Jeremia 5: verschil tussen versies

2.217 bytes toegevoegd ,  2 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(3 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 2:
 
== Samenvatting ==
5:1 Niemand in Jeruzalem doet recht. (5:1).2 Men zweert vals. (5:2).3 Men weigert de tucht aan te nemen. (5:3).4 Men kent Gods weg niet. (5:4).5 De groten kennen die wel, maar hadden het juk verbroken. (5:5).6 Roofdieren, figuurlijk, belagen het volk. (5:6).7-9 Er is afgoderij en overspel. (5:7v).10-11 God roept de vijand op de muren van Jeruzalem te verwoesten. (5:10).12-14 Profetie van onheil wordt door het volk veracht. (5:12v).15-16 God zal de Babyloniërs aanbrengen. (5:15v).17 Ze eten alles op. (5:17)18 Nochtans maakt God geen einde aan Israël. 5:19 Israël zal dienen in een vreemd land. 5:20-24 Israël is doof en blind, afvallig en weerspannig, en vreest God niet. 5:25 Zonde wendt de regen af. (5:25).26-29 Er worden goddelozen gevonden, die zich door bedrog verrijken en het recht nalaten. (5:26v).30-31 Er zijn valse profeten en de priesterpriesters heersen door hun handen (5:30v).
 
== 5 ==
Regel 26:
'''Verderft ze.''' Richt een grote verwoesting in de stad aan (2 Kon. 25:4 vv.)
 
'''Doch maakt geen voleinding.''' Tot gehele vernietiging van haar mag het volgens Gods raadsbesluit niet komen. Zie ook vs. 18.
 
'''Doet haar ranken weg.''' De ranken van die wilde wijnstok (Jer. 2:21) weg, voert ze in ballingschap naar een vreemd land, want zij behoren de Heere niet meer toe, Hij geeft ze over.
Regel 69:
 
'''En dit volk tot hout.''' Opdat het vuur een stof heeft om zijn verterende kracht te bewijzen.
 
== 15 ==
Jer 5:15  Ziet, Ik zal over ulieden een volk van verre brengen, o huis Israëls! spreekt de HEERE; het is een sterk volk, het is een zeer oud volk, een volk, welks spraak u niet zult kennen, en niet horen wat het spreken zal. (CP<ref name=":0" />)
'''Een volk van verre.''' Uit het noorden komend, afkomstig uit Babel.
 
''Jer 6:22  Zo zegt de HEERE: Ziet, er komt een volk uit het land van het noorden, en een grote natie zal opgewekt worden uit de zijden der aarde.'' (SV)
 
'''Een volk, welks spraak u niet zult kennen, en niet horen wat het spreken zal.''' Een volk dat geheel geschikt is om de bedreiging in Deut. 28:49 vv. te volbrengen.
 
''De 28:49  De HEERE zal tegen u een volk verheffen van verre, van het einde der aarde, gelijk als een arend vliegt; een volk, welks spraak gij niet zult verstaan;'' (SV)
 
== 16 ==
Jer 5:16  Zijn pijlkoker is als een open graf; zij zijn altemaal helden. (SV)
'''Zijn pijlkoker.''' Zie 4:29 "boogschutters".
 
''Jer 4:29  Van het geroep der ruiters en boogschutters vluchten al de steden;'' ...
 
== 17 ==
Jer 5:17  En het zal uw oogst en uw brood opeten, [dat] uw zonen en uw dochteren zouden eten; het zal uw schapen en uw runderen opeten; het zal uw wijnstok en uw vijgeboom opeten; uw vaste steden, op dewelke gij vertrouwt, zal het arm maken, door het zwaard. (SV)
'''Opeten.'''
 
''2Co 11:20  Want u verdraagt het, als iemand u in slavernij brengt, als iemand u opeet, als iemand van u neemt, als iemand zich verheft, als iemand u in het gezicht slaat.'' (Telos)
 
''Ga 5:15  Als u echter elkaar bijt en opeet, kijkt dan uit dat u niet door elkaar verslonden wordt.'' (Telos)
 
== 18 ==
Jer 5:18  Nochtans zal Ik ook in die dagen, spreekt de HEERE, geen voleinding met ulieden maken. (SV)
'''Geen voleinding met ulieden maken.''' Zie vs. 10.
 
== 27 ==
Jer 5:27  Gelijk een mand vol is van gevogelte, zo zijn hun huizen vol van bedrog; daarom zijn zij groot en rijk geworden. (CP<ref name=":0" />)
'''Vol van bedrog.''' Vol van goederen die door bedrog zijn verkregen, vol oneerlijk goed.
 
== Andere hoofdstukken ==
Regel 74 ⟶ 106:
 
== Bron ==
Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting): met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Jer. 5:7, 10, 12-13, 15. Enige tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 13, 15 en 1517 sept. 2021.
 
==Voetnoot==