Jeremia 4: verschil tussen versies

6.418 bytes toegevoegd ,  2 jaar geleden
k
 
(4 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1:
{{Jeremia commentaar}}
 
== Samenvatting ==
Vervolg van de oproep tot bekering. God waarschuwt dat Hij een kwaad zal aanbrengen van het Noorden. Oproep om te vluchten naar de vaste steden (4:5v). Babel zal de steden verwoesten (4:7). Jeremia heeft een visioen van de verwoesting (4:23v). Sion is in barensnood (4:31).
 
== 1 ==
Regel 73 ⟶ 76:
''Eze 17:10  Ja ziet, zal hij geplant zijnde gedijen? Zal hij niet, als de oostenwind hem aanroert, gans verdrogen? Op de bedden van zijn gewas zal hij verdrogen.'' (SV)
 
Uit het vervolg blijkt dat de aangekondigde wind een zinnebeeld is van de vijand die stormenderhand het land zal overweldigen: het leger van Nebukadnezar.
==Bron==
Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting): met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Jer. 4:3, 6, 9-10. Enige tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 11-12 sept. 2021.  
 
== 14 ==
''Jer 37:19  Waar zijn nu ulieder profeten, die u geprofeteerd hebben, zeggende: De koning van Babel zal niet tegen ulieden, noch tegen dit land komen.'' (SV)
Jer 4:14  Was uw hart van boosheid, o Jeruzalem! opdat u behouden wordt; hoe lang zult u de gedachten van uw ijdelheid in het binnenste van u laten vernachten? (CP<ref name=":0" />)
'''Was uw hart van boosheid, o Jeruzalem! opdat u behouden wordt.''' Was uw hart van boosheid, met tranen van oprecht berouw; kom tot waarachtige bekering, nu redding van het dreigend verderf nog mogelijk is, opdat u behouden wordt.
 
'''Hoe lang zult u de gedachten van uw ijdelheid in het binnenste van u laten vernachten?''' Daar u toch uw hart voortdurend laat innemen door kwade overdenkingen, die u niets dan onheil en lijden veroorzaken, en het kwaad nog erger maken, in plaats van het af te wenden?
 
== 15 ==
Jer 4:15  Want een stem verkondigt van Dan af, en doet ellende horen van het gebergte van Efraïm. (SV)
'''Van Dan af.''' De stad [[Dan]] lag in het uiterste noorden van het land.
 
'''Het gebergte van Efraïm.''' Dit ligt zuidelijker dan Dan, maar ook nog noordelijk van Juda en Jeruzalem. De vijand komt uit het noorden het land Israël binnen.
 
== 16 ==
Jer 4:16  Vermeldt den volke, ziet, doet het horen tegen Jeruzalem; daar komen belegeraars uit verren lande; en zij verheffen hun stem tegen de steden van Juda. (CP<ref name=":0" />)
'''Belegeraars.''' Statenvertaling: "hoeders". Het hebreeuwse woord נצרים (''Notserim'') kan beide betekenen, maar "belegeraars" ligt hier meer voor de hand. Het bijbehorende werkwoord heeft ook de betekenis van "belegeren".
 
== 19 ==
Jer 4:19  O mijn ingewand, mijn ingewand! ik heb barenswee, o wanden mijns harten! mijn hart maakt getier in mij, ik kan niet zwijgen; want gij, mijn ziel! hoort het geluid der bazuin [en] het krijgsgeschrei. (SV)
'''Ik heb barenswee.'''
 
''Ga 4:19  mijn kinderen, van wie ik opnieuw in barensweeën ben, totdat Christus gestalte in u krijgt.'' (Telos)
 
''1Th 5:3  Wanneer zij zullen zeggen: Vrede en veiligheid, dan zal een plotseling verderf over hen komen zoals de barensnood over een zwangere, en zij zullen geenszins ontkomen.'' (Telos)
 
'''Het krijgsgeschrei.''' Vs. 29: "het geroep der ruiters en boogschutters".
 
== 20 ==
Jer 4:20  Breuk op breuk wordt er uitgeroepen; want het ganse land is verstoord; haastelijk zijn mijn tenten verstoord, mijn gordijnen in een ogenblik! (SV)
'''Breuk op breuk wordt er uitgeroepen.''' Nauwelijks is de ene verwoesting vernomen of de tijding van een andere komt.
 
'''Haastelijk zijn mijn tenten verstoord, mijn gordijnen in een ogenblik.''' De steden van mijn vaderland zijn door de vijanden zo spoedig en gemakkelijk verwoest, alsof het slechts licht opgeslagen tenten geweest waren. Uit het "mijn tenten" is het duidelijk dat hij hier spreekt als in naam van het volk, dat onder de oordelen van God gebukt gaat, dat verbroken is.
 
