geweest, of een land der uiterste donkerheid? Waarom zegt [dan] Mijn volk: Wij zijn zwervend, wij zullen niet meer tot U komen? (CP<ref name=":1" />)
'''Wij zijn zwervend.''' Hulp verlangend van Assur en Egypte, op zoek naar een betere toekomst. Zie vs. 36 "Wat reist u veel uit, veranderende uw weg", en vs. 37 "U zult ook van hier uitgaan".
 
== 33 ==
Jer 2:33  Wat maakt gij uw weg goed, daar gij boelering zoekt? Waarom gij ook de booste [hoeren] uw wegen geleerd hebt. (SV)
'''Boelering.''' Overspelig contact.
 
== 34 ==
Jer 2:34  Ja, het bloed van de zielen der onschuldige nooddruftigen is in uw zomen gevonden; die u niet bij een inbraak hebt betrapt. (CP<ref name=":1" />)
'''Die u niet bij een inbraak hebt betrapt.''' Want anders zou God de doodslagers niet kwalijk hebben genomen. God zinspeelt op Exod. 22:1, volgens welke uitspraak de dood van een dief, die op heterdaad bij het inbreken betrapt werd, geen bloedschuld laadde op degene die hem doodde. Jahweh wil hier zeggen dat de onschuldigen, de ellendigen, geen dieven of moordenaars waren, maar onschuldige mensen, waarom degene die zich aan hun dood schuldig maakte, een bloedschuld op zich laadde.
 
== 36 ==
Jer 2:36  Wat reist gij veel uit, veranderende uw weg? Gij zult ook van Egypte beschaamd worden, gelijk als gij van Assur beschaamd zijt. (SV)
'''Egypte ... Assur.''' Zie ook vs. 18.
 
== 37 ==
Jer 2:37  Gij zult ook van hier uitgaan met uw handen op uw hoofd; want de HEERE heeft al uw vertrouwen verworpen, zodat gij daarmede niet zult gedijen. (SV)
'''Van hier uitgaan.''' Van Egypte, waarheen Israël zijn boden om hulp zendt (vs. 18).
 
'''Met uw handen op uw hoofd.''' Samengeslagen, van jammer over uw ellende, in plaats van dat gewenste hulp u daar ten deel zou worden (vgl. 2 Sam. 13:19).
 
''2Sa 13:19  Toen nam Thamar as op haar hoofd, en scheurde den veelvervigen rok, dien zij aanhad; en zij leide haar hand op haar hoofd, en ging vast henen en kreet.'' (SV)
 
'''Uw vertrouwen.''' Egypte, waarop Israël zijn vertrouwen en hoop gevestigd had.
 
==Andere hoofdstukken==
Regel 85 ⟶ 117:
 
== Bron ==
Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting): met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Jer. 2:14, 23-25, 34. Enige tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 24 en 30 aug. en 3 sept. 2021.
 
== Voetnoten ==