== 21 ==
Jer 4:21  Hoe lang zal ik de banier zien, het geluid der bazuin horen? (SV)
Banier en bazuingeluid zijn tekenen van de strijd.
 
== 23 ==
Jer 4:23  Ik zag het land aan, en ziet, het was woest en ledig; ook naar den hemel, en zijn licht was er niet. (SV)
'''Zijn licht was er niet.''' Vs. 28: de hemel was zwart.
 
== 28 ==
Jer 4:28  Hierom zal de aarde treuren, en de hemel daarboven zwart zijn; omdat Ik het heb gesproken, Ik heb het voorgenomen en het zal Mij niet rouwen, en Ik zal Mij daarvan niet afkeren. (SV)
'''En de hemel daarboven zwart zijn.''' Zie vs. 23: het licht van de hemel was er niet. De hemel werd ook donker toen Jezus aan het kruis leed.
 
''Lu 23:44  En het was al ongeveer het zesde uur, en er kwam duisternis over het hele land tot het negende uur toe,  Lu 23:45  daar de zon ophield te schijnen. Het voorhangsel van het tempelhuis nu scheurde doormidden.'' (Telos)
 
== 29 ==
Jer 4:29  Van het geroep der ruiters en boogschutters vluchten al de steden; zij gaan in de bossen, en klimmen op de rotsen; al de steden zijn verlaten, zodat niemand daarin woont. (CP<ref name=":0" />)
'''Het geroep der ruiters en boogschutters.''' Vs. 19: "krijgsgeschrei".
 
'''Bossen.''' Statenvertaling: "wolken". Herziene Statenvertaling: "struiken". Naardense vertaling: "bossen".
 
Men zoekt een veilig heenkomen in bossen en spelonken.
 
== 30 ==
Jer 4:30  Wat zult gij dan doen, gij verwoeste? Al kleeddet gij u met scharlaken, al versierdet gij u met gouden sieraad, al schuurdet gij uw ogen met blanketsel, zo zoudt gij u [toch] tevergeefs oppronken; de boelen versmaden u, zij zullen uw ziel zoeken. (SV)
Deze beschrijving van een hoerachtige vrouw doet sterk denken aan de apocalyptische hoer [[Babylon (hoer)|Babylon]].
 
''Opb 17:4 En de vrouw was bekleed met purper en scharlaken en versierd met goud en edelgesteente en parels, en had een gouden drinkbeker in haar hand, vol gruwelen en de onreinheden van haar hoererij. (TELOS)''
 
'''Zij zullen uw ziel zoeken.''' Dat is ook het lot van het apocalyptische hoer [[Babylon (hoer)|Babylon]].
 
''Opb 17:16 En de tien horens die u hebt gezien en het beest, dezen zullen de hoer haten en haar eenzaam en naakt maken, en haar vlees eten en haar met vuur verbranden. Opb 17:17 Want God heeft in hun harten gegeven zijn bedoeling uit te voeren en het met enerlei bedoeling uit te voeren en hun koninkrijk aan het beest te geven, totdat de woorden van God vervuld zullen zijn.'' (Telos)
 
== 31 ==
Jer 4:31  Want ik hoor een stem als van een [vrouw], die in arbeid is, een benauwdheid als van een, die in des eersten kinds nood is, de stem van de dochter Sions; zij hijgt, zij breidt haar handen uit, [zeggende]: O, wee mij nu, want mijn ziel is moede vanwege de doodslagers! (SV)
Deed vs. 30 denken aan de apocalyptische hoer [[Babylon (hoer)|Babylon]]. Vs. 31 leidt onze gedachten naar een andere vrouw in het boek Openbaring, eveneens de dochter Sion (inz. het gelovig overblijfsel), die in de benauwdheid der tijden een kind baart, dat onmiddellijk wordt weggenomen.
 
''Opb 12:1 En er werd een groot teken gezien in de hemel: een vrouw, bekleed met de zon en de maan onder haar voeten en op haar hoofd een kroon van twaalf sterren. Opb 12:2  En zij was zwanger en schreeuwde in haar weeën en in haar pijn om te baren.'' (Telos)
==Andere hoofdstukken==
{{Jeremia hoofdstukken}}
 
==Bron==
Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting): met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Jer. 4:3, 6, 9-1011, 14, 16, 20. Enige tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 11-12 sept. 2021.  
 
== Voetnoot ==